| |
| |
| |
Kunst- en letternieuws.
- Men schryft uit 's Hage, 14 July:
‘De tweede klasse van het Koninglyk Nederlandsche Instituet van Wetenschappen, Letterkunde en schoone Kunsten heeft zich onlangs gewend tot het Ryksbestuer, ter wering zoo veel mogelyk en afschaffing van eene hier te lande heerschende gewoonte, die inzonderheid den briefstyl belemmert en daeruit alle losheid en gemakkelykheid verbant. Terwyl de Franschen en Engelschen in hunne brieven geen andere titels gebruiken dan die van welke zy zich in hunne gesprekken bedienen, wordt by ons met Edel Groot-Achtbaerheden, Hoog en Wel-Edel-Gestrengheden, Hoog-Welgeborenheden en vele dergelyke, in het ligchaem der brieven, de styl overladen en verduisterd. En daer de voormelde woorden vrouwelyk en de persoonen, aen welke de brieven gerigt worden, meestal mannelyk zyn, ziet men zich telkens in den moeijelyken tweestryd gebragt, om of, by eene nauwgezette opvolging der taelregelen, door het gebruik van vrouwelyke voornaemwoorden in den derden persoon van het werkwoord stuitend, zoo niet eenigzins belagchelyk te worden, of, ondanks beter weten, tegen de tael zelve te zondigen.
De klasse aen welke bepaeldelyk de bewaring en zuivering der Nederlandsche tael by openbaer gezag is aenbevolen, heeft geoordeeld aen hare roeping te voldoen door het indienen van een adres aen den Minister van Binnenlandsche zaken, waerby zy de aendacht der regering op dit punt heeft gevestigd, en in overweging gegeven, om door voorbeeld en aendrang by anderen, eene meer eenvoudige titulatuer in het ligchaem der brieven in te voeren, waerdoor eenvoudigheid en gemakkelykheid in den briefstyl zouden bevorderd zyn, en tevens een niet onbelangryke wenk zou gegeven worden, dat ook het ryksbewind het belang onzer schoone moedertael allezins ter harte neemt. Zy zag zich met een uitvoerig antwoord des Ministers op hare voordragt vereerd, waerin hy betuigt de strekking daervan volkomen goed te keuren, en zich bereid verklaert om
| |
| |
mede te werken ter bereiking van het voorgestelde doel; naer zyn oordeel echter zullen zoodanige afzonderlyke poogingen weinig vermogen tegen eene gewoonte, die, reeds zoo lang hier te lande, als het ware, burgerregt verkregen heeft, en niet wel anders dan langzaem gewyzigd zal kunnen worden, naermate, men by den voortgang der ware beschaving het verkeerde van die omslagtigheid al meer en meer zal inzien.’
By het kennisnemen van bovenstaende berigt zullen onze lezers zich welligt de vraeg doen hoe het komt dat onze Noordnederlandsche stambroeders er niet eer op bedacht zyn geworden om perk en palen te stellen aen eene zoo aenstootende gewoonte. Niets is er meer gedwongen, onnatuerlyker en, zeggen wy het ronduit, belagchelyker dan hunne wydloopige en holklinkende titulatuer. Wy, Vlamingen, zeggen sinds eeuwen her eenvoudig weg. ‘Mynheer ‘Mevrouw’ voegen er hoogstens de hoedanigheid van den aengesprokene by, en dryven de plegtpleging niet verder. Hierin ten minste hebben wy noch op het voorbeeld der Engelschen, noch op dat der Franschen moeten wachten. Mogt de tweede klasse van het Instituet in haer welgemeend ondernemen ten volle slagen. De Noordnederlandsche briefstyl zou er ongetwyfeld niet min beleefd, maer voorzeker wat min vervelend by worden.
- Den 16 July jl. stierf te Londen de vermaerde advocaet J. Leycester Adolphus, schryver der History of the reign of George III, welke slechts onlangs met het uitgeven van derzelver 7de boekdeel voltooid werd; alsmede van The political state of the British Empire, in 4 boekdeelen; van de Biographical memoirs of the French Revolution, en van The life of Bannister, in 2 boekdeelen.
