Thirsis Minnewit. Deel 2, editie Weduwe Gysbert de Groot
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermdNieuwe Minnaars-Klagt1.
Ach myn Schoone, myn Beminde,
Troost myn in dees droeven staat,
Want by u is troost te vinden
Die 't Verstant te boven gaat.
Gy alleen kunt myn genezen
En verheugen myn gemoet,
Hoe zoud gy dan bitter wezen
Daar gy zyt het zoetste zoet.
2.
Hoe zoud gy myn kunnen haten
Daar ik u zoo trouw bemin,
Ik en sal u noyt verlaten,
En noyt stellen uyt myn zin.
Voor dat myn de doot sal scheyden,
Eer en verlaat ik u dog niet.
| |
[pagina 30]
| |
Aanhoort myn klagten, aansiet myn lyden
Dat om uwent wil geschiet.
3.
Min die doet ons Hert verteeren
Door het weygeren van het zoet,
Min die doet ons vleyen leeren
En baard ons veel tegenspoet.
Door haar uyt-gespanne netten Ga naar voetnoot+
Vangt sy ons in veel verdriet.
Sy is wreed en stelt ons wetten,
Maakt ons Slaaf, als sy 't gebiedt.
4.
Laten wy de Liefde haten,
Vlieden wy dat groot gevaar.
Min die speelt by allen Staten
Menig grol zo droef en naar, Ga naar voetnoot+
En, in wreetheyt uytgelaten, Ga naar voetnoot+
Brengt veel Minnaars in gevaar.
Laten wy de Liefde haten,
Vlieden wy dat groot gevaar. Ga naar voetnoot+
|