| |
| |
| |
Over de medewerkers
Saleh Addonia is een in Londen wonende auteur met een Eritrees-Ethiopische achtergrond, die een groot deel van zijn leven als vluchteling leefde. Hij werkte als regisseur. Literair debuteerde hij dit jaar met een verhalenbundel, die, hoewel oorspronkelijk in het Engels geschreven, eerst in het Italiaans, bij uitgeverij Casagrande verscheen als Lei è un altro paese. Hij is de jongere broer van schrijver Sulaiman Addonia, van wie onlangs het tweede boek Silence is My Mother Tongue verscheen. |
|
Janne Van Beek (1994) rondde de Master Literair Vertalen (UU) af met een scriptie over de vertaalgeschiedenis van Alice's Adventures in Wonderland. In de zomer van 2017 ontving ze een talentbeurs van de Master. Ze vertaalde met veel plezier werk van Rachel Nagelberg, John Berger en Mary MacLane voor The Chronicles Projects, EXTRA en Terras en schreef columns voor Filter, tijdschrift over vertalen. |
|
Koen Boelens (1991) en Helen Zwaan (1995) ontmoetten elkaar tijdens de Master Vertalen in Utrecht, waar zij allebei voor het literaire Engels-Nederlandse traject kozen. Na dat studiejaar besloten ze de krachten te bundelen, wat resulteerde in een publicatie in de derde editie van PLUK, de oogst van nieuwe vertalers. In april 2018 hebben ze als duo een ontwikkelingsbeurs gekregen van het ELV, waarmee zij onder begeleiding van Anneke Bok hun eerste boek hebben vertaald: het Australische kinderboek Echte duiven vangen boeven, dat in september verscheen bij Billy Bones. Daarnaast maakt Koen sinds kort deel uit van de redactie van PLUK en werkt Helen als bureauredacteur bij uitgeverij Atlas Contact. |
|
In Koli Jean Bofane (1954) uit RD Congo schreef diverse romans. Congolese wiskunde is de eerste die in Nederlandse vertaling is verschenen (2011, De Geus, vertaald door Eveline van Hemert). Zijn werk werd vertaald in de Verenigde Staten, Duitsland, Groot-Brittannië, Brazilië, Korea en Slovenië. Bofane woont in België. Het vertaalde fragment komt uit zijn roman Congo Inc. (2014, Actes Sud) die met verschillende prijzen werd bekroond en onlangs in Engelse vertaling verscheen in de VS bij Indiana University Press als Congo Inc. Bismarck's Testament (2018). |
|
René Bohnen rondde in 2009 de master Creatief schrijven af aan de Universiteit van Pretoria. In 2017 verscheen haar derde dichtbundel: Op die vingerpunte van die heelal bij uitgeverij Naledi. Bij andere uitgevers verschenen eerder al Spoorsny (2000) en In die niks al om (2011). Haar werk werd gepubliceerd in literaire tijdschriften en in verscheidene bloemlezingen opgenomen. In 2017 woonde ze op uitnodiging van Carina van der Walt een literaire salon bij in 't Wevershuisje in Tilburg: een jaarlijks terugkerende middag ter bevordering van gesprek en vertaling tussen dichters uit Nederland, Vlaanderen en Zuid-Afrika. |
|
Joeba Bootsma (1992) studeerde Franse Taal en Cultuur, schrijft zo nu en dan een recensie voor Athenaeum.nl en rondde onlangs de master Literair Vertalen af aan de Universiteit Utrecht. Voor dit nummer van Terras selecteerde ze een aantal bevindingen uit haar afstudeerscriptie waarin ze de vertaling en ‘non-vertaling’ van Alain Mabanckou in Nederland onderzocht om uiteindelijk meer inzicht te krijgen in de totstandkoming en receptie van Nederlandse
|
| |
| |
vertalingen van sub-Saharaanse francophone literatuur. Ze hoopt binnenkort een bijdrage te kunnen leveren aan de vertaling van ‘francophone’ literatuur met een fragment uit werk van Ananda Devi (Mauritius). |
|
