Het groote Tafereel der dwaasheid(1720)–Anoniem Tafereel der dwaasheid, Het groote– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina *69] [p. *69] Opkomts, Midden en Geen Eynde van den door trapte Jan Lauw. Nu Lauw ziet dat de Goude schyven Verminderen en agter blyven Haat hy parys gelyk de pest En neemt syn afscheyd op het lest. Hy denkt myn maag is vol gelaaden Myn haaring wil hier niet meer braaden 't Is best dat ik van hier vertrekt Eer dat men my met slage dekt. Vervloekte Geldzugt fel gebeeten Om wees en weeuwen bloed te eeten Vervloekte vond die snel en gauw Bedagt is van den booswigt Lauw. Had hem de Duyvel ingeswolgen Wanneer dien deugniet heel verbolgen Syn list bedagt soo had de staat Nu niet geseten desolaat. Maar nu het kansje is verkeken En 't gelt uyt beurs en sak gestreken Nu wouw men wel om kweet niet wat Dat men syn gelt en beurs weer hadt. De hoop op winst die is vervloogen En als een schim uyt yders oogen De Dwaasheyt toont nu op het best Hoet quaad syn meester loont op't lest. De grootze staat vervloekte nukken Mag nu haar veeren wel uytplukken En dryven rouw terwyl Hoe hoogmoed een den val komt bîen Soo wel gepraat gedigt geschreven En saam gelapt en saam geweven Het blyve dog gelyk men seyt De Actie kraam is ydelheydt. Vorige Volgende