Thirsis Minnewit. Deel 1
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 9]
| |
[Ik weeter geen schoonder Maagd]1.
Ik weeter geen schoonder Maagd
Als die Ga naar voetnoot+ mijn jong hert behaagt;
Mogt ik eens by haer wesen,
Genesen soo was ‘r myn wond:
Soete Lief, maak’er myn hert gesont.
2.
Haer wit albasterde borst
Daar myn jonghert na dorst,
Haar oogen vol lonken en stralen,
Van tale so vriendelyk
En van deugde maar also ryk;
3.
Haer wangen schoon gebloost,
Veel schoonder als een roos!
Geen schilder en kan afmalen
Te schilderen Ga naar voetnoot+ sulcken Beelt
Die mijn jonck hert en sinnen steelt.
4.
‘s Avonts maar alsoo laet
Dan wandel ik over straat;
Sy wilder my niet in laeten,
En praten met myn een reys. Ga naar voetnoot+
Soete Lief, denckt eens hoe dat ik peys!
5.
Lief, seght my de oorsaack
Waarom dat gy my verlaet: Ga naar voetnoot+
Ben ik te los van leven,
Van leden te plomp of grof?
Soete Lief ik bender nog Ga naar voetnoot+ Edel van stof.
6.
Of is het om ‘t Werelts goet
Dat ik u derven moet?
En wilter my brengen niet Ga naar voetnoot+
In sulken zwaar verdriet!
Rijck of Arm en ben ik niet.
| |
[pagina 10]
| |
7.
De Liefde gekocht om Gout
Die is so haest verflout; Ga naar voetnoot+
Men siet de Minnaars gedachten
Gelijken een Riedt dat draeyt,
Dat met alle de Winden waeyt.
8.
Adieu, mijn Princes eerbaer,
Wy scheyden nu van malkaer:
Denckt eens wie dat het sal rouwen? Ga naar voetnoot+
Jonckvrouw, nu voor het slot,
Ik wensch u de Vrede by Godt. Ga naar voetnoot+
|