Vamba Sherif
Het gedachtegoed van Ngugi Wa Thiong'o
Tijdens de Europese overheersing in Afrika begin twintigste eeuw en vlak daarna verschenen er romans en gedichten van verschillende schrijvers die de strijd voor de onafhankelijkheid en de vrijheid van de Afrikaanse volkeren vorm en richting gaven. Je had de romans van Chinua Achebe, zoals Een Wereld valt uiteen, de toneelstukken van Wole Soyinka, die met zijn inventiviteit en beladen humor vaak met Shakespeare vergeleken werd; de romans van Camara Laye, zoals De blik van de koning; de krachtige, mythische gedichten van Christopher Okgibo - en ten slotte ook de romans van Ngugi Wa Thiong'o (1938, Kenia). Tussen de pagina's van Wa Thiong'o's vroegere romans - Weep Not Child, A Grain of Wheat en The River Between - voelde ik me thuis. De wereld die hij opriep, hoewel ver verwijderd van de mijne, was toch herkenbaar. Hier was iemand die sprak en schreef zoals ik zou willen en wiens personages liefhadden zoals ik lief zou willen hebben, in een wereld die hen dreigde kwaad te doen of te vernietigen.
Het toeval wilde dat ik deze schrijver jaren zou ontmoeten in het kader van een documentaire die ik maakte voor de VPRO-radio. De man die ik zag, zittend op een boot in de haven van Durban, was onopvallend. Hij leek niet thuis te horen in het pluche en de strakke omgeving van de boot. Terwijl anderen in glimmende schoenen en pakken rondliepen, had hij een trui en oude gympen aan: hij leek vermoeid, verloren. Enkele jaren later zou hij uit het vijfsterrenhotel waar hij logeerde gezet worden, omdat het personeel hem voor een zwerver aanzag.
Ik stelde mijzelf aan hem voor. En meteen toen hij begon te praten, zag ik de schrijver die ik altijd bewonderd heb: zijn woorden waren afgewogen en beheerst: hier zat duidelijk een literaire meester voor me.
Ngugi Wa Thiong'o sprak over het belang van het schrijven in Afrikaanse talen. ‘Je hoeft niet al je romans in je moedertaal te schrijven, Sherif,’ zei hij. ‘Begin maar klein, met een verhaal of twee.’ Ik knikte. ‘Kun je je een volk voorstellen zonder literatuur in zijn eigen taal? Wat we doen is een voortzetting van kolonialisme. We moeten ons bevrijden.’
Ngugi bleef deze gedachte herhalen, en hij verwees naar de inmiddels legendarische conferentie in Oeganda in 1962 waar zijn oproep aan Afrikaanse schrijvers om in hun eigen talen te schrijven met openlijke vijandigheid en verbazing werd ontvangen. Nog steeds nemen collega-schrijvers uit Afrika het hem kwalijk. Wat Thiong'o weigert te doen, is de realiteit accepteren. De wereld is zoals die is.
Maar de wereld is nooit zoals hij is geweest, anders zouden de Afrikaanse landen nog steeds gekoloniseerd zijn. Het tij kan nog steeds gekeerd worden, en ik geloof hem.
Dit essay van zijn zoon betekent dat zijn gedachtengoed nog steeds leeft. Zijn zoon Mukuma Wa Ngugi (1971, VS) is zelf ook schrijver, van de veelgeprezen romans Nairobi Heat (2011), Black Star Nairobi (2013), Mrs. Shaw (2015).