De tempel der zanggodinnen(1750)–Anoniem Tempel der zanggodinnen, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op de doot van Roosemondt. Vois: Ziet hoe gelukkig zyn ze dan. VAarwel ô Roemberuchte stadt, Die my eer schafte vreuchde, nu droevig tranen nat, Myn Rosemond is doodt, Begraven in uw schoot, Wat ramp is ooit zoo groot? Indien 'k my lyden klagen kon, Wat hert zou door myn zuchten niet smelten tot een bron? Door duyzent rampen heên, Had ik die Maagt verbeên, Nu laat ze my alleen. 'k Ga over Berg, door bosch en dal, Myn Lief haar doot beschreyen tot ik haar volgen zal; Wat klaag ik myn verdriet? De Nimfjes van de vliet, Behagen 't zuchten niet. Vorige Volgende