Veerle De Bruyn (1976) studeerde voor vertaler en tolk Engels en Russisch in Brussel. Ze werkte als freelancer bij bedrijven, de overheid en voor justitie en gaf les. Momenteel werkt ze parttime in HR en dit jaar rondt ze het Postgraduaat Literair Vertalen aan de KU Leuven i.s.m. de Master Literair Vertalen aan de Universiteit Utrecht af. Zo wil ze zich verder een weg banen in de inspirerende wereld van het literair vertalen. |
|
Emma Crebolder (1942) is dichter. Zij studeerde Duits en Afrikaanse talen. Woonde enkele jaren in Tanzania. Zij publiceerde o.a. Zwerftaal (1995), de drieluik Vergeten (2010), Vallen (2012) en Verzoenen (2014). In 2018 verscheen Opsnuiven. |
|
Mbela Sonne Dipoko (1936-2009) was een romancier, dichter, en kunstschilder, geboren in Tiko, Kameroen. Hij is vooral bekend als schrijver van de bundel Black & White in Love (1972). Hij was een schrijver die zijn eigen koers voer door over liefde en andere thema's te blijven schrijven in een periode die gekenmerkt werd door antikoloniale romans en gedichten. |
|
Fatou Diome (1968) werd geboren in Senegal maar woont al bijna een kwarteeuw in Frankrijk. Als geëngageerde schrijfster vecht ze haar strijd tegen onverdraagzaamheid ook in haar boeken uit. In haar jongste boek, Marianne porte plainte! toont ze dat het concept van nationale identiteit de maatschappij verdeelt in ‘zij’ en ‘wij’, terwijl er eigenlijk doorheen de geschiedenis altijd migratiestromen zijn geweest. De auteur benadrukt de emancipatorische kracht van onderwijs, die het mogelijk maakt de strak omlijnde vakjes waartoe iemand behoort te overstijgen, vooroordelen te bestrijden en te beklemtonen dat de hele mensheid uiteindelijk hetzelfde lot deelt. In het Nederlands verschenen enkel de romans Ketela en De golven van de oceaan (uitgeverij Sirene, 2000 en 2004). |
|
Nuruddin Farah (1945) verwierf in de jaren tachtig wereldfaam met zijn trilogie over de dictatuur in Somalië. Zijn moederland is een van de terugkerende thema's in zijn werk, naast vrouwenrechten en de islamisering. Farah ontvluchtte Somalië in 1974 en kon pas terugkeren in 1996. Door de jaren heen verbleef hij in een tiental landen, momenteel woont hij in Kaapstad. In 1998 won Farah de prestigieuze Neustadt Prize, de Amerikaanse versie van de Nobelprijs. Voor die laatste wordt hij eveneens sinds jaar en dag getipt. Eind 2018 verschijnt zijn nieuwe roman North of Dawn. |
|
De joods-Amerikaanse schrijver Jonathan Safran Foer (1977) debuteerde in 2002 met het veelgeprezen Everything Is Illuminated (Alles is verlicht), een tragikomische zoektocht naar joodse roots in Oekraïne. Het werd een wereldwijde bestseller en werd verfilmd in 2005. In datzelfde jaar verscheen zijn tweede boek Extremely Loud & Incredibly Close (Extreem luid & ongelooflijk dichtbij) dat ook werd verfilmd. In 2009 volgde het non-fictie boek Eating Animals (Dieren eten). Na lang wachten verscheen in 2016 zijn nieuwste werk Here I Am (Hier ben ik) over een man die langzaam zijn gezin verliest. De schrijver doceert Creative Writing aan de New York University. Safran Foer schreef meerdere korte verhalen voor The New Yorker, waaronder ‘Love is Blind and Deaf’ in 2015, waarvan de vertaling tijdens een intensieve cursus van de Master Literair Vertalen begeleid werd door Caroline Meijer. |
|
Vicky Francken (1989) is dichter en vertaler. Samen met Kim Andringa stelde ze Terras #11 ‘Onze’ samen, waarin elf hedendaagse Franse dichters aan de Nederlandse lezer werden voorgesteld. Haar poëziedebuut Röntgenfotomodel verscheen in 2017 en werd bekroond met de C. Buddingh'-prijs en de Jo Peters Poëzieprijs. |
| |
| |
