Het Taelverbond. Jaargang 7(1851-1852)– [tijdschrift] Taelverbond. Letterkundig Tydschrift, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 533] [p. 533] Myn dorpje, door Josef Van Assche. Ach! welk een smart Grieft my het hart, Sints ik uit 't liefelyk dorp ben geweken, Heil en genot Waren myn lot, Toen my de krankheid die gunst kwam verbreken. Hier heeft het oog slechts met muren te doen; Ginds had ik bergen, en vlakten en groen! Hier heeft men vaek Alle vermaek; Toch dwael ik liever rond de eenzame stulpjes; Daér woont een maegd, Blozend als de aegt, Schoon als het roosjen en rank als de tulpjes. 't Maegdeken zucht by de bloemekens fyn: ‘Mogt hy welhaest in ons dorpeken zyn!’ Doktor, kom aen, Ach! laet my gaen; Waerom nog langer myne afreis vertragen? 'k Voel my thans goed, Bly is 't gemoed By het vooruitzicht van heilryker dagen. Hier prangt verveling myn harte zoo moê; Ginds, in myn dorpje, lacht alles my toe! Gent, July 1852. Vorige Volgende