Deze bepalingen zijn gemaakt voor toornige menschen.
Zoo iemand in drift of uit boosheid een ander leden breekt, een oog uitstoot, ofte tand, wat het ook zij, zoo moet de beleediger betalen, wat de beleedigde eischt. Kan hij dat niet doen, zoo moet er openbaar aan hem gedaan worden, wat hij aan den ander deed. Wil hij dat niet uitstaan, dan moet hij zich tot zijne burgtmaagd wenden, of hij in de ijzerof tinlanden mag werken, tot dat zijne schuld voldaan is volgens de algemeene bepaling.
2. Wanneer iemand gevonden wordt zoo boos, dat hij een Fries dood slaat, dan moet hij dat met zijn lijf betalen. Doch kan zijne burgtmaagd hem voor altijd naar de tinlanden helpen, voor dat hij gevat wordt, dan mag zij dat doen.
3. Bijaldien de gevangene kan bewijzen met erkende ge-