De Amerikaanse dichter Jack Gilbert (1925-2012) debuteerde in 1962 met de bundel Views of Jeopardy, die genomineerd werd voor de Pulitzer Prize en werd bekroond met de Yale Younger Poets Prize. Gilbert bracht het grootste deel van zijn leven door in een zelfgekozen literair isolement, onder meer in Italië en op Griekse eilanden. In zijn sterk autobiografische poëzie doet hij verslag van een hartstochtelijk, bijna primitief bestaan. Gilbert publiceerde weinig - zijn tweede bundel, Monolithos, verscheen pas in 1982 - en gold bij leven als een outsider, maar in zijn necrologieën werd hij geprezen als een groot Amerikaans dichter. Op twee bewerkingen door Judith Herzberg na is Gilberts werk nooit eerder in het Nederlands vertaald. |
|
Maaike Harkink (1983) studeerde Communicatie (HU), waarna ze als freelance tekstschrijver werkte. Ze volgde een premastertraject om vertalen te studeren en voltooide de Master Vertalen Engels (UU). Ze schreef onder meer een blog voor Vertaalkriebels.nl en een column voor Filter, tijdschrift over vertalen. Haar liefde voor vertalen begon toen ze betrokken was bij de totstandkoming van het Achterhoeks kinderboek Tante Rikie's onmundig mooie verhalenboek (2014) waarvoor ze Nederlandstalige teksten in het Achterhoeks vertaalde. |
|
Tade Ipadeola is een Nigeriaanse dichter, vertaler, advocaat en voorzitter van PEN Nigeria. Hij schrijft zowel in het Engels als in het Yoruba. Als literair vertaler vertaalde hij enkele klassieke romans van het Yoruba in het Engels en werk van W.H. Auden in het Yoruba. In 1996 verscheen zijn eerste dichtbundel. Met zijn vierde, de lijvige bundel The Sahara Testaments won hij de Nigeria Prize for Literature, de grootste literaire prijs in Afrika. Ipadeola stichtte met het gewonnen geld een bibliotheek in zijn woonplaats Ibadan. |
|
Sandro William Junqueira werd in 1974 geboren in Umtali, Rhodesië, het huidige Zimbabwe. Twee jaar later verhuisde hij met zijn ouders naar Portugal waar hij momenteel woont en werkt. Junqueira is schrijver en theatermaker, maar hield zich ook bezig met muziek, design en grafisch ontwerp. Naast auteur van zowel proza als poëzie en theater is Junqueira regisseur, acteur en theaterdocent. Zijn zesde roman Quando as girafas baixam o pescoço (Wanneer de giraffen hun nek neerlaten) verscheen in 2017 bij uitgeverij Caminho. De roman werd genomineerd voor de Prémio Autores en staat momenteel op de longlist van de Prémio Oceanos. |
|
Ans van Kersbergen studeerde psychologie aan de Rijksuniversiteit Utrecht en Vertaalwetenschap (Engels/Spaans) aan de Universiteit van Amsterdam. Ze is werkzaam als vertaler en redacteur. |
|
Nassor Hilal Kharusi is geboren op het eiland Zanzibar, Tanzania. Zijn eerste dichtbundel, Diwani ya Barsheba verscheen in 2014, Hisia zangu, waaruit de voor dit nummer vertaalde gedichten afkomstig zijn, kwam in augustus 2017 uit bij Medu Press op Zanzibar. Na verschillende banen drijft hij nu een zaak in Zanzibar-stad. |
|
Jur Koksma is als universitair docent verbonden aan het Radboudumc, waar hij leiding geeft aan een onderzoeksprogramma naar ‘transformatief leren’. Hij studeerde filosofie en biologie en promoveerde in de neurowetenschappen. Koksma is hoofdredacteur van het nonsenstijdschrift dodo/nododo, dat onregelmatig verschijnt en gratis is voor vrienden van het Lewis Carroll Genootschap. Samen met Joep Stapel vertaalde en becommentarieerde hij Carrolls beroemde nonsensgedicht ‘Jabberwocky’ in een uitgave van het LCG. Over hun Gilbert-vertalingen publiceerde hij samen met Joep Stapel in juni 2018 een essay in Filter. Tijdschrift over vertalen. |
|
Jennifer Nansubuga Makumbi is een Oegandese auteur die in Manchester woont en Creative Writing doceert aan Lancaster University. Met ‘Let's tell this story properly’, hier in vertaling,
|
| |
| |
