Thirsis Minnewit. Deel 1
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermd[Als Boxvoetje speeld op sijn Pypje in ’t dal]1.
Als Boxvoetje speeld op sijn Pypje in ’t dal, Ga naar voetnoot+
Zoo singen
En springen
De Satertjes al.
De Boompjes in ’t wilt,
’t Gansch bosjen dat drilt, Ga naar voetnoot+
En schatert van ’t lieffelyk na-geschal. Ga naar voetnoot+
2.
Het riet daar wel eertyds Syringe Ga naar voetnoot+ in zat,
Staat levend’
En bevend’
En schut als een blad,
Ja, zwiert heen en weer
Gelyken een Veer
Daar ’t ruysende windje maar even om-vat. Ga naar voetnoot+
| |
[pagina 124]
| |
3.
Dit wilden d’Arkadische Nimphjes eens zien
Wat wonder
Dat onder
Dit speelen kon schien,
Dat langs het geboomt
En Beeckjes gestroomt
Haar bruisende golfjens heenen vlien. Ga naar voetnoot+
4.
Dus zyn sy het Bosje ten einde gegaan
En liepen
En riepen
De Satertjes aan.
Maar ’t loose gebroed
Licht haastig de voet
En hebben de Harderinne gevaen.
5.
Daar waren doen, laci, de Nimphies in noot.
Sy lilden
En trilden
En sagen als dood,
En riepen: ‘og, og!’
Maar ’t lose gedrog Ga naar voetnoot+
Die hebben haar poesle leden ontbloot.
6.
Terwyl dat Pan vast schaterd en lagt,
Zoo songen
En sprongen
Dit geyte geslagt,
Ja, deden in ’t veld
Daar ’t meeste geweld Ga naar voetnoot+
En hebben d’onnosele Nimphjes verkragt.
7.
Dit hebben de Harders door d’Echo gehoord,
Wiens harten,
Vol smarten,
So waren gestoort
Dat yder een eed
Aan Jupiter deed
Te wreken, of alle te worden vermoord.
8.
Dus vielen sy op de Rovertjes aan.
Begonden
In ’t ronden
Met knuppels te slaan,
| |
[pagina 125]
| |
Met Schoppen en spa,
En riepen: ‘Sa, sa,
Hey Saters, wat hebtge ons Nimphjes gedaan!’
9.
De splitte-koots Ga naar voetnoot+ namen wel haastig de vlugt,
Maar lachten
En dagten
Om sulken klucht
De Harders verbaast. Ga naar voetnoot+
Die vonden wel haast Ga naar voetnoot+
Haar Nimphjes, maar waren Ga naar voetnoot+ in groot gesugt,
10.
Daar was het doen, laci, een droevige tyd.
Sy knarsten
En parsten
Haar tranen van spyt; Ga naar voetnoot+
En hebben uit lust
Haar Nimphjes gekust.
Maar veele die waren haar maagdom quyt.
|
|