Lukas Skowroneck
Over ‘vijanden’ van Lorrie Moore
Lorrie Moore (1957) is een Amerikaans auteur, vooral bekend om haar korte verhalen. Ze debuteerde in 1985 met de verhalenbundel Self Help, waarop nog twee bundels, drie romans en een kinderboek volgden. In 1998 ontving ze de O. Henry Award voor het korte verhaal ‘People Like That Are the Only People Here’ en ze kreeg in 2004 voor haar gehele oeuvre de Rea Award for the Short Story. Haar nieuwste verhalenbundel Bark: Stories (2014) stond op de shortlist voor de Frank O'Connor International Short Story Award.
In haar vroege werk maakt Moore veelvuldig en verrassend effectief gebruik van de tweede persoon enkelvoud als vertellersperspectief - de hoofdpersoon is ‘jij’. Zulke taalexperimenten zijn karakteristiek voor haar werk, dat bol staat van de dubbelzinnigheid, complexe zinnen en woordgrappen. Toch blijft haar proza licht en helder, en ondanks de taalspelletjes wordt de samenhang van de tekstwereld niet verstoord. Integendeel: de taalspelletjes zijn onlosmakelijk verbonden met Moores personages, die allen met een flinke dosis (zelf)ironie door het leven gaan. Die ironische blik is hun houvast: in de verhalen van Moore lopen gesprekken dood en relaties stuk; vrienden, geliefden en kinderen vertrekken en de personages blijven verslagen achter. In hun onmacht proberen zij de werkelijkheid te vangen in humor, om zo nog enig gevoel van controle te houden. Bij Moore staat humor dus gelijk aan wanhoop, en in het grijze gebied tussen opgewektheid en wrangheid ondergaat elk personage zijn eigen privédrama.
Zo ook in ‘Vijanden’ uit Bark. Bake McCurty, een schrijver op leeftijd, leeft weliswaar een vrij onbekommerd leven, maar ook in zijn kleine conflicten schemert een lichte hulpeloosheid door. Bake bezoekt een benefietgala, waar een poging contact te zoeken met de sociale elite uitmondt in een ongemakkelijk spervuur van vragen. Bake zet de bizarste middelen in om het gesprek te redden, maar zijn excentrieke uitbarstingen maken weinig indruk en zoals we van Moore gewend zijn ligt de wanhoop, en daarmee de humor, op de loer.