Voor Terras #11 hebben we dus als een echt bondscoach-duo een elftal dichters geselecteerd - niet om hier een wedstrijd te komen spelen tegen de Nederlandse poëzie, het is geen competitie, het gaat ons zelfs niet om de vergelijking, maar om een pleidooi voor grenzeloze en grensoverschrijdende nieuwsgierigheid. Om ons leesgedrag niet te beperken tot wat we als ‘het onze’ zouden kunnen beschouwen. De titel van Terras #11 Onze moet u dan ook, u had het al geraden, op z'n Frans uitspreken.
We presenteren hier Nadine Agostini, Ivar Ch'Vavar, Antoine Dufeu, Jérôme Game, Jean-Marie Gleize, Anne Kawala, Sandra Moussempès, Anne Parian, Marie de Quatrebarbes, Lucien Suel en Laura Vazquez. Een elftal bestaande uit mannen en vrouwen, afkomstig uit Marseille tot Picardië, met levenservaring van net iets meer dan een kwart eeuw of toch al zo'n bijna 70 jaar. De bundels waaruit we gedichten hebben gekozen verschenen allemaal na 2000 - het merendeel ervan stamt zelfs uit de afgelopen vijf jaar - of zullen in een enkel geval nog moeten verschijnen: zoals het geval is voor Anne Kawala. Een representatief overzicht van de Franse poëzie van vandaag vormen ze niet, daarvoor hebben we ons te veel laten leiden door onze persoonlijke affiniteiten. Bovendien hebben we er voor gekozen alleen auteurs op te nemen van wie niet eerder poëzie in Nederlandse vertaling verschenen was. U vindt in ons dossier geen Philippe Beck, geen Nathalie Quintane, en andere namen die u misschien verwachtte. Toch stelt deze selectie een enorme verscheidenheid aan vorm tentoon. Waar er in de gedichten van de een sprake is van constrained writing (Ivar Ch'vavar: versregels van 11 woorden), wordt er door de ander flink de vrijheid genomen. De vrijheid om te experimenteren met de taal zelf, met de vormgeving en bladspiegel of met de klassieke genreaanduidingen van proza en poëzie. Er zijn verschillen, er zijn overeenkomsten. Er wordt gepraat, gedacht, gedurfd, gewaagd, met genres gespeeld en grenzen worden overschreden.
Ook Terras #11 Onze zelf overschrijdt in zijn samenstelling de nodige grenzen. Die van de Franse poëzie met proza en essays van en over Olivia Rosenthal, Arnaud Dudek, Francis Ponge, Paul Valéry en Henri Michaux. Fabienne Rachmadiev liet zich door Nadja van André Breton inspireren tot een literaire omzwerving door Parijs. De grenzen van Frankrijk met een verhaal van de Zwitser C.F. Ramuz (en op tijdschriftterras. nl vindt u bovendien een essay van Vadim Dijkshoorn over de Guyanese Léon-Gontran Damas). De grenzen van de Franstaligheid met de Amerikaanse Lorrie Moore, en de Noorse Eline Lund Fjaeren. We hebben zelfs de vrijheid genomen u nog een twaalfde Franse dichter voor te schotelen die buiten de boot van het poëziedossier viel omdat Terras al eerder poëzie van hem publiceerde: Jean-Michel Espitallier. (Lucien Suel hebt u overigens eveneens al eerder bij ons kunnen lezen, maar dat betrof toen prozafragmenten, zijn gedichten zijn nog niet eerder in het Nederlands verschenen.)