Pryskamp van een dichtstuk op de dood der koningin der Belgen
Elkeen herinnert zich nog met droefheid dat op 11 october 1850, onze teêrgeliefde Koningin overleed.
Ten einde die droevige gebeurtenis in het geheugen te houden, schreef de koninklyke Akademie van België een pryskamp uit, om de deugden van Maria Louisa te vereeuwigen en de droefheid des lands, over haer verlies, af te schetsen. De regters waren de heeren Snellaert van Gent, David van Leuven en Bormans van Luik.
Twintig stukken werden ter mededinging ingezonden, waer tusschen een Hollandsch.
Het Hollandsch stuk, geschreven door den heer Bogaers van Rotterdam, werd het volmaektste en het beste gekeurd.
Onder de overige mededingende gedichten merkte men met welgevallen het stuk des heeren Jan Van Beers op, 't welk daerom gezamentlyk met het stuk van den heer Bogaers, door den bestuerder dezes tydschrifts is uitgegeven.
De gedichten, aldus door den druk bekend gemaekt, kunnen door elkeen beoordeeld worden; en het algemeen gevoelen des publieks is dat de regters der koninklyke Akademie van Belgie zich bedrogen hebben, en dat het gedicht van den heer Bogaers den eersten prys niet verdient.
By zulken algemeenen roep rekenden wy het ons ten pligt, het volgende artikel, dat de algemeene denkwyze, onzes bedunkens, redelyk wel uitdrukt, eene plaets te verleenen.
De Redactie.