Het Taelverbond. Jaargang 5(1849)– [tijdschrift] Taelverbond. Letterkundig Tydschrift, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 271] [p. 271] Ganzeklacht. Een liedeken, door Prudens Van Duyse. ‘Myn voorgeslacht, hoe log en vet, Heeft Romes Kapitool gered, Wen Gaulers lagen op hun luimen: Ook vierde Rome my, en thans.....’ Men zal u altyd pluimen, O arme Gans; Schreeuw dan op uw gemak maer uwe ellenden uit. Men zal u altyd pluimen, Ja, pluimen totter huid. ‘Voor wat myn vaedren dorsten doen, Verdiende ik kruisjen, of blazoen. De Gauler moest de streek ontruimen: Voor nachtverrade bleef geen kans.’ Men zal u altyd pluimen, O arme Gans; Schreeuw dan op uw gemak maer uwe ellenden uit. Men zal u altyd pluimen, Ja, pluimen totter huid. [pagina 272] [p. 272] ‘Viert m'ergens kermis in 't gehucht, Men hangt baldadig me in de lucht, En kluppelt me, onder 't bier aen 't schuimen; Myn eerlyk bloed betaelt den dans.’ Men zal u altyd pluimen, O arme Gans; Schreeuw dan op uw gemak maer uwe ellenden uit. Men zal u altyd pluimen, Ja, pluimen totter huid. ‘Baron de Pauw blinkt aen het hof; Graef de Ezel maekt het ook te grof, En moet de kamers niet ontruimen; Hy prelasseert vol gloor en glans.’ Men zal u altyd pluimen, O arme Gans; Schreeuw dan op uw gemak maer uwe ellenden uit. Men zal u altyd pluimen, Ja, pluimen totter huid. ‘M'her Baviaen toont daer zyn kunst, En wint der hovelingen gunst, Die 's lands belangen..... niet verzuimen, Vrouw Kwakkel praet er mooi..... in 't fransch.’ Men zal u altyd pluimen, O arme Gans; Schreeuw dan op uw gemak maer uwe ellenden uit. Men zal u altyd pluimen, Ja, pluimen totter huid. Vorige Volgende
Auteursrechtvrij Auteursrechtvrij Auteursrechtvrij
Auteursrechtvrij
Auteursrechtvrij