won ze in 2014 de Commonwealth Short Story Prize. Haar lijvige roman Kintu, die door velen als de Grote Oegandese Roman wordt beschouwd, kreeg de Kwani? Manuscript Project-prijs in 2013. Dit jaar won ze ook de Windham-Campbell Prize voor fictie. |
|
Anne Lopes Michielsen (1989) ijvert als literair vertaler voor meer vertalingen uit het Portugees en wil auteurs uit dit wijde taalgebied ook een Nederlandse stem geven. Naast literair vertaler Portugees-Nederlands is ze projectmedewerker van het Expertisecentrum Literair Vertalen te Utrecht, redacteur van PLUK, de oogst van nieuwe vertalers en voorzitter van de Vereniging van Nieuwe Vertalers. In 2017-2019 neemt ze als vertaler deel aan het Europese CELA-project. Anne studeerde Portugees en (moderne) kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht en rondde in 2014 de onderzoeksmaster Literair Vertalen af. In datzelfde jaar mocht ze een talentbeurs van het Nederlands Letterenfonds in ontvangst nemen. |
|
Caroline Meijer is vertaler en redacteur. Ze vertaalde werk van onder meer Rachel Cusk, Vivian Gornick, Rebecca Lee, Siri Hustvedt, Patrick deWitt en John O'Hara. |
|
Saah Millimono (1981) ging naar de katholieke middelbare school St. Michael's in Monrovia, Liberia. Als freelance fictieschrijver is hij verbonden aan de Liberian Observer, waar het korte verhaal ‘Street Sweepers’ (2016), dat te lezen is in dit nummer, verscheen. In 2009 won hij met het korte verhaal ‘Broken Dreams’ de Sea Breeze Journal of Contemporary Liberian Writing's Short Fiction Prize. Zijn debuutroman Boy, Interrupted (2015) is een autobiografisch liefdesverhaal tegen de achtergrond van een Liberia in burgeroorlog anno 1989. |
|
Fiston Mwanza Mujila (1981) studeerde in de Congolese stad Lumbashi, waarna hij zijn doctoraat behaalde in het Oostenrijkse Graz. Naast zijn universitaire parcours is Mujila al jaren actief als dichter en schrijver. Hij kreeg tal van literaire prijzen, waaronder de Internationale Literatuurprijs van het Berlijnse Haus der Kulturen der Welt voor Tram 83, zijn debuutroman en internationale doorbraak die ook in het Nederlands verscheen bij De Bezige Bij. De gedichten die in dit nummer zijn opgenomen, staan in de bundel Le Fleuve dans le Ventre / Der Fluß im Bauch (2013). |
|
Ton Naaijkens is vertaler en redacteur van Filter en Terras. |
|
Charl-Pierre Naudé (1958) publiceerde tot nu toe vier dichtbundels, drie in het Afrikaans en één in het Engels. Zijn meest recente werk is Al die lieflike dade uit 2014. Zijn essays, poëzie en korte verhalen verschenen eerder in diverse Nederlandse en Vlaamse tijdschriften. In oktober 2018 verschijnt zijn debuutroman Die ongelooflike onskuld van Dirkie Verwey. |
|
Mukoma Wa Ngugi (1971) is dichter en schrijver van academische boeken en detectives. Hij is de zoon van de grote Ngugi Wa Thiong'o. In zijn nieuwe boek, The Rise of the African Novel: Politics of Language, Identity and Ownership (2018), behandelt hij de ontwikkeling van de Afrikaanse roman en de grote belangstelling voor Afrikaanse schrijvers op dit moment. |
|
Masande Ntshanga (1986) is een Zuid-Afrikaanse schrijver. Hij won de PEN International New Voices Award in 2013. Met zijn korte verhaal ‘Space’ (‘De ruimte’) was hij een van de finalisten voor de Caine Prize in 2015. Zijn romandebuut The Reactive (2014), met als hoofdpersonage een seropositieve jongeman die een moord op zijn geweten heeft, toont het complexe Zuid-Afrika waarin Ntshange's generatie volwassen werd. Het boek kreeg wereldwijd aandacht en lof. Zijn tweede roman, Triangulum, verschijnt in januari 2019. |
| |
| |
