Tiecelijn. Jaargang 4

[p. 20]

Uit boek en tijdschrift

Ed. B. levy en p. wackers, Reinardus. Yearbook of the International Reynard Society / Annuaire de la société internationale renardienne. Vol. 3. Amsterdam-Philadelphia, John Benjamins Publishing Company, 1990.

Een bericht.

Het achtste congres van de International Reynard Society werd in Lausanne georganiseerd van 17-21 juli 1989. Dit derde deel van het jaarboek bevat een eerste selectie van artikelen, welke gebaseerd zijn op de daar besproken ‘papers’. Deel 4, te verschijnen in 1991, zal ook aan Lausanne worden gewijd. Deze werkwijze werd voor het eerst toegepast met de artikelen, gebaseerd op het congres van Durham (1987). Daarvóór werden de verslagen in een bundel opgenomen, welke soms pas na enkele jaren verscheen. Het is inmiddels een succesformule gebleken. De deelnemers van het congres weten dat betrekkelijk kort na een dergelijk congres hun papers worden gepubliceerd en geïnteresseerden in middeleeuwse beestenliteratuur hebben op deze manier een zeer continue informatiebron ter beschikking.

De eerste twee delen van Reinardus zijn verschenen bij Alfa te Grave, vanaf deel 3 zal het uitgegeven worden door John Benjamins Company. Het jaarboek zal hierdoor internationaal beter bereikbaar worden. De zeer verspreide uitgave van congresbundels van vorige bijeenkomsten behoort hiermee tot het verleden en de continuïteit is gewaarborgd; de redacteuren Brian Levy en Paul Wackers staan daar samen met de redactieraad en assistenten garant voor.

In Lausanne werden zesenveertig papers aan de congresdeelnemers voorgelegd. In dit jaarboek zijn zestien artikelen opgenomen, waarvan één niet ter sprake is gebracht te Lausanne. In de congresbundel worden alleen de meest gedegen artikelen opgenomen; geselecteerd uit de na het congres ingezonden uitgewerkte papers. De kwaliteit van Reinardus is dan ook zonder meer hoog te noemen.

Lezers van Tiecelijn vragen natuurlijk meteen wat er voor hen van belang en interessant is. Ik denk dat tenminste drie bijdragen de lezer zullen boeien. André Bouwman: On the Place of ‘Van den vos Reynaerde’ in the Old French ‘Roman de Renart’ Tradition, Rik van Daele: Quelques aspects de la réception renardienne en Flandre aux dix-neuvième et vingtième siècles, en Paul Wackers: Al ist som boert... Methodological Reflections on the Study of Comedy in Animal Stories. Een vierde artikel dat ook zeker de aandacht verdient, is dat van Baudouin van den Abeele: Renard fauconnier. Observations sur l'emploi du motif de la volerie dans l'épopée animale et le fabliau. Van dezelfde auteur verscheen vorig jaar La fauconnerie dans les lettres françaises du XIIe au XIVe siècle (Leuven, Universitaire pers). Hiermee is niet gezegd dat de andere artikelen niet van belang zijn, ze zijn minder direct of niet betrokken op de Nederlandse Reynaertstof.

[p. 21]

Het artikel van Rik van Daele is waarschijnlijk voor de lezers van Tiecelijn niet echt opzienbarend. Tijdens de presentatie ervan met dia's te Lausanne was dit voor het zeer internationale gezelschap wel een revelatie. Reynaert de vos op taart en banken, Reynaertoptochten en -standbeelden in diverse soorten en maten, Reynaert als flamingant, politicus, als ideoloog en straatnaamgever, dat alles was voor Japanse, Amerikaanse, Franse en Italiaanse congresgangers nieuw. In het jaarboek zijn enkele illustraties van dergelijke zaken opgenomen.

André Bouwman geeft in zijn artikel een beknopt overzicht van zijn bevindingen met betrekking tot het onderzoek naar het verband tussen de diverse manuscripten van de Roman de Renart en Van den vos Reynaerde. Binnenkort is zijn gehele onderzoeksresultaat beschikbaar. Zijn proefschrift zal in april verschijnen bij Prometheus te Amsterdam.

Paul Wackers' artikel is een betrekkelijk theoretische bijdrage over de bestudering van komische aspecten van middeleeuwse dierenverhalen, en dan met name het daarvoor noodzakelijke begrippenapparaat om te kunnen komen tot gefundeerde analyses en uitspraken.

Alle bijdragen, al of niet direct betrekking hebbend op de Reynaertstof, zijn ook van belang omdat men zich na lectuur ervan bewust wordt van het feit dat Reynaert, Renart, Reinke, Reynard behoren tot een verhalencomplex van nagenoeg universele aard. Het vormt een aspect van een uiterst boeiende materie, de middeleeuwse dieren-verhalenwereld, een wereld welke door de congressen van de International Reynard Society for the Study of the Beast Epic, Fable and Fabliau steeds verder uitgediept en geopenbaard wordt.

Reinardus 3 (ISBN 90-2724031-0) is te bestellen bij John Benjamins, Amsteldijk 44, 1007 HA Amsterdam en in iedere goede boekhandel. Particulieren kunnen intekenen op de vervolgdelen bij Erwin Verzandvoort, Dommelborch 70, 5247 SG Rosmalen (NL). Door intekening verkrijgt men de delen aanmerkelijk goedkoper (85 en 45 HF.).

Erwin VERZANDVOORT

En verder interessant voor de Reynaertbibliografen:

D. BILLOTTE, Renart médecin ou le roi et le thaumaturge, in: Reinardus, 3 (1990), p. 3-13.

N. HARANO, Filz au putain, in: Reinardus, 3 (1990), p. 37-43.

J.-C. MUHLETHALER, ‘Leo cecatus’ ou le triomphe de Renart courtisan: L'emploi d'un motif comme indice référentiel?, in: Reinardus, 3 (1990), p. 113-125.

R.J. PEARCY, ‘Connebert’ and Branch I of ‘Le Roman de Renart’: The Genesis of a Fabliau, in: Medium Aevum, LIX (1990), 1, p. 73-90.

R. VAN DAELE, Reynaert regeert. Nieuwe vossenavonturen in ‘Dear Fox’, in: Documenta, 8 (1990), 3, p. 154-160.