zich in de verbroedering (Union médicale, zoo heette het genootschap) opschryven. Dan, was het doel edel, het schynt dat de inzichten der oproepers wel iets te wenschen overlieten, want, het werd weldra ruchtbaer dat zy, met eenige Walen hunner vrienden, van zin waren de bestiering des genootschaps zichzelven toe te eigenen. Hieruit ontsproot eene wederwerking der vlaemsch geboren brusselsche geneesheeren, en, daer deze in meerderheid waren, gelukte het hun, op den dag der kiezing des bestuers, in hetzelve eene groote meerderheid van Vtamingen te benoemen. Dit was een hevige en onverwachte slag voor de waelsche klik; ook hoorde men als uit éénen mond het wanhopig geroep: ‘Les Flamands l'emportent!’ de vergaderzael doordaveren.
Onder diegenen welke zich het meest bemoeid hadden om de vlaemsche wederwerking te doen zegepralen, muntte vooral de heer Van Swygenhoven, een der opstellers der Gazette Médicale belge, uit. Dit was genoeg om hem den haet der waelsche coterie op den hals te halen, en daer hy in de kiezingen tot geheimschryver des genootschaps benoemd was geworden, werd die wrok nog heviger.
Op het oogenblik nogtans was er aen geene wraek te denken; zy werd verschoven. Het nieuwe genootschap ging zoo goed als slecht, zynen gang, maer geen jaer was er verloopen, of door kuiperyen, listen en lagen, had men het den heer Van Swygenhoven zoo moede gemaekt, dat hy besloot zyn ontslag als geheimschryver te geven. In dit besluit bleef hy volherden, schoon hem de eer eener herkiezing te beurt viel. Met hem gaven nog andere Vlamingen hun ontslag van den raed des bestuers en deze viel eindelyk in de handen der Walen, met dit gevolg dat weldra het getal der leden van over de honderd tot op een dertigtal versmolt.
Zoo stond het met de zaken, toen in het begin dezes jaers, dit klein overblyfsel eens talryken genootschaps, besloot eene Voorzieningskas voor geneeskundigen op te rechten. Het gedacht was goed, maer de middelen van uitvoer waren niet aenneemlyk. Het brusselsch genootschap, namelyk, zou den baes gespeeld hebben over al de geneeskundigen des lands; deze zouden zich hebben moeten vergenoegen met jaerlyks te betalen, en wanneer ze in armoede vervielen, konden ze aen het brusselsch bestuer eene aelmoes gaen bedelen. De Gazette Médicale belge deed de ongepastheid dezer voorwaerden aen hare lezers kennen, zy beoordeelde de grondstelsels van de opgeworpen voorzieningskas met alle betamelykheid, maer, met dit gevolg, dat geen enkel geneesheer der provinciën tot gemelde kas wilde toetreden.
Die mislukking deed de woede der waelsche klik te berge ryzen, en daer de heer Van Swygenhoven een der opstellers der Gazette Médicale belge was, dacht zy het oogenblik gekomen haren ouden wrok op dien heer uit te werken.
Zy belegde te dien gevolge eene buitengewoone vergadering der Union médicale, in de welke zonder dagvaerding, zonder bepleiting, zonder eene der voorafgaendelyke voorwaerden welke het reglement voorschryft, den heer Van Swygenhoven uit het genootschap gesloten werd. En dat nog niet genoeg zynde om hare wrake te koelen, deed de klik, het proces-verbael dier uitsluiting drukken, en stuerde een exemplaer van hetzelve aen alle geneesheeren des lands, en zelfs aen de familie, aen de vrienden en kennissen van den heer Van Swygenhovon.
Ziedaer wat blinde wraek vermag; alle gevoelens van eer, van wellevendheid treedt zy onder den voet, de geschreven wetten eens genootschaps scheurt zy aen stukken - maer ook - wat zy niet voorzag, aen de Union médicale bragt zy den doodsteek toe; en - de brusselsche voorziening-kas ligt in duigen.
De heer Van Swygenhoven daerentegen bevindt zich gaef en ongeschonden. Het uitgespogene venyn der waelsche coterie heeft hem geenszins benadeeld; integendeel, het heeft hem nog meer en meer de achting zyner weldenkende kunstbroeders verworven.
Het overige kunstnieuws, de aengekondigde en verschenen werken zullen in de volgende aflevering geplaetst worden.