Ángela Nzambi (1971) uit Equatoriaal Guinea schreef twee verhalenbundels: Ngulsi, gepubliceerd in 2012, en Biyaare (Estrellas), verschenen in 2015. Momenteel werkt ze aan een derde bundel waarin beeldende kunst de verhalen met elkaar verbindt. Daarnaast werkt ze voor CEAR, een Spaanse organisatie voor juridische, psychologische en praktische hulp aan vluchtelingen. |
|
Heleen Oomen (1988) rondde de Research Master Literair Vertalen aan de Universiteit Utrecht af en won in 2015 een Talentbeurs Literair Vertalen van het Nederlands Letterenfonds. Haar vertaling van de roman Umami van de Mexicaanse auteur Laia Jufresa verscheen in 2017 bij Atlas Contact. Ze vertaalde verder o.a. werk van Laia Jufresa, Fabio Morábito, Diego Zúñiga en Mariana Torres uit het Spaans voor diverse literaire tijdschriften en festivals. Voor dit nummer van Terras waagde ze zich voor het eerst aan een vertaling uit het Engels, samen met haar collega-vertaler Jeske van der Velde. Naast vertaler is ze redacteur van Filter. Tijdschrift over vertalen. |
|
David Van Reybrouck is een Belgische auteur van romans, gedichten, toneelstukken, journalistieke teksten en literaire non-fictie. Zijn lijvige boek Congo. Een geschiedenis (2010) werd een bestseller en een internationaal succes. Ook zijn dwingende betoog in Tegen verkiezingen, waarvoor hij zich baseerde op zijn ervaringen in het door hem opgerichte burgerplatform voor democratische innovatie G1000, kende gehoor over de landsgrenzen. |
|
Annmarie Sauer (1947) werd geboren in Dayton, Ohio, Amerika en groeide op in Antwerpen. Ze is een gediplomeerd vertaler-tolk met als talencombinatie Duits, Engels, Frans, Italiaans en Nederlands. Het bibliofiele werk Voor Vrienden met etsen van Albert Debois was in 1985 haar eerste uitgave als dichter. Later volgden de bundels Jardin Public (1991), Werkwoorden, Werkworte, Workbook (2010) en Sporen (2012). Haar gedichten en vertalingen verschenen in meertalige anthologieën en verschillende Nederlandstalige literaire tijdschriften. Ze heeft ook non-fictie geschreven over het Zuidwesten van de VS en voerde interviews uit met Navajo, Hopi en Hualapai. |
|
Alfred Schaffer (1973) is dichter, vertaler, poëzierecensent voor De Groene Amsterdammer en werkzaam als docent aan de vakgroep Afrikaans en Nederlands van de universiteit van Stellenbosch in Zuid-Afrika. Zijn meest recente dichtbundels zijn Mens Dier Ding (2014) en het bibliofiele Postuum. Een lofzang (2016). |
|
Vamba Sherif is in Liberia geboren en deels in Koeweit en Syrië opgegroeid. Hij heeft verschillende romans geschreven, zoals De Zwarte Napoleon, De getuige, Zwijgplicht, Het koninkrijk van Sebah en Het land van de vaders. Zijn werk behandelt thema's als migratie, thuishoren, liefde, kolonialisme en de spanning tussen de gematigde en de radicale islam. Zijn romans zijn in het Engels, Frans, Duits, Spaans en het Indiase Malayalam verschenen. Over zijn werk schreef de Berliner Zeitung: ‘Sherif creëert draaikolken van Shakespeareaanse intensiteit.’ Hij werkt aan een nieuwe roman. |
|
Joep Stapel schrijft over klassieke muziek in NRC. Hij publiceerde in De Gids en in 2019 verschijnt bij Meulenhoff zijn debuutroman Kaf. Stapel zit in de redactie van dodo/nododo (tijdschrift in de geest van Lewis Carroll) en correspondeert met Jur Koksma over ‘anderlandse literatuur’ op het duoblog Arletta. Over hun Gilbert-vertalingen publiceerde hij samen met Jur Koksma in juni 2018 een essay in Filter. Tijdschrift over vertalen. |
|
Sony Labou Tansi, pseudoniem van Marcel Ntsoni, leefde van 1947 tot 1995. Hij werd geboren in wat toen nog Belgisch Congo was, maar leefde vooral in Congo-Brazzaville. Hij schreef romans en gedichten, die scherp, literair inventief, absurdistisch en grappig van toon zijn. Ook leidde hij in Brazzaville een eigen theatergezelschap.
