Thirsis Minnewit. Deel 1
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermd[Liefste Lief, wanneer sal ‘t wesen]1.
‘Liefste Lief, wanneer sal ‘t wesen
Dat gy my eens sult genesen
Van die smert,
Van die smert
Dien ik voel in mijn jonck hert;
Sullen noyt mijn droeve klachten
Uw wraackgierigh hert versachten;
Sult gy dan,
Sult gy dan
Noyt van mijn maken uw Man?’
2.
‘Jonghman, staeckt uw droevigh Minnen,
Gy en sult geen troost verwinnen,
Want ik ken,
Want ik ken
Noch wel blijven dien ik ben.
Sou ik in mijn jonge Jaren
Alree denken om te paren?
Jonghman siet,
Ionghman siet,
Ik hou mijn uyt het verdriet.’
3.
‘Geen verdriet sal u geschieden.
Lief, en wilt van mijn niet vlieden,
| |
[pagina 11]
| |
Ik sal jou,
Ik sal jou
Blijven als een Man getrouw.
Alle druk en sware plagen
Sullen wy te samen dragen.
Liefste soet,
Liefste soet,
Staak doch eens uw gram gemoet.’
4.
‘U en baat geen presentatie,
Ik en vind in u geen gratie Ga naar voetnoot+
Om te zijn,
Om te zijn
U vrou in dit warelts plyn. Ga naar voetnoot+
Al u soet en aardig vleyen
Is maer om mijn te verleyen
Van myn eer,
Van myn eer,
En my dan verlaten weer.’
5.
‘Och, ik sweer, myn Lief, Clarinde,
So gy my ontrouw sult vinde,
Dat de doot,
Dat de doot
My ruk weg in Charons schoot; Ga naar voetnoot+
En dat al de helse zielen
My terstont komen vernielen,
Dat ik mag,
Dat ik mag
Noit weer komen voor den dag.’
6.
‘Door uw Eed en trouwigheden
Dien gy aen my komt besteden
Sal ik dan,
Sal ik dan
Zyn uw’ Vrouw en gy mijn man.
Wilt daer op mijn trouw ontfangen,
Daar na Ga naar voetnoot+ is al uw verlangen:
Laat ons gaan,
Laat ons gaan
In den Echt, van stonden aan.’
7.
‘Ik ontfangh uw trouw, mijn schoone,
‘k Sal u weder min betoonen
| |
[pagina 12]
| |
Met een Pant,
Met een Pant
En een ringh van Diamant.
Nu is al mijn droevigh klagen
Heel verkeert in blijde dagen.
Komt mijn Bruyt,
Komt mijn bruyt,
Laet ons lof verbreyden uyt.’ Ga naar voetnoot+
|
|