Lisa Thunnissen
Spaanse sporen in de sub-Sahara: over Ángela Nzambi
Ángela Nzambi en ik hebben elkaar nooit ontmoet, behalve als je ontmoetingen op virtueel briefpapier meetelt. Sterker nog: tot voor kort wist ik niet eens dat er in Afrika ook Spaans werd gesproken - ik zal het maar eerlijk bekennen. Misschien heb ik een excuus: tijdens mijn studie en daarna heb ik me vooral verdiept in Latijns-Amerikaanse literatuur. Maar ergens ten zuiden van de Sahara bleek nog een land te liggen waarop de Spanjaarden hun stempel hadden gedrukt.
Equatoriaal Guinea heeft drie officiële talen: Spaans, dat er het meest gesproken wordt, Frans en Portugees. Dat heeft alles te maken met de koloniale geschiedenis. De Portugezen waren de eersten die er voet aan wal zetten, in 1472. Zij zouden blijven tot 1777, daarna grepen de Spanjaarden de macht. Na de onafhankelijkheid van Equatoriaal Guinea in 1968 volgde er een aantal autoritaire, al dan niet gewelddadige heersers. De huidige president, Teodoro Obiang Nguema Mbasogo, voert die titel al sinds 1979. Veel inwoners ontvluchtten hun land, vooral in de jaren zeventig, vanwege de gewelddadige dictatuur in die tijd.
Daaronder waren uiteraard schrijvers: behoorlijk wat Equatoriaal Guinese literatuur is geschreven in Spanje of in een ander buitenland. De literatuurgeschiedenis van het land gaat niet heel ver terug, ‘het begin’ van de Equatoriaal Guinese literatuur wordt weleens gesitueerd in de jaren vijftig, door anderen in het begin van de twintigste eeuw. Terugkerende thema's zijn de zoektocht naar culturele identiteit, het missen van het vaderland, de onzekere toekomst, en de eigen cultuur (in het Spaans ook wel costumbrismo genoemd: beschrijvingen van het dagelijks leven, tradities en gebruiken).
Ángela Nzambi, geboren als Nanguan Ma Nzam in Lía, in Equatoriaal Guinea, en sinds de jaren negentig woonachtig in Valencia, viel me in eerste instantie op omdat ze haar onderwerpen ook zoekt in het heden, met name in haar tweede verhalenbundel Biyaare, waar het hierop volgende verhaal uit komt. Niet alleen Nzambi, of Ma Nzam, heeft twee namen, het boek kreeg eveneens twee titels: achter Biyaare staat op de kaft van het boek (Estrellas): sterren. Culturele identiteit speelt ook bij haar een rol: verschillende verhalen gaan over situaties waarin de hoofdpersonen vervreemding ervaren, vaak mensen die zich tussen verschillende culturen bevinden. De belangrijkste personages zijn vrijwel altijd vrouwen, niet zelden verschijnt er een ‘ik’ die op haarzelf lijkt. Maar wat vooral mijn aandacht trok, was dat Nzambi een zekere afstand bewaart tot haar personages, tot de gebeurtenissen in haar verhalen. Daardoor beziet ze soms het gebeurde met enige ironie, die overigens niet nadrukkelijk of expliciet wordt gebracht, en is er met name plaats voor verwondering, én voor de lezer, die de door de afstand geschapen ruimte zelf kan invullen.