| |
| |
| |
Over de medewerkers
Nadine Agostini (1960) heeft verschillende poëtische werken op haar naam staan, waaronder Ariane (2015), Dans ma tête (2015) en La Doll (2016). Ze bespreekt poëzie voor het tijdschrift CCP (Cahier Critique de Poésie), en heeft lange tijd een rubriek verzorgd in het poëzietijdschrift Action poétique (1950-2012). Agostini werkt daarnaast mee aan kunstenaarsboeken en optredens, en publiceert van tijd tot tijd persoonlijke verslagen van haar ervaringen op poëziefestivals. |
|
|
Kim Andringa (1977) studeerde Frans en promoveerde in de vergelijkende literatuurwetenschap. Ze is literair vertaler uit en naar het Frans, redactielid van Terras, Septentrion en Etudes Germaniques, en universitair docent vertalen aan de universiteit van Luik. |
|
|
Ilse Barendregt (1987) is literair vertaalster en Avondenredacteur bij Stichting Perdu. Ze studeerde Franse Taal en Cultuur aan de Universiteit Leiden en de Université Paul-Valéry Montpellier III. In 2013 ontving ze een Talentbeurs Literair Vertalen van het Nederlands Letterenfonds, en in 2014 vertaalde ze de columns van Guillaume Vissac tijdens het Crossing Border festival. In 2015 rondde ze de researchmaster Literair Vertalen aan de Universiteit Utrecht af met een scriptie over Marguerite Duras. Momenteel werkt Ilse aan haar eerste boekvertaling. |
|
|
Karin Benner (1958), doctoraal Franse Taalen Letterkunde (RU Leiden), certificaten Vertaler Frans (SNEVT examens) en Literair Vertaler (VertalersVakschool Amsterdam). Woonde in Gabon en Syrië. Was tweemaal prijswinnares vertaalwedstrijd De Talen met fragmenten van Pierre Charras en Le Clézio. Was leerkracht Frans op een Britse school (BSN). Maakt deel uit van Femmes Vertaal, een groep vertaalsters, alumni Frans VVS. |
|
|
Mieke Blotenburg (1993) behaalde in 2015 haar bachelor Scandinavische talen en culturen (hoofdtaal Noors), studeerde in 2014 een half jaar in Noorwegen en volgt momenteel de Master Vertalen, eveneens aan de UvA. |
|
|
Ivar Ch'vavar (1951) is een Noord-Franse dichter die zowel in het Frans als in het Picardisch schrijft en ook in dit dialect vertaalt. Hij schrijft onder 111 heteroniemen. Deze literaire meerstemmigheid heeft onder meer geleid tot de eenmansbloemlezing Cadavre grand m'a raconté, La Poésie des fous et des crétins dans le Nord et la Picardie (Le corridor bleu, 2005).
Ch'vavar trekt graag alle registers van de taal open en schrijft onder meer vormvaste poëzie volgens door hemzelf bedachte principes. Zijn bundel Hölderlin au mirador (1998) verscheen in 2004 in een vermeerderde uitgave bij Le corridor bleu, in 2012 publiceerde Flammarion de verzamelbundel Le marasme chaussé. |
| |
| |
Kiki Coumans (1971) studeerde Nederlandse en Franse letterkunde in Amsterdam en Parijs en vertaalt Franse literatuur. Daarnaast schrijft ze essays over literatuur en vertalen en is ze redacteur van poëzietijdschrift Awater. Binnenkort verschijnen in haar vertaling verhalen van Boris Vian onder de titel De man die van het Empire State Building sprong, een dichtbundel van Yves Bonnefoy (De gebogen planken) en een Privé Domein van Colette, De eerste keer dat ik mijn hoed verloor. |
|
|
Arnaud Dudek (1979) publiceerde twee bundels korte verhalen: Copenhague en Les vies imperméables. Zijn debuutroman Rester sage (2012) stond op de shortlist van de Prix Goncourt du premier roman en werd in Nederland uitgebracht onder de titel Braaf blijven (Nobelman, 2013). Ook zijn tweede roman Les fuyants (2013) werd genomineerd voor een Franse literaire prijs. Zijn derde roman Une plage au pôle nord (2014) werd onlangs in het Duits vertaald. Begin 2017 verschijnt zijn vierde roman. |
|
|
