Terras. Jaargang 2015 (08-09)
(2015)– [tijdschrift] Terras– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 129]
| |
Het was verschrikkelijk.
De wind blies met de woeste kracht van een tornado.
Dakpannen en schoorstenen werden opgezogen naar de hemel
in zuilen van vergruizeld puin.
De wind in staat van waanzin gaf de stad een ander aanzicht.
Standbeelden,
huurlingen, stonden op wacht in de veroverde vesting.
Ze worstelden met trage gebaren.
| |
[pagina 130]
| |
De gelijkenis van deze beelden met de standbeelden van de stad Brussel dunkt ons toevallig.
| |
[pagina 131]
| |
[pagina 132]
| |
Ik werd wakker
met net zo'n kreet als op die dag
die allereerste dag
waarop voor mijn verbaasde ogen
mijn bewustzijn vleugels kreeg
en aan zijn gewichtige vlucht begon.
| |
[pagina 133]
| |
[pagina 134]
| |
Een klimophand
schuift open een boomgordijn
| |
[pagina 135]
| |
[pagina 136]
| |
[pagina 137]
| |
Ik geef bevel aan de andere liefde
op de andere aarde
haar ster te doen rijzen.
De geest is modern
De materie antiek
Je keukenhuid
Je wijnlip
Je tong van blauw kristal?
| |
[pagina 138]
| |
De standbeelden dalen neer, majesteitelijk
als uitvloeiende golven.
Ze hebben elkaar hun zeearm geboden,
door hun bewegingen worden de straten geboren.
| |
[pagina 139]
| |
Lang heb ik staan schreeuwen
aan de oever van mijzelf.
Waar begint de wereld
die niet eindigt?
| |
[pagina 140]
| |
(verloren gegane tekst)
| |
[pagina 141]
| |
Onzichtbaar gedierte
opgeslokt door de nacht van mijn ogen
| |
[pagina 142]
| |
Laten we door de stad wandelen, zolang
de wolf er niet is.
Wolf ben je daar?
Je hoeft hem echt niet te roepen,
hij is overal.
| |
[pagina 143]
| |
Een opdoemende geest van tule
deed mij het merg stollen, ik sloeg op de vlucht.
Ik kwam terug met de nacht van zijde.
|
|