Huuwlykszangen voor den heere Pieter Teyler, van der Hulst, en jongkvrouwe Helena Wynands Verschaave(1728)–Anoniem Huuwlykszangen voor den heere Pieter Teyler, van der Hulst, en jongkvrouwe Helena Wynands Verschaave– AuteursrechtvrijIn den echt vereenigt binnen Amsteldam, den 25. van lentemaand, 1728 Vorige Volgende [Folio B2r] [fol. B2r] Liefwaarde, Veldzang Ter Bruilofte van den Heere Pieter Teyler vander Hulst, en Jongkvrouwe Helena Wynands Verschaave. Aan Sparens frisschen stroom, die menig schoon verschiet, Vol hoven, wei en duin, langs zyne boorden ziet, Lag zanger op het dons van zachte lentebloemen, Om met het dunne riet Liefwaardes min te roemen; Liefwaarde, een nimf zo schoon als zuiver van gemoed, Die Kunstliefs jeugdig hart in liefde blaaken doet. De nimf van 't spaaren helpt den blyden Veldman zingen, Terwyl de zwaanen, die zich baaden, haar omringen. [Folio B2v] [fol. B2v] ZANGER. De lieve Lente staat gereed, Om met een bloemryk bruiloftskleed Het Aardryk te overdekken, Terwyl men 't pluimgediert vol min ziet trekkebekken. De Lenteleeuwrik vliegt voor uit Nâ 's Hemels boog, met zoet geluid, Om 't morgenlicht te looven; Gelyk de Dankbaarheid van Kunstlief vliegt nâ boven. SPAARENNIMF. Wy vlechten onder uwen galm Van bruiloftsvreugd de maagdepalm, Met mirten en laurieren, Om Kunstlief en zyn Bruid te strooijen en vercieren. Of is hun onbesproken deugd In d'opgang hunner lentejeugd, Genoeg om hen te roemen? Is zy hunne Amarant? wat eischt men dan meer bloemen? ZANGER. De palm die in het bar saaizoen Haar glans behoudt en edel groen, Verbeeldt de vreugd van 't leeven, Die aan het deugdryk Paar wordt onverwelkt gegeeven. [Folio B3r] [fol. B3r] Zo munten Bruidegom en Bruid Aan 't Spaaren en den Ystroom uit Zo zal hun liefde bloeijen En met gezegend groen door vier saaizoenen groeijen. SPAARENNIMF. Ik zal dit groen, dat nooit vergaat, In eenen korf van zilverdraad Aan 't Minnewichtje geeven, Om daar bekoorlykheên en kusjes door te weeven; Daar zal de Heeregracht-godin, Verheugd om haar Liefwaardes min, Het deugdryk Paar mê kroonen, In 't vrolyk Bruiloftshuis, daar Liefde en Eendracht woonen. ZANGER ô Bruiloftsdag, hoe zoet, hoe bly! Sluit gy een ring van 't Jaargety! Na zes en twintig jaaren, Dat Kunstliefs leevenszon eerst oprees aan het Spaaren! Ik hoor deez' blyde bruiloftsgalm: ,,Bindt Kunstlief vast met maagdepalm, ,,En rys van groene linden; ,,Neen! laat de liefde zelf hem in haar tempel binden. [Folio B3v] [fol. B3v] SPAARENNIMF. Zy zingt aan Amstels zilv'ren vliet Zyn Jaarty, met dit zegenlied, Nu ze in een kring van straalen, En dunne wolkjes, koomt op 't vrolyk aardryk daalen. Vorige Volgende