Thirsis Minnewit. Deel 1
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermd[O Hollandt schoon, gy leeft in vree]1.
O Hollandt schoon, gy leeft in vree
Met een-en-dertig Steden,
Omringt van Rijn, Ga naar voetnoot+ Maes en Noort-Zee.
In u zijn goede zede.
Voorwaar op heden,
Met beleyt,
Sal ik uyt goe genegentheid
Mijn schuldige pligt bewijsen:
Wie kan het landt volprijsen.
2.
Voor eerst: uyt Texel, ‘t vlye en Maes
Siet men veel schepen varen,
Voorsien met menigh nobel Baas
En veelerhande waren,
Sonder beswaren
Seer verblijt.
Door de bekende werelt wyt
Siet men de havens open
Om Hollands waar te kopen.
3.
Seylen Vrancrijk, Portugaal aan,
Ook ‘t wijd beroemt Brittanjen,
En by den swarten Moriaan,
Italiaan en Spanien,
Brengen Ga naar voetnoot+ oranjen
App’le goet,
Suyker, Rosijnen, Vygen soet:
Geen Land en kan ik noemen
Daar geen Hollanders komen.
| |
[pagina 13]
| |
4.
Siet, Amsterdam dat is een pronk
Schier van de hele werelt.
Hoewel ‘t is van een slegten tronk, Ga naar voetnoot+
Nu is het als beperelt:
‘t Gesigt my dwerelt!
Daer voor by
Soo loopt de stroom genaamt het Y:
Amsterdam hoog verheven,
Wie heeft u Lof beschreven!
5.
Haarlem seer schoon en Leiden vry,
Aan Meer Ga naar voetnoot+ en Rhijn gelegen:
De stapel van de Wevery
Hebt gy door Godes zegen
Alhier verkregen.
Dies ik dwingh
Mijn tongh en segh: den Vreemdelingh
Mag vredig by u woonen.
O, Holland spant de kroonne!
6.
Delft, Schiedam, Rotterdam en Dort,
Daar woonen veel Koopluyden;
Van haar aldaar gehandelt wort
In West, Noort, Oost en Zuyden;
Brengen Ga naar voetnoot+ veel Kruyden,
Goet van smaak,
Ook Wijn en Bier tot ons vermaak:
De schepen gaan en keren,
Uyt in de maas braveren. Ga naar voetnoot+
7.
Den Briel dient niet vergeten hier,
Het is een schoon Landts-douwen. Ga naar voetnoot+
Goeree, Heusden en Gorcom fier,
Schoonhooven en Tergouwen:
Daar ziet men bouwen
Menigh Kaas,
Oprecht en goet voor menschen aas; Ga naar voetnoot+
Vlas, Hennep ziet men slepen,
Op Wagens en in scheepen.
| |
[pagina 14]
| |
8.
Geertruydenbergh, Asperen siet,
Heukelom en vianen,
Yselsteynen, Leerdam, ‘t wert bediet; Ga naar voetnoot+
t’ Ouwater, ‘k moet vermanen, Ga naar voetnoot+
Brouwt men van granen
Lecker Bier;
Wesop had ik vergeten schier,
Woerde, Naarden en Muyden:
Wie sou het al beduyden.
9.
Hoorn, Medenblik Ga naar voetnoot+ en Alkmaar,
Munnikendam, Enkuyzen:
Daar siet men staagh van jaar tot jaar
Varen veel Haringh Buysen.
Al door het bruysen
Van de vloet
Krijght menigh Zeeman kleyne moed,
Als Thetis met veel homp’len Ga naar voetnoot+
Haer in de gront komt domp’len.
10.
Edam voor ‘t lest en Purmerent.
Hier kan yeder bemerken,
Een-en-dertigh steden bekent
In ‘t Graafschap. Ga naar voetnoot+ Wilt verstercken,
O Heer, u Kerken
Met u Woort,
Laatse opwassen voort en voort,
De Prins en Heere Staten,
Als ook ons Magistraten. Ga naar voetnoot+
11.
En wy, als onderdanen vroom,
By haer in stilheyt leven,
Gerust onder ons Vygeboom, Ga naar voetnoot+
Door haat nog nyt Ga naar voetnoot+ gedreven,
Elkaar aankleven
Seer getrouw,
Afstaan van ‘t quaat met groot berou,
Yv’rig in den gebede,
Wens ik met ernst: breng vrede. Ga naar voetnoot+
|
|