- Den 10, 11 en 12 oogst jl. was de stad Bonn met vreemdelingen opgepropt en onder deze vreemdelingen bevonden zich meest al de beroemde toonkunstenaers van Europa. Deze kwamen eene welverdiende hulde bewyzen aen een der verhevenste en krachtigste geniën die ooit den scepter hebben gezwaeid in het ryk der toonkunst, aen Ludwig van Beethoven. By de onthulling van het standbeeld des grooten meesters waren er vier gekroonde hoofden tegenwoordig. De beperkte ruimte waerover wy beschikken kunnen, laet ons niet toe eene breedvoerige beschryving der Bonnsche feestelykheden mede te deelen. Wy zullen ons dan bepalen met onze lezers te waerschouwen tegen de zoogenoemde compte-rendus welke onze journalen uit de fransche bladeren hebben overgenomen. Een dezer journalen en wel namelyk le Précurseur heeft te dezer gelegenheid een koppel zeer lange en zeer dikke ezelsooren verdiend, daer het, zonder de minste teregtwyzing, een feuilleton van M. Castil-Blaze heeft overgenomen, waerin de schryver van Fidelio bestendig von Beethoven wordt genoemd. Een antwerpsch blad zou ten minste moeten weten dat Ludwig Van Beethoven de zoon van eenen Antwerpenaer was, en dat er hier ter stede nog meer dan een bloedverwant van den grooten toonkunstenaer leeft.
- Uit Munchen, 24 july. Onder alle de meesterstukken welke onze Pinacotheek van den grooten Rubens bezit, is zeker de slag der Amazonen een der uitmuntendste. Dit tafereel is dezer dagen van den Hr bestierder Langer met even zooveel kunde als omzigtigheid gerestaureerd. Als het tafereel uit den lyst genomen
| |
| |
werd, waer het nu reeds meer dan 70 jaren in berustte, werd men gewaer dat er langs de vier zyden meer dan 2 voet beschilderde doek was bedekt gebleven, zoo dat er meer dan een figuer gedeeltelyk ongezien en dus ook ongekend was. Dat was des te meer schade daer het tafereel van geenen al te grooten omvang is. Zoo als de Amazonen-slag nu is, kennen wy slechts een werk van den grooten meester dat wy met dat geniale gewrocht zouden durven gelyk stellen. - Ook te Antwerpen bestaet er een slag der Amazonen in het kabinet van den Hr. Van Lamoen. De liefhebbers en kunstkenners houden het voor een ander origineel, en doen opmerken dat het Rubens meer dan eens gebeurd is een en het zelfde onderwerp andermael op eene niet zeer verschillige wyze te behandelen. Wat ons, buiten de echte kunstweerde en de meesterlyke uitvoering van dit stuk, nog aenport om in dat gevoelen te deelen, is de bezonderheid dat de strydende persoonen alle het zweerd in de linkerhand dragen, zoodat het hoogst waerschynlyk is dat Rubens het bedoelde tafereel uitsluitelyk voor de gravuer bestemd had.
- De beeldhouwer Schwanthaler is gelast met het verveerdigen van een kolossale standbeeld (12 voet) van den onlangs afgestorven koning van Zweden (Bernadotte). Het is hier voor de stad Norköping bestemd, moet tegen den aenstaenden herfst vaerdig zyn en zal hier in brons gegoten worden.
- Uit Munchen, 7 Oogst. Sedert zeven jaer hebben wy hier geene openbare pronkzael voor beeldende kunsten meer gehad, en juist daerom wacht iedereen met de grootste belangstelling op degene welke den 25 Oogst staet geopend te worden. Boven die welke van onze kunstakademie uitgingen, heeft de aenstaende tentoonstelling nog het voordeel dat ze niet bloot weg eene plaetselyke zal wezen; maer te gelyk is ingerigt om eene algemeene te worden. Wat nog dient te worden aengemerkt, is dat ze zal plaets hebben in het nieuwe en grootsche gebouw dat de milddadigheid van onzen kunstlievenden en dichterlyken vorst met het uitsluitelyke doel heeft doen aenleggen om het voor kunst- en nyverheids-pronkzael te laten dienen en dat hier dan ook ten hoogste toe geschikt is. Daerby valt de opening dezer feest der kunst juist op een tydstip waerop het verkeer van vreemdelingen te Munchen nog zeer druk is, en duert zelfs nog voorts na ons october-feest dat van heinde en verre vele menschen naer onze hoofdstad lokt.
