Terras. Jaargang 2013 (04-05)(2013)– [tijdschrift] Terras– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 84] [p. 84] Wim Brands Vallen en breken en maken Mijn vader viel vaak. In een doorsneeweek zag ik hem tijdens de avondmaaltijd van zijn stoel vallen, hoorde hoe hij op zijn werk van een ladder viel en op een station tussen de trein en het perron. Ik heb hem nooit zien vallen tijdens het lopen. Zijn lopen was uitstellen. Uitgesteld vallen. Wat hij brak tijdens zijn leven: zijn rechterarm (negen keer) een been. Ik weet niet meer welk been. Ik kan het ook niet meer vragen. Hij verhing zich. Brak hij toen zijn nek? Ik vraag het me opeens af, nu ik dit schrijf maar ik durf het niet te vragen. En aan wie? Ik heb hem een keer gevraagd wat hij voelde toen hij ontwaakte na een toeval. [pagina 85] [p. 85] Ik weet niet of ontwaken het goede woord is. Hij schudde met zijn hoofd, alsof hij zich wilde bevrijden van een strop. Hij grijnsde toen hij verderging met wat hij opeens leek te bedenken: het bakken van een ei. Hij brak de schaal, en gooide een klont boter op het ei. Ik zie ons weer staan: Ik die het niet kon laten hem te wijzen op de foute volgorde van maken, hij met een gezicht waarop een lach doorbrak die ik niet kon thuisbrengen: een te oude dooier die in de pan glijdt. Vorige Volgende