|
| |
| |
Met zijn roman L'ante-peuple won hij in 1983 de prestigieuze Grand prix littéraire d'Afrique noire. Ondanks zijn vroegtijdige dood liet hij een groot oeuvre na en werd hij een van de beroemdste en meest vertaalde Afrikaanse auteurs, vertegenwoordiger van een nieuwe Afrikaanse literatuur. De poëzie van Sony Labou Tansi verscheen als tweede deel van SLT: L'atelier de Sony Labou Tansi, een cassette verzorgd door Nicolas Martin-Granel en Greta Rodriguez-Antoniotti (Editions Revue Noire, Parijs, 2005). Recent verscheen de indrukwekkende en definitieve tekstkritische uitgave van 1252 pagina's: Sony Labou Tansi. Poèmes, in een redactie van Nicolas Martin-Granel en Claire Riffard (CNRS Editions, Parijs, 2015). |
|
Lisa Thunnissen (1984) vertaalt uit het Spaans, met name auteurs uit Latijns-Amerika. Haar eerste boekvertaling, De cowboykampioen van Aura Xilonen, werd genomineerd voor de Filter Vertaalprijs in 2018. Daarnaast vertaalde ze werk van o.a. Eduardo Halfon en Juan Villoro (proza) en Sandra Santana en Raúl Zurita (poëzie) voor Tijdschrift Terras, Filter, tijdschrift over vertalen, en het Poetry International Festival, evenals een aantal Cubaanse verhalen voor de bloemlezing Twaalf verhalen en een Revolutie. In 2019 verschijnt haar vertaling van een roman van Halfon bij de Wereldbibliotheek. |
|
Julia Trompeter (1980, Siegburg) debuteerde in 2014 met de (bekroonde) roman Die Mittlerin. In 2016 volgde haar eerste dichtbundel: Zum Begreifen nah (eveneens bij Schöffling & Co). Zij treedt op in zogenaamde spreekduetten en doet aan de Universiteit Utrecht onderzoek naar antieke ethiek en antieke theorieën over de ziel. |
|
Han van der Vegt (1961) is vertaler en dichter. Hij heeft o.a. de poëzie van Seamus Heaney (samen met Onno Kosters) en Derek Walcott vertaald. Daarnaast schrijft hij epische poëzie, zoals bijvoorbeeld ‘Wormgoor’ en ‘De paladijnen’, beide in zijn recentste bundel Navigatiesystemen (2015). Op dit moment werkt hij aan een science-fictionroman over Julius Caesar. |
|
Jeske van der Velden studeerde Engelse Taal en Cultuur en Literair Vertalen aan de Universiteit Utrecht. Ze vertaalt poëzie en proza uit het Engels. In 2017 verscheen haar vertaling van Ken Babstocks gedichtenreeks SIGINT, een gezamenlijke uitgave van Perdu, Poëziecentrum en tijdschrift Terras. |
|
Annelies Verbeke (1976) schreef vier romans, drie verhalenbundels en boeken waarvoor ze samenwerkte met een fotograaf en een illustrator. Met Sanneke van Hassel stelde ze de bloemlezing Naar de stad samen. Verbekes werk werd in 24 talen vertaald. Ze ontving o.a. de F. Bordewijkprijs en Opzij Literatuurprijs voor Dertig dagen (2015) en de J.M.A. Biesheuvelprijs voor Halleluja (2017). Beide boeken stonden op de shortlist van de ECI Literatuurprijs. Daarnaast werkt Verbeke ook vaak voor theater, voornamelijk voor het gezelschap Wunderbaum. Dit jaar speelt hun stuk Daar gaan we weer (White Male Privilege). |
|
Tom Van de Voorde (1974) is dichter en vertaler. Hij publiceerde vorig jaar zijn derde dichtbundel Zwembad de verbeelding, alsook Beloftes van glas, een uitvoerige selectie uit de poëzie van de Amerikaanse dichter Michael Palmer. Met Staša Pavlović werkt hij aan een vertaling van de poëzie van Tomaž Šalamun. |
|
Katelijne De Vuyst studeerde Romaanse filologie aan de Rijksuniversiteit Gent en literair vertalen aan de Lessius Hogeschool, Antwerpen. Ze vertaalt Frans proza, en poëzie uit het Frans, Engels en Nieuwgrieks. Ze is de vaste vertaler van Olivier Rolin. Daarnaast is ze redacteur vertalingen van de Poëziekrant. |
| |
[achterplat]
[achterplat]
| |
TERRAS # 15 AFRIKA
€ 15,00
www.tijdschriftterras.nl
|
|