Tom Van de Voorde
Elders
Wij/Zij. Niet alleen politici spinnen garen bij het al dan niet subtiel opkloppen van sociale en culturele verschillen. Elke groepering heeft in wezen zijn bestaan te danken aan een soort tribaal denken. Geen gemeenschap zonder vijanden immers. Maar in hoeverre is dit wij/zij ook een hier/daar? Hangt de kloof met de ander ook samen met een ruimtelijke kloof? En hebben de grote uitdagingen van de toekomst (migratie, ecologie, etc.) niet eerder met een hier/daar dan met een wij/zij te maken?
Deze geografische kloof laat zich vandaag sterk voelen in de manier waarop Europa zich van de rest van de wereld afzondert. Maar ook binnen Europa zijn de ruimtelijke tegenstellingen legio. Het contrast tussen centrum en periferie, stad en platteland zorgt ervoor dat allerlei plekken op de landkaart veronachtzaamd worden. Op die manier wordt een hier/daar meteen ook een ergens/nergens: er ontstaat een wij/zij dat niet alleen sociaal en cultureel maar ook geografisch is.
De Franse schrijver Didier Eribon laat dit op prangende wijze zien in Retour à Reims, dat dit voorjaar in het Nederlands verschijnt. In het boek vertelt Eribon hoe hij zijn jeugd in een arbeiderswijk aan de rand van Reims steeds heeft verzwegen voor zijn Parijse intellectuele vrienden. Het is niet alleen veelzeggend voor het klassenbewustzijn van de progressieve culturele elite, maar laat ook de gapende kloof tussen centrum en periferie zien.
Die kloof is een thema dat indirect ook opduikt in De kaart en het gebied, de voorlaatste roman van Michel Houellebecq. Hierin wordt voorspeld dat in de toekomst het Franse dorpsleven niet langer zal bestaan, maar het platteland voornamelijk zal dienen als buitenverblijf en vakantiepark voor stedelingen. Sinds een paar jaar woont voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid meer volk in de stad dan op het platteland. Deze kant van Europa is daar een extreem voorbeeld van: in het verstedelijkte gebied tussen Parijs, Londen, Brussel, Keulen en Amsterdam wonen bijna evenveel mensen als in de rest van de Europese Unie. De politieke, economische en culturele macht was van oudsher in handen van de steden, maar dat neemt niet weg dat de zogenaamde achterblijvers in deze verlaten gebieden ook een stem en verhaal hebben.
Het gros van de vertaalde literatuur komt uit metropolen als Londen, Parijs en Berlijn, maar daarmee laten we de facto het grootste deel van Europa en de niet-