Over de medewerkers
Pip Adam (Nieuw Zeeland, 1970) debuteerde in 2010 met de verhalenbundel Everything We Hoped For (Victoria University Press). Ze volgde de studie Creative Writing aan de Victoria University in Wellington en is daar nu promovendus.
Mischa Andriessen (1970), publicatie: Uitzien met D (poëzie, 2008). Schrijft over beeldende kunst en muziek.
Kim Andringa (1977) vertaalt naar en uit het Frans; o.a.: Éric Suchère, Oppervlakte(s) (poëzie, 2006), Lucebert, Apocryphe (met Henri Deluy, poëzie, 2005), Tsjêbbe Hettinga, De mer et d'au-delà (poëzie, 2006), F. van Dixhoorn, Séries (poëzie, 2009).
Patrick Beurard-Valdoye werd geboren in het Territorium Belfort, maar ziet zelf het moment waarop hij in het Ierse Cork besloot om dichter te worden als het begin van zijn leven. Hij doceert aan de Kunstacademie in Lyon en publiceerde een twintigtal boeken en bundels. Na een verblijf in Berlijn in 1982 begon hij aan zijn ‘Cycle des exils’ die tot nu toe bestaat uit Allemandes (1985); Diaire (2000), Mossa (2002), La Fugue inachevée (2004), Le Narré des îles Schwitters (2007) en het te verschijnen Gadjo-Migrandt.
De Zwitserse auteur Arno Camenisch, geboren in 1978 in Tavanasa, Graubünden, oogstte veel lof met zijn Bündner-trilogie die bestaat uit de romans Sez Ner (2009), Hinter dem Bahnhof (2010) en Ustrinkata (2012) en is uitgegeven door Urs Engeler. Hij studeerde aan het literatuurinstituut in Biel en schrijft poëzie, proza en toneel in zowel het Duits als het rhetoromaans. www.arnocamenisch.ch
Kiki Coumans (1971) vertaalde proza van o.a. Philippe Sollers, Colette, Elie Wiesel en Virginie Despentes, en poëzie van o.a. Yves Bonnefoy en Nathalie Quintane. Verder is ze redacteur van poëzie-tijdschrift Awater en schrijft ze over literatuur en vertalen voor Filter en 8weekly.nl
Arthur de Smet (1957) vertaalde romans en korte verhalen van schrijvers als Austin Clarke, Andrea Levy, David Mitchell en A.L. Kennedy, en non-fictie van o.a. Alice Albinia en Diarmuid Jeffreys. Zijn laatste gepubliceerde vertaling is De zwenking van Stephen Greenblatt over de terugvondst van Lucretius' leerdicht De rerum natura.