| |
| |
| |
Over de medewerkers
Mathilda Banfield (1988) is literair vertaler uit het Chinees. Zij heeft meegewerkt aan verhalenbundels van Su Tong en Bi Feiyu. Samen met Annelous Stiggelbout vertaalde zij Mijn Generatie van Han Han en Ik ben geen secreet van Liu Zhenyun. Begin 2017 verschijnt Hong Kong Noir van Chan Ho-kei, ook vertaald door Annelous Stiggelbout en Mathilda Banfield. |
|
|
Breyten Breytenbach (1939) verdeelt zijn tijd tussen schrijven, schilderen en dichten (in Parijs en Girona) en het leiden en begeleiden van het door hem gestichte Gorée Institute op het eiland Gorée (nabij Dakar). Dit internationale instituut bevordert de culturele samenwerking op het Afrikaanse continent. In 2014 werd hem een eredoctoraat verleend door de Universiteit Gent. In 2017 werd zijn werk bekroond met de Zbigniew Herbertprijs. Zijn poëzie werd in de jaren zestig van de vorige eeuw in Nederland geïntroduceerd door het tijdschrift Raster. Bij uitgeverij Podium verscheen onlangs een ruime selectie uit Breytenbachs gedichten van de laatste twintig jaar, onder de titel De zingende hand. Een ruime keuze uit het vroegere werk is verschenen onder de titel De windvanger (beide uitgaven tweetalig Afrikaans/Nederlands). |
|
|
Daan Bronkhorst (1953) studeerde sinologie in Leiden en publiceerde drie bundels vertalingen van Chinese poëzie. Hij vertaalde proza van Lao She en van de Nobelprijswinnaars Liu Xiaobo en Mo Yan. Hij is werkzaam bij Amnesty International en stelde voor die organisatie sinds 1980 twintig bloemlezingen van internationale poëzie samen. |
|
|
Maghiel van Crevel is hoogleraar Chinese taal- en letterkunde aan de Universiteit Leiden. |
|
|
Jan De Meyer (1961) studeerde sinologie aan de universiteiten van Gent en Fudan (Shanghai). Hij doet onderzoek naar het taoisme en vertaalt al bijna dertig jaar Chinese literatuur, zowel poëzie als proza, zowel klassiek als modern. Van Yu Hua vertaalde hij de romans Broers (2012) en De zevende dag (2016), allebei voor De Geus. |
|
|
Reina Dokter (1953, Amsterdam) studeerde Slavische Taal- en Letterkunde met als hoofdvak Servo-Kroatisch aan de Universiteit van Amsterdam. Naast werk van Danilo Kiš heeft zij romans en verhalen vertaald van onder anderen Aleksandar Tišma, Milorad Pavić, Slavenka Drakulić en Borislav Čičovački. Voor haar vertalingen ontving zij de Aleida Schotprijs (1993) en de Martinus Nijhoffprijs (2013). |
|
|
Audrey Heijns studeerde Chinees in Leiden. Zij vertaalt Chinees proza en poëzie in het Nederlands en Engels. Haar vertalingen zijn verschenen in literaire tijdschriften zoals Het Trage Vuur, Tweede Ronde, KortVerhaal, Renditions, Exchanges en bij Poetry International. Zij is redacteur van de online database VerreTaal. |
|
|
Danilo Kiš (1935-1989) was een schrijver, essayist, dichter en vertaler. Hij werd geboren in Joegoslavië en groeide op in Hongarije. Hij was lector Servo-Kroatisch aan verschillende universiteiten in Frankrijk. Zijn werk
|
| |
| |
werd geprezen door onder meer Susan Sontag, Milan Kundera en Philip Roth. In het Joegoslavië van de jaren zeventig en tachtig was hij een omstreden schrijver, tegenwoordig wordt hij alom geëerd als klassiek auteur. |
|
|
Leung Ping Kwan (1949-2013), ook bekend onder zijn pseudoniem Ye Si, was een bekend dichter, romanschrijver en vertaler in Hongkong. Werken van zijn hand zijn onder meer de roman Jianzhi (Papierknipsels), gedichten verzameld in Gei kugua de songshi (Ode aan een bittere meloen) en Xingxiang Xianggang (Beelden van Hongkong) en de verhalenbundel Dao he dalu (Eilanden en contintenten). Daarnaast was hij als wetenschapper in de vergelijkende literatuurwetenschap verbonden aan verschillende universiteiten. |
|
|
Liu Xia (1961) is dichter, schilder en fotograaf. Ze huwde in 1996 met Liu Xiaobo, die toen in een heropvoedingskamp zat. Hij werd in 2008 opnieuw gearresteerd naar aanleiding van een democratisch manifest en daarna tot elf jaar gevangenisstraf veroordeeld. Sinds in oktober 2010 bekend werd dat hem de Nobelprijs voor de Vrede was toegekend, stond Liu Xia onder feitelijk huisarrest en had ze geen vrij contact met de buitenwereld. Na het overlijden van haar man in gevangenschap, op 13 juli 2017, is ze ‘verdwenen’. |
