Het Taelverbond. Jaargang 4(1848)– [tijdschrift] Taelverbond. Letterkundig Tydschrift, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 602] [p. 602] Het witte hert, door J.F. Brouwenaar. Er gingen drie jagers op jagen uit, En wenschten het witte hert zich ten buit. Zy legden zich onder den dennen boom, Daer hadden die snaken een zeldzamen droom. de eerste Ik droomde zoo, 'k sloeg op het kreupelbosch, Daer snelde het hert fluks er uit, hosch, hosch! de tweede. En als het er uitsprong, by 't honden geblaf, Daer brandde ik het fiks door de huid, pif, paf! de derde. En het lag daer geveld op den grond, aha! Toen blies ik zoo lustig den hoorn, trara! Zoo lagen ze en snapten van droomery.... Daer vloog hen het schuchtere hert voorby. En eer nog ons drietal het zag of dacht, Sprong ginder het hert over heuvel en gracht. Hosch, hosch! pif, paf! trara! Naer Uhland. Brussel, 30 october 1848. Vorige Volgende