Het schynt dat er niets is verzuimd geworden om onze pronkzael tot eene der glansrykste te maken. Aen meer dan 300 buitenlandsche kunstenaers zyn er uitnoodigings briefkens toegestuerd, en in geval de vlaemsche en fransche scholen niet zoo veeltallig mogten vertegenwoordigd worden als het wel te wenschen ware, dan kan men zulks wel aen geene andere oorzaek toewyten dan aen de brusselsche pronkzael welke ook dit jaer, en jammer genoeg! byna gelyktydig plaets heeft. Wordt echter de onze niet zeer beduidend dan toch zal ze zeer belangwekkend zyn. Kan men uit het reeds aengemelde en aengekomene een besluit trekken, dan mag men ook de gegronde hoop voeden hier de hoofdrigtingen der europeesche kunst vertegenwoordigd te zien door meesters die zich reeds eenen achtbaren naem hebben
| |
| |
weten te maken. Onder de fransche kunstenaers noemen wy enkel den historieschilder Schnetz, bestierder der fransche Akademie te Rome, de HH. Jules Ziegler en Claude Jacquand, dan nog Biard, Aligny, Mozin, Garnerey, Rubio, Hostein, Rémond en eindelyk Marochetti, de beroemde italjaensche beeldhouwer die te Parys verblyft; en Audry, Forster, Henriquet Dupont en anderen die met dezen als koperplaetstekers beroemd zyn. Van wege de vlaemsche kunstschilders is ons veel toegezegd doch voor 't oogenblik zullen wy slechts de namen doen kennen van hen die reeds eenig werk hebben ingezonden. Het zyn Maes, Schotel, Ad. Jones, Stroof [?] en Melzer. Ook van vele Deensche, Engelsche en Italjaensche kunstenaers zyn ons bydragen beloofd. Dusseldorp, Berlin, Weimar, Dresden, Frankfurt, Brunswyk, Nurenberg, Weenen en Salzburg en daerby Zurich, Basel en Constanz, zyn buiten Munchen, de duitsche steden die ons het meest hebben opgeleverd; wy bezitten namelyk werken van W. Wach, Achenhach, Steinbrück, Wilhelm Schirmer, Deger, Völker den bloemschilder, Bernhard, Neher, C. Vogel, Teichs, Ahlborn, Pezold en anderen. Van de duitsche schilders die te Rome verblyven, hebben er vele hunne gewrochten naer hier verzonden. Naer alle gissing zal de beeldhouwkunst voortreffelyk vertegenwoordigd zyn en, om noch van Schwantaler en zyne school, noch van andere munchener beeldhouwers te gewagen, zullen wy slechts zeggen dat er werken aenwezig moeten zyn van Luigi Ferrari, te Venetië; Marochetti te Parys; Gibson, Emil Wolff en Peter Schöpf, te Rome; E. Wichmann en Aug. Wredow, te Berlin; en Theod. Wagner, te Stuttgart. - Men betreurt hier algemeen dat de vlaemsche school, die des te meer opgang zou maken daer ze om zoo te zeggen met de onze de kunst uit een gansch tegenovergesteld oogpunt beschouwt, ons geen grooter getal gewrochten en inzonderheid geene gewrochten van hare beste meesters heeft toegestuerd.
- In den loop der maend july was Dr Franz Kugler, professor aen de kunstakademie te Berlyn, in Munchen aenwezig. Deze schryver die met zich zyn treffelyk Handbuch der Kunstgeschichte en andere schriften over het vak der kunstgeschiedenis, eenen roemvollen naem heeft verworven, was op last van het pruisische staetbestuer naer Munchen gereisd om zich aldaer van naderby bekend te maken met de inrigting der kunstakademie, welke binnen kort op eenen gansch nieuwen voet staet verregeld te worden. Ook schynt het dat er aen het reglement der berlynsche kunstakademie beduidende veranderingen zullen worden toegebragt. Die zelfde professor is over eenige maenden te Antwerpen geweest, en heeft by de antwerpsche akademie meer dan een maetregel geboekt om denzelve by de berlynsche in te voeren. Men weet dat onze akademie jaerlyks 50,000 fr. te verteren heeft; het pruisische staetsbestuer zal voortaen aen de berlynsche akademie eene jaerlyksche toelage van 100,000 thalers of 375,000 fr. uitbetalen.