|
Silvia Marijnissen (1970) deed onderzoek naar de moderne poëzie van Taiwan en vertaalt Chinese poëzie en proza, zowel klassiek als modern; o.m. de bundel Berg en water, met klassieke Chinese landschapsgedichten, en de romans Kikkers en De sandelhoutstraf van Nobelprijswinnaar Mo Yan. |
|
|
Piet Meeuse (1947) is schrijver en vertaler. Was redacteur van De Revisor en Raster. Zijn meest recente publicatie is Het labyrint van meneer Wolffers (2014). |
|
|
K. Michel (1958) studeerde filosofie en publiceerde enkele proza- en poëziebundels. Hij vertaalde werk van o.a. Russell Edson, Nicanor Parra, Arthur Sze en Octavio Paz. Onafhankelijk Toneel maakte van zijn verhalen de voorstelling ‘Tingeling’. Michel was geruime tijd redacteur van Raster. In 2016 verschenen de verzamelbundel Speling zoeken en de nieuwe poëziebundel Te voet is het heelal drie dagen ver. |
|
|
Sarah Posman promoveerde in 2010 aan de Universiteit Gent met een verhandeling over Gertrude Stein. Ze is redactielid van nY, schrijft recensies en maakt vertalingen. In 2016 verscheen bij Vantilt Dichters van het nieuwe millennium, dat ze samenstelde met Jeroen Dera en Kila van der Starre, en bij Stanza Denken dat ik denk dat ik denk, waarvoor ze met Samuel Vriezen en Ton van 't Hof gedichten van Charles Bernstein vertaalde. |
|
|
Qin Sanshu (1991) studeerde vergelijkende literatuurwetenschap in Shanghai. Werd onderscheiden met onder meer de DJS-Poetry East West Poetry Prize 2015 (in de categorie ‘Jonge dichter’) en de nationale prijs voor studentendichters. Vertaalde poëzie uit het Frans en Engels van onder anderen Yves Bonnefoy, Paul Éluard, Robert Pinsky en Henri Cole, en een bloemlezing van jonge Engelse en Amerikaanse dichters. Qin is nu poëzieredacteur van een uitgeverij. Zijn gedichten verkennen de uitersten van de Chinese taal. Veel ervan is door zijn hoogst eigenzinnige keuze van woorden (karaktercombinaties) alleen in geschreven vorm te volgen. |
|
|
Daniël Rovers (1975) is schrijver en essayist. Hij publiceerde de essaybundels Bunzing en De figuur in het tapijt, en de verzameling reisverhalen De zon is het probleem niet. Als romancier debuteerde hij met Elf, gevolgd door Walter. In 2017 verscheen de roman De waren. |
| |
| |
Annelous Stiggelbout (1981) studeerde sinologie in Leiden. Na enige omzwervingen werkt ze sinds 2013 voltijds als literair vertaler. Ze heeft werk vertaald van onder anderen Yin Lichuan, Xu Zechen en Liu Zhenyun. |
|
|
Tsou Yung-shan (1975), geboren en getogen in Taiwan, woonachtig in Berlijn, zoekt in haar werk de raakvlakken tussen literatuur en kunst. Haar debuutroman, in het Frans verschenen als La Salle d'attente, beschrijft het leven van een immigrant in Duitsland. ‘Driesprong’ gaat over een kunstenaar die een dag lang een driesprong vastlegt met haar camera. Van 27 oktober tot 18 november 2017 is haar tentoonstelling Our Gaze, rondom hetzelfde thema van observatie, te bezichtigen in SinArts Gallery in den Haag. |
|
|
Annabella van Tuijl (1994) studeerde Chinese Taal en Cultuur aan de Universiteit Leiden. Momenteel rondt zij een master Chinese Linguistics af en houdt zich bezig met het vertalen van Chinees en interessante taalkundige verschijnselen. |
|
|
Laurens Vancrevel (1941) is dichter, vertaler en schrijver. Tussen 1972 en 2001 was hij werkzaam bij uitgeverij J.M. Meulenhoff. Samen met Her de Vries vormt hij de redactie van het surrealistische tijdschrift Brumes Blondes en de gelijknamige marge-uitgeverij. Recente boekpublicaties: De magnetische kracht van 17 13 (essays, 2012) en Waartoe (gedicht, 2011). |
|
|
