| |
| |
| |
Éric Suchère
Niets minder merkbaar
Vertaling: Kim Andringa
1. | Een draaiing of wat uitstralende schittering, cirkelvormige banen, een zachte val die voor rookpluimen zorgt, loodrechte stromen, vlakke breuklijnen, dalingen, hier beweging, daar stilstand in wat nog troebel oplost, met differentiële snelheden in de vorm van wolken, stoom, rimpelloze plassen - een en al transparant oppervlak. |
| |
2. | Fysische elementen, constant evenwicht tussen X en Y, onderzoek van gedrag, structuren, elasticiteit van de lichamen, van de bewegingen en lichte gewaarwordingen, hun herinnering, een schaduw op, een val die zijn plaats bepaalt, zich licht maakt, polariseert en verluchtigt, een stippellijn wordt, schets van een, aanvoelend als poeder. |
| |
3. | Het bewegingloze en het bewegende of het bewegende en zijn stationaire materie, lint met uitwaaierende, zich verknopende draden, produceren verspreide vlakken met draaikolken, in een vloeiende verandering, een stroom van opeenvolgende figuren, zo plat en zo onwerkelijk als maar kan, vormen stamelend en voor altijd stilvallend. |
| |
4. | Zuiver mengsel van overwegingen en beelden in een vertroebelde, verwassen blik, een oneindige grensverlegging, een schok van dode dingen, een opstand van het onbeweeglijke, geritsel van secundaire systemen, tot ver zichtbare netvormige golven die zich onophoudelijk samentrekken en weer vervloeien. |
| |
5. | Variabelen: dampen als vaste stoffen in de bewegingloze lucht waarin alles vorm krijgt in een vlakke, homogene kleurstelling, waar niets zich minder merkbaar ontwikkelt, waar korrelige delen plaatselijke activiteit vertonen, waar het geheel zich voortdurend herschikt in een gewemel van oppervlakken. |
| |
6. | Het doordringen, het dichtknijpen dat langzaam verwijd moet worden, zonder verkramping, in de blik op, inademen, wachten, gesimuleerde slaap, elementaire, eentonige, langdurige geluiden, in het verlengde, de afwisseling, de eenwording, de transparantie en de wijziging van gezichtspunten. |
| |
| |
7. | Een voorwerp, een hand, een glas, een foto, een idee dat je terugvindt in de herinnering aan vermoeidheid, moeten worden gedacht ondanks het onbegrip, de verbloeming of de mogelijke toepassingen van een ding van niets, van zijn fabricatie, in de voortbrenging en dezelfde droom als. |
| |
8. | Een machine produceert zuchten, een snelle hartslag, in haastige bewegingen, slingering om een punt van evenwicht, een eerste idee van alle mogelijkheden, onbedwingbare abrupte veranderingen, in de overheersing van - naaktheid van de instincten. |
| |
9. | De exacte tact voelen van de druppels die vallen, breken, ontleed worden, de kloppingen, als indicatie van de inwendige verschillen, her en der, hier of daar, op het moment van de klap veranderd in wit en de massale wanordelijke beweging die ook weer dadelijk log wegtrekt. |
| |
10. | En gedachten, formules voor in het donker stilgevallen bewegingen, afschermende golven, kolkende vloeistoffen, blokken, composities, gegevens, zich ontwikkelende schetsen, worden beetje bij beetje volmaakter, illustreren zichzelf met voorbeelden en bepalen ten slotte hun identiteit. |
| |
11. | Een trillende uitschieter van korte golfjes, heel intens, regelmatig, een plaatselijk incident, vervolgens herstelt zich de eenvormigheid, de compositie verandert door het groeiende aantal details en de wijzigingen in kleurstelling of waarde - verticaal georiënteerd. |
| |
12. | Een interval, oneindige of eindige periode die afloopt, afstand neemt, inkeert, zoals de gedachte in gevoel vervalt, slechts voor heel korte tijd opnieuw alom aanwezig wordt, in alle dingen behalve haarzelf, in wat dan ook. |
| |
13. | Ontelbare, zwakke schijnsels en geluiden, onderbreking van, bleke veranderingen, opwekken van de omloop van vloeistoffen, elektrische vonkenregens, ideeën die onder het lopen opkomen. |
| |
14. | De eentonige transformatie in massiviteit, volkomenheid, in het slotgeruis van de ineenstorting, een geheel van lucht doordrenkte trilling in de vrij lichte beweging. |
| |