- Wy lezen in de beyersche dagbladen dat er op 8 July jl. te Wunsiedel, de geboorteplaets van Jean Paul (Frederik Richter) een gedenkzuil ter eere van dezen grooten en eigenaerdigen duitschen schryver is ingehuldigd. Dit monument staet juist voor het huis waerin de vereeuwigde geboren werd.
| |
| |
- Beijeren is niet alleen een der schilderachtigste gewesten van Duitschland, ook is het met betrekking tot den ouden en jongeren kunstzin zyner steden belangryk. Wat Antwerpen in België is, is ook Munchen in Duitschland, de voornaemste zetel der beeldende kunsten; en, zonderling genoeg, voeren de beide steden dezelfde vlag (wit en rood). Wy hebben dus meer dan eene reden om ons met Beijeren nader bekend te maken, vooral wanneer men inziet dat Beijerens steden meest alle met Duitschland middeleeuwsche geschiedenis in het nauwste verband staen. Onze lezers zullen dan niet zonder belangstelling vernemen dat er tegenwoordig te Munchen een aenvang is gemaekt met het uitgeven van een prachtig Album dat de werkweerdigste gebouwen en zigten der beijersche steden zal vervatten.
De eerste aflevering ervan behelst de gebouwen en zigten van Nurenberg, eene stad die tot heden toe heur middeleeuwsch karakter nagenoeg ongeschonden en in alle deszelfs pracht behouden heeft.
| |
Verschenen werken.
- Analogies linguistiques. Du Flamand dans ses rapports avec les autres idiômes d'origine teutonique, par P. Lebrocquy. - Bruxelles, Van Dale, 1845. Un vol. in-8o 500 pp. fr. 6 Dat hoogstbelangryke werk waerin een grondige geleerdheid gepaerd gaet met eenen bevalligen en onderhouden styl, zal in eene der eerste afleveringen van het Taelverbond met eenige breedvoerigheid beoordeeld worden. Ondertusschen maken wy het ons tot eenen pligt het onzen lezeren op zyn dringendste aen te bevelen. Dat boek moet niet alleen het Vade-mecum van allen echten vaderlandsvriend worden; maer ook van al wie zich hier te lande met het aenleeren en bestudeeren der levende talen bezig houdt.
- De zesde aflevering van Dr Firmenich's belangryke werk ‘Germaniens Völkerstimmen.’ is dezer dagen verschenen: ze vervat de dialecten van Meurs, Duisburg, Elberfeld, Crefeld, Keulen, enz., De toekomende aflevering zal naer alle waerschynlykheid de Nederlandsche dialecten opgeven.
- Verwoesting van Maestricht, historische tafereelen uit de XVIe eeuw, door Ecrevisse schryver der Teuten. Antwerpen, Buschmann, 1845. 2 boekd. in-8o van ongeveer 225 bladz. elk. Prys fr. 5.
- Handleiding voor het aenvankelyk onderwys in de Nederduitsche tael, ten gebruike der onderwyzers in de lagere scholen, door J.B. Courtmans, professor by 's Ryks Normaelschool te Lier. - Gent by T. en D. Hemelsoet, 1843, in-12o, 85 bladz. - Dit nuttige werkje onderscheidt zich door eenvoudigheid en klaerheid in de voordragt, door goede schikking der verhandelde stoffen en vooral door eene zeldzame volledigheid van het geheel. Als alle de werkjes van den yverigen professor, verdient deze Handleiding den lof van een wel doordacht en hoogstdoelmatig schoolboek te zyn.
