Huuwlykszangen voor den heere Pieter Teyler, van der Hulst, en jongkvrouwe Helena Wynands Verschaave(1728)–Anoniem Huuwlykszangen voor den heere Pieter Teyler, van der Hulst, en jongkvrouwe Helena Wynands Verschaave– AuteursrechtvrijIn den echt vereenigt binnen Amsteldam, den 25. van lentemaand, 1728 Vorige Volgende Jaarzang. Stemme: Als 't begint. DE LIEFDE. Wy zullen Kunstliefs Jaardag vieren, Op onzen wolken troon; Men vlecht voor hem een kroon, Zyn zuiv're deugd ten loon, Van Hemelsche Amarant, en mirten en laurieren. ô zuivre Hemeldeugd, daal neder! En zit aan 's Bruigoms zy! Schenk goden lekkerny, Op 't vrolyk Jaargety, Gy hebt hem steets bemint, en hy bemint u weder. [Folio B4r] [fol. B4r] Hoe zal zyn hart in vreugd ontfonken! Ik heb de schoonste maagd, Daar de Amstel roem op draagt, Die zyne ziel behaagt, Op zynen Jaardag hem in 's Hemels gunst geschonken. De Spaarenstroom en Amstel zingen: Leef lang, ô heilryk Paar! Dat de Opperzegenaar Uw hulp zy Jaar op jaar, En de eedle deugden steets uw ryken disch omringen. Dan zullen uwe braave Vaderen, Die uwe tedre jeugd, Met wysheid, eer en deugd Geleidden, tot hunn' vreugd, Den Jaarelykschen disch der lieve kind'ren naderen. Minerva zal uw ryken handel, In goud, en zyde stof, Uitbreiden, en uw lof Door menig vorstlyk hof Doen vliegen, met de faam van uwen vroomen wandel. [Folio B4v] [fol. B4v] ZANGER. Op zulk een zegenryk geluid, Treedt Kunstlief met zyn schoone Bruid Ten Tempel om te paaren; Dies juicht het scheepryk Y, en kust het vrolyk Sparen. SPAARENNIMF. Dan streef ik met myn maagdestoet Door mynen kristallynen vloed, En kus die overschoone, Wiens glansryk aanschyn tart de blankheid van Dióne. ZANGER. Dan juichen bosch, en duin, en stroom! Dan weêrgalmt de Echo: wellekoom, In Heerlems bruiloftszaalen! Dien 's hemels zegenzon beschynt met held're straalen. SPAARENNIMF. Zo loven wy uw zuiv're min, Liefwaarde, Kunstliefs hartvriendin; Zo moet uw liefde bloeijen, En haast een lentespruit uit uwen stamboom groeijen. P. LANGENDYK. Vorige Volgende