Woo Sai Nga is een post-90 dichter uit Hongkong. Zij studeert aan de Hong Kong Baptist University, waar zij is begonnen met het schrijven van gedichten en korte verhalen. Woo publiceert haar gedichten voornamelijk in Fannou Poetry, het tijdschrift van de Fannou Poetry Society die in 2013 werd opgericht en waar zij lid van is. Met het gedicht ‘Cyclus’ won Woo de eerste prijs in de Hong Kong Youth Literary Award 2016. Bij het in ontvangst nemen van de prijs, vertelde Woo dat ze het schrijven van gedichten ervaart als een nieuwe manier van het leven ontdekken. Op mijn vraag hoe ze dat ziet, antwoordt ze dat poëzie haar ‘nieuwe ogen’ geeft, en verklaart: ‘eigenlijk is het niet zo dat ik gedichten schrijf, maar het zijn de gedichten die mij maken.’ Deze drie gedichten laten zien hoe zij zich in thema's van ‘het menszijn’ stort, zoals de inleving in het leven van een dakloze in ‘Cyclus’, een verlangen naar vrijheid in ‘Vliegtechniek’ en menselijke kwetsbaarheid in ‘Als ik de loopbrug opga’. |
|
|
Wu Ming-yi (1971) is een schrijver uit Taiwan met een sterke voorliefde voor de natuur. Zijn roman Fuyanren (2011), in het Engels vertaald als The Man with the Compound Eyes, gaat over een jongen van een eiland in de Stille Oceaan die geofferd wordt aan de god van de zee, maar hij belandt op een eiland van drijvend afval en spoelt aan op Taiwan. Het is een verhaal waarin fantasie en werkelijkheid sterk verweven zijn, met een dystopische kijk op milieukwesties. Het hier vertaalde verhaal komt uit de bundel Tovenaar op de Brug (2011), met daarin tien verhalen die allemaal plaatsvinden in een beroemd winkelcentrum in Taipei in de jaren zeventig. De tovenaar, het winkelcentrum en opgehaalde herinneringen zorgen voor een sterke samenhang in de bundel. |
|
Xi Xi, pseudoniem van Zhang Yan, werd in 1938 geboren in Shanghai en verhuisde op twaalfjarige leeftijd naar Hongkong. Haar eerste publicaties dateren al uit de jaren vijftig, maar ze werkte lange tijd als lerares op een basisschool. In 1979 ging ze met vervroegd pensioen en besloot ze zich geheel aan het schrijven te wijden. Ze heeft onder andere een roman en vele korte verhalen, gedichten en essays op haar naam staan en is een van Hongkongs bekendste schrijvers. |
|
|
Jeffrey Yang is dichter en vertaler. In 2008 publiceerde hij bij Graywolf Press The Aquarium,
|
| |
| |
dat door The New York Times werd omschreven als een duizelingwekkend slim debuut gemaakt door een bezeten dichter. Vanishing Line (2011), zijn tweede bundel, verkent de bewegingen van het verdwijnen in een lyrische collage. Hij vertaalde onder andere Liu Xiaobo's June Fourth Elegies (Graywolf, 2012) en Su Shi's East Slope (Ugly Duckling Presse, 2008). Recent stelde hij de bloemlezing The Sea is a Continual Miracle: Sea Poems and Other Writings by Walt Whitman samen (UPNE, 2017). Yang werkt als redacteur bij de uitgeverij New Directions en de New York Review Books. |
|
|
Yu Hua (1960) is een van de succesvolste hedendaagse Chinese schrijvers. Hij groeide op tijdens de Culturele Revolutie en werkte een paar jaar als tandarts. Zijn eerste twee romans, Leven (1993) en De bloedverkoper (1998), prijken allebei op een lijst van ‘tien meest invloedrijke literaire werken uit de jaren negentig’ en hij was in 2002 de eerste Chinese schrijver die bekroond werd met een James Joyce Award. Yu Hua schuwt de controverse niet en neemt geen blad voor de mond wanneer hij zich kritisch uitlaat over zijn land; sommige van zijn werken konden dan ook niet in China worden gepubliceerd. Niet verwonderlijk voor iemand die het blinde geweld en de massa-hysterie van de Culturele Revolutie mee heeft gemaakt, heeft Yu Hua oog voor de eindeloze variaties van ellende waartoe de mens in staat is. Na 2000 schreef Yu Hua nauwelijks nog korte verhalen. Het niet van humor gespeende verhaal dat hier is vertaald, stamt uit 1996 en werd opgenomen in de bundel Ik heb geen eigen naam. |
|
|
Zhou Junsheng (1989) is fotograaf. Hij is geboren in Beijing in China en verhuisde naar Praag waar hij in 2011 aan de Film and TV School van de Academy of Performing Arts studeerde. In 2016/2017 was hij deelnemer aan de Jan van Eyck in Maastricht. Solo-exposities en presentaties waaronder PechaKucha Prague Vol. 43 (Kino Aero, Praag, 2015), XING YING SHEN (Galerie Velryba, Praag, 2015), Still of Stills (Kino Art, Brno, 2015), Světlo Světlin (Ateliér Josefa Sudka, Praag, 2016), Close Studio: A Viewing (presentatie, Jan van Eyck, Maastricht, 2017). |
|
|