nieuwe uitgave talryke veranderingen en vermeerderingen gemaekt, om het werk in overeenstemming te brengen met de laetste ontdekkingen en voornamelyk met het grootsche werk van Carl Ritter. Zie hier de 4 afdeelingen waeruit het bestaet:
I. | De aarde beschouwd als wereldlichaem en in de gevolgen harer betrekking tot de andere wereldlichamen. |
II. | De aarde beschouwd in de algemeene eigenschappen van hare natuerlijke gesteldheid. |
III. | De aarde beschouwd in de natuerlijke verhouding van de bijzondere deelen harer oppervlakte. |
IV. | De aarde beschouwd in de bijzondere gesteldheid, welke zij, ten gevolge van de willekeurige bepalingen en door de werkzame hand der menschen verkregen heeft. |
De aerdrykskunde is in onze vlaemsche provincien niet zeer beoefend, om dat er aen goede werken in dit vak ontbreekt. - Het aengekondigde boek, waervan de prys (2 guld. 40 c.) zeer gering is, kan die gaping vullen.
Oud-Nederlandsche verhalen, uit den kring der gedichten, aan Karel den Grooten gewijd; in nieuwe form overgebracht door Jos. Alb. Alberdingh-Thym, Amsterdam, 1851 8e; met 4 platen, door Dujardin; prys: 3 guld. 90 c. - Dit werk houdt in: Carel en Elegast, de Vier Heemskinderen, Willem van Oranje, Floris en Blancefloer.
Een lief en aerdig boek dat wy in de bibliotheek van elken letterminenden Vlaming zien wenschten. De heer Alberding-Thym is, gelyk men weet, een vurig bewonderaer der middeleeuwsche letterkunde. Door zyne Gedichten uit de verschillende tydperken der Noord- en Zuid-Nederlandsche literatuer, Amst. 1850, in-18o, heeft hy ons eene bloemlezing uit de beste gedichten van onze vroegeren letterschat gegeven. Nu heeft hy getracht, en wel met veel geluk, zyne studiën over de oude tael en letterkunde op de hedendaegsche toetepassen. Zyne Verhalen munten door de eenvoudigheid en naïveteit uit, die de middeleeuwsche gewrochten kenschetst, en hy heeft dikwyls niet geaerzeld, vooral in de Heemskinderen, oude spraekvormen te gebruiken, gelyk du en dyn, en de zelfwoorden der zwakke verbuiging altyd met eene slot-e te schryven: den knape, den boge, den zone, de tale, de kerke, de poorte, de schale, de hope, enz. De expletive en die in onze volksprake nog leeft draegt ook niet weinig by, om zyner rede eenen stempel van naïeveteit te geven; by voorbeeld: ‘Dat Reinout nog sliep en daeraf niet en wiste; ik en geve myn zone niet,’
Volks Almanak voor Nederlandsche Katholieken, in het jaar des Heeren 1852, byeen gebracht door Jos. Alb. Alberdingh-Thym en H.J.C. Van Nouhuys, in-16o, bevat proza en gedichten van hollandsche en vlaemsche schryvers, onder anderen: De krygen van Karel den Grooten tegen de Saksen, een belangryk verhael van prof. David, gedichten van Rofdyk, van Duyse, van Beers, Dautzenberg, enz.
Algemeene Mythologie of Goden- en Fabelleer van alle volkeren der aarde; in twee deelen. Naar de beste bronnen bewerkt, door M.S. Polak. Eerste deel; Amsterdam, by J.M. Meijer, 1850, in-8o, vi en 108 bladz.; prys: 1 gulden 10 cents.