15. | Verplaatsingen waarin alle waarden anders worden: licht, lucht, geuren, de zwaartekracht, architectuur, natuurrampstellingen. |
| |
| |
16. | De verzamelingen, rook, spreiding, vluchtige systemen, onderbrekingen, onbetekenende stiltes, te subtiel, te kwetsbaar, die erdoor glippen ondanks dat. |
| |
17. | Verzamelingen, afwijkingen van, tijdelijke systemen, geluidloze al te broze onderbrekingen, zelfs al: doorgang. |
| |
18. | Reis waarbij alle waarden veranderen: licht, lucht, geuren, zwaartekracht, architectuur, natuurrampstellingen. |
| |
19. | De massiviteit van eentonige transformatie, in de volkomenheid, het geruis van de ineenstorting, de trillende lucht doordrenkt van een vrij geringe verstoring. |
| |
20. | Ontelbare, dempen van de lichten, zwakke geluiden, onderbreking, fletse veranderingen, opwekking van de omloop van vloeistoffen, opborrelende ideeën, toekomstige vonken onder het lopen. |
| |
21. | Een eindig of oneindig interval dat afloopt, zich terugtrekt, terugkeert, zoals de gedachte in gevoel vervalt, voor heel korte tijd niet opnieuw de aanwezigheid krijgt, van alle dingen buiten haarzelf tot iets anders. |
| |
22. | Een zeer intens trillende uitschieter, regelmatig, een eenvormig plaatselijk incident waarvan de compositie verandert door het groeiende aantal details en de wijzigingen in kleurstelling of waarde - in verticale richting. |
| |
23. | Gedachten, bij vlagen stilgevallen formules, woelige vloeistoffen, blokken... vormen beetje bij beetje een gegeven ontleend aan zijn ontwikkeling, zijn vervolmaking, dat als voorbeeld dient en ten slotte zichzelf een identiteit verleent. |
| |
24. | De precieze tact opvangen van de vallende druppels, gebroken, stuk, kloppingen die een indicatie zijn van inwendige verschillen, hier en daar, hier of daar, op het moment van de klap, onduidelijke bewegingen, in de dadelijk opgevangen inslag. |
| |
25. | Een machine die zuchten produceert, in haastige beweging voortgebrachte ritmes, slingering van het evenwicht... geven een eerste indruk van alle mogelijke abrupte veranderingen, overwegend onbedwingbaar - is enkel naakt instinct. |
| |
| |
26. | Een voorwerp, een gezicht, een foto, een idee dat je terugvindt in het geheugen van, en daaraan denken, ondanks de misverstanden, de mogelijke verhulling of de onbeduidende toepassingen van dat iets, in de fabricatie, de productie en zelfs dromen dat. |
| |
27. | Doordringen, dichtknijpen dat langzaam ontvouwen moet worden, zonder spanning, rekening houdend met het inademen, het wachten, in de gesimuleerde elementaire geluiden, eentonig, lineair, één gemaakt, in de wisselende transparantie en gezichtspunten. |
| |
28. | Variabelen als sterke walmen in de bewegingloze lucht waarin alles wordt gevormd in een vlakke, homogene kleurstelling, waar niets zich minder merkbaar ontwikkelt dan wanneer de korrelige delen plaatselijke activiteit vertonen, waar het geheel zich voortdurend herschikt in een wemelend oppervlak. |
| |
29. | Zuivere overwegingen en mengsel van beelden in een vertroebelde blik, een oneindige grensverlegging, de schok van dode dingen, een opstand van het onbeweeglijke, een geritsel van secundaire systemen, van ver geziene netvormige golven die zich onophoudelijk samentrekken en weer verlopen. |
| |
30. | Stationair lint en bewegende materie waarvan de draden verspringende lagen vormen, heel vloeibare wervelingen, opeenvolgende echt platte vormen uitstromend in stamelende vormen die voor altijd stilvallen. |
| |
31. | Natuurkundig: het constante evenwicht tussen X en Y, methodes, structuren, de elasticiteit van de lichamen en lichte gewaarwordingen, de herinnering aan een schaduw op, een val die zich, gepolariseerd en verluchtigd, verplaatst, een stippellijn wordt, schets, aanvoelend als poeder. |
| |
32. | Draaiingen, invloed van cirkelvormige bewegingen, zacht vallen dat rookpluimen veroorzaakt, loodrechte stromen, dalingen, hier en daar beweging, op te lossen, nog vertroebeld door gekartelde wolken, stoom, rimpelloze waterplassen - de transparantie van hun oppervlak. |
|
|