ik Chester Cathedral en opnieuw vond ik vier vossen. 's Morgens had ik tijdens de colleges aan de studenten nog verteld dat de Reynaertverhalen op uitzondering van de dertiende-eeuwse Of the Vox and of the Wolf en Chaucers Nun's Priest's Tale (ca. 1390) het Kanaal niet waren overgeraakt. Ik begon te twijfelen aan deze uitspraak en besloot te onderzoeken of ik d.m.v. iconografisch materiaal niet kon bewijzen dat de Reynaertstof in Engeland in de middeleeuwen wel bekend was door verhalen die nu niet meer bewaard zijn. Ik liet er geen gras over groeien en reeds de volgende dag stuurde ik een lezersbrief naar twee grote zondagskranten met daarin een vraag naar gegevens over sculpturen en illustraties tussen 1150 en 1550. Zowel The Sunday Times als The Observer drukten tot mijn verbazing de vraag af op dezelfde dag en in de laatste was de tekst geïllustreerd door Haro, de cartoonist van de krant. Dit resulteerde in meer dan 300 brieven, dit betekende vijf jaar van bezoek en studie. Nadien werd dezelfde vraag overgenomen in het Amerikaanse satirische weekblad The New Yorker, waar het bericht als een merkwaardig fenomeen werd becommentarieerd en geïllustreerd. En weer volgden brieven, nu Amerikaanse. Ik was begonnen met Reynaert na te jagen, maar op den duur werd ik opgejaagd door de vos. Ik trok zorgvuldig alle meldingen na en weekends en vakanties werden in kathedralen, bibliotheken en kastelen doorgebracht. Vele sporen bleken dood te lopen en ik vond vele honden en wolven. Toch bezat ik een overvloed aan materiaal. Ondertussen verliet ik Keele en werd ik benoemd als mediëvist te Nottingham. Uiteindelijk verscheen mijn Reynaertstudie in 1967.
De brieven bleven komen. Ik volgde de vos niet meer. De rollen waren nu omgedraaid. Ik werd gevolgd door de vos. De grootste vondst nadien was de ontdekking van de illustraties van de drukker Wynkyn de Worde. Ik publiceerde de resultaten
ervan in
The Earliest Illustrated English Editions of “Reynard the Fox”; And their Links with the Earliest Illustrated continental Editons (
Reynaert, Reynard, Reynake). Vertrekpunt waren de beroemde Bristol misericords, die dateerden van vóór de toen oudst gekende Engelse Reynaertillustraties (1620). Ik was dus op zoek naar