| |
| |
| |
Charles Simic
Gedichten
Vertaling: Wiljan van den Akker
Charles Simic
Charles Simic is een zin.
Een zin heeft een begin en een eind.
Is hij een enkelvoudige of samengestelde zin?
Dat hangt van het weer af,
Dat hangt van de sterren daarboven af.
Wat is het onderwerp van de zin?
Het onderwerp is uw geliefde Charles Simic.
Hoeveel werkwoorden telt de zin?
Eten, slapen en neuken zijn er enkele.
Wat is het lijdend voorwerp van de zin?
Het lijdend voorwerp, lieve kindertjes,
En wie schrijft deze onhandige zin?
Een chanteur, een verliefd meisje
En iemand die solliciteert naar een baan.
Zullen ze eindigen met een punt of een vraagteken?
Ze zullen met een uitroepteken en een inktvlek eindigen.
| |
| |
| |
Mechanica voor beginners
De gigantische technische problemen die je
Tegenkomt als je jezelf probeert te kruisigen
Zonder helpers, katrollen, tandwielen
En andere slimme mechanische bedenksels -
In een kleine, kale, witte kamer
Waarin slechts een wankele stoel
Om het plafond te kunnen bereiken -
Slechts een schoen om de spijkers erin te slaan.
Afgezien van het feit dat je voor de gelegenheid
Naakt bent, zodat elke rib en spier zichtbaar is,
Je linkerhand inmiddels vastgespijkerd,
Alleen de rechter nog om het zweet af te vegen,
Om jezelf uit de overvolle asbak
Die je niet krijgt aangestoken -
En de nacht komt eraan, de verstandige nacht.
| |
| |
*
Hij had de personages in de lange roman die hij aan het schrijven was door elkaar gehaald. Hij vergat wie ze waren en wat ze deden. Een gestorven vrouw verscheen opnieuw rond etenstijd. Een colporteur kwam in Chinese kleding uit een camper. De dag dat de moordenaar geëlektrocuteerd had moeten worden, was hij bloemen aan het kopen voor een zekere Rita, die een tienjarig meisje bleek te zijn met dikke brillenglazen en vlechtjes... En zo ging het verder.
Maar voor mij deed hij helemaal niets. Ik bleef ouder en knorriger worden, wat ook de bedoeling was, in een rattig plaatsje dat hij altijd beschreef als ‘dood’ en ‘bijna niets’.
| |
| |
| |
Aan die ene daarboven
Baas der bazen van het universum.
Meneer weetal, ritselaar, touwtrekker,
En waar je ook maar goed in bent.
Vooruit, schud je nullen vannacht.
Doop de komeetstaarten in inkt.
Niet het sterlicht vast aan de nacht.
Je zou beter koffiedrab kunnen lezen,
Bladzijden van de Boerenalmanak omslaan.
Maar nee! Je stelt je liever aan
En cultiveert je beroemde sereniteit,
Zit achter je grote bureau
Met noppes in je bakje met inkomend, noppes
In je bakje met uitgaand,
En de hele eeuwigheid voor je uitgespreid.
Vind je het niet griezelig
Ze op hun knieën te horen smeken,
Aandoenlijk te sputteren,
Alsof je een levensgrote opblaaspop bent?
Vertel ze hun kop te houden en naar bed te gaan.
Doe niet net alsof je te druk bent om het te merken.
Je handen zijn leeg, evenals je ogen.
Je hoeft nergens je handtekening onder te zetten,
Zelfs al zou je je eigen naam kennen
Of geloven in die ik steeds voor je bedenk,
Terwijl ik je in het donker dit kattenbelletje schrijf.
| |
| |
| |
Autokerkhof
Hier eindigden al onze uitstapjes:
Onze vaders achter het stuur, onze moeders
Met picknickmanden op hun schoot,
Wij met open monden op de achterbank.
We reden zo de dageraad in.
Het land was vlak. Voor ons verrees een stad
Met brandende ramen van de ondergaande zon.
Dat alles verdween toen we de snelweg verlieten
En over een schemerig weiland voorthobbelden
Bezaaid met bierblikjes en snoeppapiertjes,
Tot we precies hier tot stilstand kwamen.
Eerst verloor de radiodominee zijn stem,
Vervolgens klapten alle vier de banden.
Als een nest ratelslangen
Knalden de veren uit de bekleding
En ondertussen probeerden wij kalm te blijven.
Later die nacht hoorden we gegiechel
Uit een kapotte lijkkoets - daarna, geen kik
Meer tot de dag van de Wederopstanding.
| |
| |
| |
Eenmanscircus
Goochelaar met hoeden en echte handgranaten,
Buitelaar, slangenmens, imitator,
Levend standbeeld, koorddanser, ontsnappingskunstenaar,
Amateur buikspreker en helderziende
En dat allemaal zonder te worden ontmaskerd
Ondertussen ontspannen over straat kuierend,
Koop ik op een of andere hoek een krant,
Buig me voorover om een blindegeleidehond te aaien
Of zit tegenover je vrouw aan tafel te eten
Terwijl zij doorzeurt over het weer
En jij je concentreert op een trapeze in je hoofd,
De tijgers woest in hun kooi heen en weer lopen.
| |
| |
| |
De verdere avonturen van Charles Simic
Is onze Charles Simic bang voor de dood?
Ja, Charles Simic is bang voor de dood.
Bidt hij op zijn knieën voor het eeuwige leven?
Nee, hij tekent met een krijtje een valentijnskaart.
Bleek als een pasgesneden ui,
Overdenkt hij wat hij fout heeft gedaan.
Zijn geweten, heeft hij daar veel last van?
Alleen als hij 's nachts gaat liggen om te slapen.
De hellevuren, voelt hij die dichterbij komen?
Nee, maar hij hoort de honden blaffen.
Slaat hij zijn ogen nederig op ter vergiffenis?
Haar liefde was zijn rechter, haar gramschap de jury.
Op een donkere nacht, biddend tot de Heer daarboven,
Zal zijn eigen tong hem de keel afsnijden.
|
|