Antoine Dufeu (1974) is onder meer schrijver, dichter, dramaturg en theoreticus. Sinds 2009 werkt hij regelmatig samen met de artieste Valentina Traïanova onder de noemer ‘Lubovda’. In 2012 richtte hij Lic op, een platform voor onderzoek, creatie en editie. Ook is hij een van de oprichters van het onderzoeksprogramma ‘Valuations’ (École Nationale Supérieure d'Art de Nancy, Cneai). Hij is bovendien mededirecteur van de onafhankelijke uitgeverij Mix, waar hij onder meer verantwoordelijk is voor de ‘collection gris’ die voornamelijk gericht is op theoretische werken. Abonder (2010) is het tweede luik (na Vinagi gotov (2009) van een meerdelig project dat hij La diagonale du vide doopte. Ook is hij de auteur van andere poëtisch-experimentele werken als SEnsemble (2008) en Nous (2006). |
|
|
Jean-Michel Espitallier (1957) is dichter, performer en muzikant. Hij was medeoprichter en redacteur van het Franse tijdschrift Java dat veel aandacht schonk aan de nieuwe poëzie in de jaren '90. In 2002 werd in dat tijdschrift ook een uitgebreid dossier aan de Nederlandse Vijftigers gewijd. In 2006 schreef hij een kritisch panorama van de hedendaagse Franse poëzie: Caisse à outils (Gereedschapskist). Espitallier publiceerde vele bundels, de laatste verscheen in 2015: Salle des machines (Machinekamer). |
|
|
Eline Lund Fjaeren (1994) is woonachtig in Bergen waar haar tweede roman, Klokken og sengen, zich afspeelt. Lund Fjaeren debuteerde in 2013 met roman Ung jente, voksen mann (Jong meisje, volwassen man). Hierin verhaalt Lund Fjaeren over de verhouding tussen een dertiger en een 13-jarig meisje. De verhouding wordt vanuit beider perspectief belicht. Niet alleen het controversiële thema, maar ook de bijzondere stijl werd geprezen door de critici. Klokken og sengen (2015) werd door Natt og Dag genomineerd voor de prijs Boek van het jaar. |
|
|
Vicky Francken (1989) is dichter en vertaler. Ze publiceerde gedichten in o.a. Hollands Maandblad en het Liegend Konijn, kreeg een Talentbeurs Literair Vertalen toegekend door het Nederlands Letterenfonds en haar afstudeerscriptie werd genomineerd voor de facultaire scriptieprijzen van de Universiteit Utrecht. Poëzie- en prozavertalingen van haar hand verschenen in tijdschriften als Op Ruwe Planken, Terras en op de website van De Gids. In 2017 zal bij de Bezige Bij haar eigen poëziedebuut met de titel Röntgenfotomodel verschijnen. |
| |
| |
Jérôme Game (1971) is een van de belangrijkste hedendaagse Franse dichters en schrijvers. Hij woont en werkt zowel in Parijs als in New York. Sinds 2000 heeft hij een vijftiental boeken gepubliceerd. Hij werkt regelmatig samen met beeldend kunstenaars, muzikanten, regisseurs en choreografen om de wisselwerking tussen literatuur en beeld, beweging en geluid te onderzoeken. Zijn werk is hedendaags en veelzijdig, zo heeft hij ook videogedichten gemaakt en draagt hij over de hele wereld voor. Zijn meest recente bundels zijn Développements (Manucius, 2015) en DQ/HK (L'Attente, 2013). |
|
|
Eric Giraud (1966) woonde in de V.S. en in zuidelijk Afrika, woont en werkt nu in Marseille waar hij verantwoordelijk is voor de poëziebibliotheek van het Centre international de poésie Marseille. Daarnaast is hij vertaler uit het Engels en dichter. Hij publiceerde onder meer de bundels Marcel ( Ed. Harpo &, 2000), La fabrication des américains, (Ed. Contre-Pied, 2006/2009) en Kolchak (Derrière la salle de bains, 2011). |
|
|
Jean-Marie Gleize (1949) was professor in de Letteren en is oprichter en hoofdredacteur van het tijdschrift Nioques. Hij werkt aan een cyclus met ‘post-poëzie’ waarvan Le livre des cabanes (2015) het zesde en voorlopig laatste deel is. Eerder verschenen onder meer Le principe de nudité intégrale (1995) en Film à venir (2007). |
|
|
