- Ja, maar ik ben van Mahonijhout! - zeî de Top, - en de stadvoogd heeft zelf mij gedraaid; hij heeft zijne eigene draaibank, en het was hem een groot vermaak!
- Ja, kan ik daarop betrouwen! - zeî de Bal.
- Dat ik nooit zweepslag meer krijge, in gevalle dat ik lieg! - antwoordde de Top.
- Gij spreekt zeer wel voor u! - zegde de Bal; - maar ik kan toch niet; ik ben zoo goed als half verloofd met eene zwaluw! Ieder maal dat ik naar de wolken ga, steekt zij het hoofd uit het nest en zegt: - Wilt ge? Wilt ge? - en nu heb ik inwendig ja gezegd, en dat is zoo goed als eene halve verloving! maar ik beloof u, ik zal u nooit vergeten!
- Ja! dat zal veel helpen! - zeî de Top, en zoo spraken zij niet meer tegen elkander.
Den volgenden dag werd de Bal opgenomen; de Top zag hoe hoog hij in de lucht op voer, als een vogel; men kon hem eindelijk in het geheel niet meer zien; ieder maal kwam hij weder terug; maar hij maakte altijd eenen hoogen sprong, wanneer hij de aarde roerde; en dat kwam of van verlangen, of omdat hij eenen prop in 't lijf had. Den negenden keer bleef de Bal weg en kwam niet meer terug; en de knaap zocht en zocht, maar weg was hij.
- Ik weet genoeg waar hij is! - zuchtte de Top, hij is in het zwaluwenest, en hij is met de zwaluw getrouwd!
Hoe meer de Top daaraan dacht, des te meer werd hij voor den Bal ingenomen; juist omdat hij hem niet kon krijgen, daarom nam de liefde toe; dat hij eene andere genomen had, dat was daarbij het bijzondere; en de Top danste rond en snorde, maar altijd dacht hij aan den Bal, die in zijnen geest hupscher en hupscher werd. Alzoo verging menig jaar - en dan was het eene oude liefde.
En de Top was niet jong meer! - maar op zekeren dag werd hij heel en al verguld; nooit had hij er zoo heerlijk uitgezien; hij was nu een gouden Top en sprong dat hij snorde. Ja, dat was iets! maar eens sprong hij te hoog en, - en weg was hij.