uitgevonden; maar dat was zoo hoogdravend en vol met franjes en krullen, dat de nakomelingen de beteekenis daarvan spoedig verloren hebben. Naderhand hebben zij ons schrift geleerd, met name de Finnen, de Thyriers en de Krekalander. Maar zij wisten niet goed, dat het van het Juul gemaakt was, en dat het daarom altijd moest geschreven worden met de zon om. Bovendien wilden zij dat hun schrift voor andere volken onleesbaar zoude wezen, omdat zij altijd geheimnissen hebben. Zoodoende zijn zij zeer van de wijs geraakt, dermate, dat de kinderen de schriften hunner ouderen bezwaarlijk kunnen lezen; terwijl wij onze alleroudste schriften even gemakkelijk kunnen lezen als die, die gisteren geschreven zijn.
Hieronder is het staand schrift, daaronder het loopend schrift, vervolgens de getalteekens op beide wijzen.