Rokus Hofstede (1959), vertaler van Franse literatuur. Recente solo-vertalingen: Koningslichamen (Pierre Michon), Maigret en het dode meisje (Georges Simenon), Palmyra (Paul Veyne). Recente duo-vertalingen (met Martin de Haan): Swanns kant op (Marcel Proust), Wereld, wereld! (Régis Jauffret) (www.hofhaan.nl). |
|
|
Anne Kawala (1980) studeerde aan de kunstacademie van Lyon en publiceerde in 2008 haar eerste bundel F.aire L.a F.euille (éd. Du Clou dans le Fer). In haar werk combineert ze tekst met visuele en typografische elementen om een non-lineaire leeservaring te creëren waar haar performances, soms meerstemmig of met muzikale begeleiding, nog een extra dimensie aan toevoegen. Andere bundels van Anne Kawala zijn Part & (Joca Seria, 2011) en Le Cowboy et le poète (CD-boek met Esther Salmona, L'Attente, 2011). Au coeur du coeur de l'écrin is nog niet uitgegeven. |
|
|
Piet Meeuse (1947) is schrijver en vertaler. Hij vertaalde werk van Paul Valéry, Francis Ponge en Milan Kundera uit het Frans en van Hermann Broch en Hans Magnus Enzensberger uit het Duits. Zijn eigen werk verschijnt bij De Bezige Bij. Van 1982 tot 1991 was hij redacteur van De Revisor en van 2000 tot 2009 redacteur van Raster. In 2014 publiceerde hij de essayroman Het labyrint van meneer Wolffers. |
|
|
Henri Michaux (1899-1984), Frans dichter en grafisch kunstenaar van Belgische origine. Ter gelegenheid van een tentoonstelling van Michaux in het Stedelijk Museum Amsterdam maakte Gerrit Kouwenaar in 1964 als eerste een bloemlezing van vertaalde poëziefragmenten. Sindsdien volgden vertalingen van onder meer Laurens van Crevel, Fritzi Harmsen van Beek, Jacq Vogelaar, Piet Meeuse, Peter Verstegen, Ernst van Altena, Maarten van Buuren, Martine Vosmaer en Jan Pieter van der Sterre. |
| |
| |
Lorrie Moore (1957) is een Amerikaans auteur, vooral bekend om haar korte verhalen. Ze debuteerde in 1985 met de verhalenbundel Self Help, waarop nog twee bundels, drie romans en een kinderboek volgden. In 1998 ontving ze de O. Henry Award voor het korte verhaal ‘People Like That Are the Only People Here’ en ze kreeg in 2004 voor haar gehele oeuvre de Rea Award for the Short Story. Haar nieuwste verhalenbundel Bark: Stories (2014) stond op de shortlist voor de Frank O'Connor International Short Story Award. |
|
|
Sandra Moussempès (1965) is schrijfster, dichteres, zangeres en fotografe. Deze veelzijdigheid komt zowel in haar poëzie als in haar voordracht naar voren: haar werk is beeldend en maakt gebruik van cinematografische beschrijvingen. Ze werd geboren in Parijs maar woont momenteel in het zuiden van Frankrijk. Haar bundel Photogénie des ombres peintes (Het fotogenieke van geschilderde schaduwen) won in 2010 de Prix Hercule de Paris, een prijs die dat jaar voor het laatst werd toegekend. Haar meest recente bundel heet Sunny girls (Flammarion, 2015). |
|
|
Anne Parian (1964) woont en werkt als kunstenaar en psycholoog in Parijs. Haar werk is zeer divers, ze schrijft gedichten en prozaïsche teksten, maar werkt ook veel met video en geluid. Vanaf 1994 heeft ze diverse titels bij diverse uitgeverijen uitgebracht, waarin doorgaans veel geëxperimenteerd wordt met vorm en stijl. |
|
|
Marie de Quatrebarbes (1984), dichter en literaire duizendpoot te Parijs. Publiceerde tot nog toe drie bundels, La vie moins une minute (Lanskine, 2014), Transition pourrait être langue (Les Deux-Siciles, 2013) en Les pères fouettards me hantent toujours (Lanskine, 2012). Is redacteur van de tijdschriften série z en La tête et les cornes (http://mariedequatrebarbes.org/). |
|
|
Fabienne Rachmadiev (1985) schrijft essays en gedichten. Ze werkt aan een proefschrift over hedendaagse Russische kunst voor het project Sublime Imperfections aan de Amsterdam School for Cultural Analysis (UvA). |
|
|
Charles-Ferdinand Ramuz (1878-1847), romancier, essayist en dichter, geldt als een van de grootste schrijvers van Franstalig Zwitserland. Hij is in Nederland vrijwel volledig onvertaald gebleven. Ramuz schreef onder meer Histoire du Soldat (1920), op muziek gezet door Stravinski, het manifest Raison d'être (1914), L'amour du monde (1925) en La grande peur dans la montagne (1926). |
|
|
Olivia Rosenthal (1965) publiceerde elf romans, waaronder On n'est pas là pour disparaître (2007) en het veelgeprezen en meermaals bekroonde Que font les rennes après Noël? (2010). Daarnaast schreef Rosenthal in het kader van haar project ‘Architectuur in woorden’ twee werken die gebaseerd zijn op een specifieke locatie: Viande froide over het kunstencentrum Cent Quatre in Parijs (gevestigd in een voormalige begrafenisonderneming), en een tekst over de gevangenis La Santé. Daarnaast schreef ze ook twee toneelstukken. Rosenthal werkt ook regelmatig samen met beeldend kunstenaars, filmmakers en componisten. |
|
|
Lukas Skowroneck (1992) vertaalt uit het Engels en het Zweeds. Momenteel volgt hij de master Literair Vertalen aan de Universiteit Utrecht, met als afstudeerscriptie een onderzoek naar vertalingen van Haruki Murakami's werk in het Nederlands, Engels, Zweeds en Duits. Hij liep in 2015 stage bij Terras. |
| |
| |
Elies Smeyers (1991) behaalde na haar master in de Westerse Literatuur (KU Leuven) het Postgraduaat literair vertalen (KU Leuven - Universiteit Utrecht) en ontving in 2014 de Vlaamse talentbeurs literair vertalen (uitgereikt door de Orde van den Prince) voor de vertaling van een fragment uit The Panopticon van Jenni Fagan. Sinds oktober 2014 werkt ze aan een doctoraat over de vertalingen van Hugo Claus' toneel in het Frans (Université catholique de Louvain - UGent). In haar vrije tijd vertaalt ze wanneer de kans zich voordoet af en toe een literaire tekst uit het Engels of Frans. |
|
|
Lucien Suel (1948) is een dichter/schrijver/vertaler/tekenaar uit Frans Vlaanderen. Punk, dada en de Beat Generation beïnvloeden zijn werk, onder meer in poëtische performances met muzikale begeleiding. In zijn poëzie experimenteert hij veel met vormbeperkingen. Lucien Suel heeft ook drie prozaboeken gepubliceerd, waaronder Mort d'un jardinier (La table ronde, 2008) waaruit Terras #1 een fragment publiceerde) en La patience de Mauricette (La table ronde, 2009). In 2014 verscheen bij dezelfde uitgeverij de verzamelbundel Je suis debout. |
|
|
Paul Valéry (1871-1945) was een Frans dichter, essayist, filosoof en auteur van aforismen. Als dichter stond Valéry bekend als een exponent van de Poésie pure. Bekende werken zijn Le cimetière marin (1920, Ned. vert. Het kerkhof aan zee (2011) door Paul Claes), Monsieur Teste (1926, Ned. vert. Mijnheer Teste (1995) door Piet Meeuse) en zijn Cahiers (dagboeknotities). |
|
|
Laura Vazquez (1986) is een Franse dichteres die vijf dichtbundels bij verschillende uitgeverijen op haar naam heeft staan. De meest recente bundel is Oui. uit 2016. Behalve op papier publiceert Vazquez ook regelmatig werk op internet. Ze draagt haar werk daarnaast regelmatig live voor, soms onder begeleiding van een muzikant. |
|
|
Bart Vonck (1957) is dichter, criticus en vertaler van poëzie uit het Frans, het Spaans en het Portugees. Zijn laatste bundel, Teloor, zalig, verscheen in 2014 bij Uitgeverij P (Leuven). |
|
|
Eva Wissenburg (1990) koestert een diepe liefde voor taal, literatuur en filosofie. Ze studeerde Frans en Literair Vertalen in Utrecht en is sinds 2014 werkzaam als literair vertaler. Het liefst vertaalt ze teksten die zich op het snijvlak van literatuur en filosofie bevinden en daarnaast laat ze zich graag verrassen door het experiment. |
|
|