| |
| |
- Korte verhandeling over den gregoriaenschen zang, door Edward Gregoir, Jr. professor aen 's ryks Normaelschool te Lier. - in-8o prys fr. 0.50 - Toonstelkunde door den zelfde. 1845. in fol. - Antwerpen, Brussel en Gent, by alle muzykhandelaers. Antwerpen by J. Meerens, opvolger der Gebrs Schott. - Sedert eenigen tyd wordt de gregoriaensche zang hier te lande met eenen vernieuwden yver bestudeerd. Voor den kerkzang en inzonderheid voor de godgewyde hymnen ten hoogste geschikt, heeft hy reeds in veel onzer tempels de gewoone muzyk vervangen, en wel niet zonder goed gevolg. Des al niet te min zyn de grondbeginsels van dezen zang slechts ontoereikend gekend zelfs van zulke persoonen welke standshalve verpligt zyn er nader mede vertrouwd te worden. Het werk van den H. Gregoir komt derhalve ter goeder ure. Wy hebben het met aendacht onderzocht en durven het in volle vertrouwen aenbevelen voor zulke persoonen die zich de grondregels des koorgezangs zouden willen eigen maken.
De verhandeling over de Toonstelkunde is ongetwyfeld voor alle muzykanten dienstig, maer voor de organisten is het vooral van een onmiskenbaer nut. Met de eenvoudigste duidelykheid worden er de grondbeginsels der bromstem en der begeleiding in blootgelegd; de voorgeschreven regels worden met welgekozen voorbeelden gestaefd en met eenige keurige modellen verklaerd.
Rome, 2 augusty. Heden is alhier in 35 sterke boekdeelen in 8o een werk verschenen zoo als er welligt geen ander letterdom in Europa bezit, namelyk het: Dizionario di erudizione storico-ecclesiastica da san Pietro sino ai nostri tempj. - Dat historisch-godgeleerde boek komt uit onder den naem van den cavaliere Moroni die er met andere uitstekende theologanten en geschiedkundigen heeft aen gearbeid. De echte ontwerper daervan is toch wel niemand anders dan Z.H. de Paus Gregorius XVI zelve, die, nog prelaet zynde, het plan ervan reeds had opgesteld en, naer het schynt, geen gering aendeel tot de nadere bewerking heeft bygedragen. Deskundigen spreken met den allerhoogsten lof van dat woordenboek. - Z.H. heeft het in Itaeljes volkstael laten verschynen. Mogten de verachters van Belgiës volkstael eens ernstig op dat hooge voorbeeld nadenken!
| |
Aengekondigde werken.
- Om in october aenstaende te verschynen: 1o De Slootmaker van Sint-Pol, of de Ontslagen Galeiboef, tooneelspel in 3 bedryven. 2o Caravagio, 1599, Tooneelspel in 3 bedryven. 3o Angelo, dwingeland van Padua, tooneelspel in 3 bedryven, door Victor Hugo. Deze drie stukken, vry gevolgd naer het fransch, door den heer B. Van Eeckhoven, boekbewaerder en orchestmeester der Maetschappy Jong en leerzugtig te Antwerpen, zullen een boekdeel in-18o uitmaken. De prys voor Antwerpen is fr. 2.25; voor elders fr. 2.50. Men schryft in by Karel Oberts en verders by de voornaemste boekhandelaren des ryks.
- Om dezer dagen te verschynen: Jan de Eerste, een historisch drama in 5 bedryven, door F. Roelants en Korn. Verbruggen. Dit gewrocht heeft in den
| |
| |
letterkundigen kampstryd, door de maetschappy Broedermin en Taelyver uitgeschreven, den eersten prys behaeld. Een fraei boekdeel. Prys fr. 1. Men schryft in te Gent by Hoste.
- Jacob van Artevelde. - Karel de Stoute. Twee onbekroonde dichtstukken uit de pryskampen van Gent en van Antwerpen; door Th. van Ryswyck. Prys fr. 1. Men schryft in te Antwerpen by J.-E. Buschmann, K. Oberts, Vrouw Jonghmans, Ch. Froment en by de voornaemste boekhandelaren des ryks.
- De Organist. Verzameling van orgelstukken, verschynende alle maenden, te beginnen met october aenstaende, onder het bestuer van den Hr Edward Gregoir. Prys fr. 7 's jaers. By alle muzykhandelaers.
- Fabelen van La Fontaine, in nederduitsche verzen gesteld, door Ad. Hoofs. Professor aen het Aertsbisschoppelyk Seminarie te Neer-Waver. Het werk zal verschynen in vier deelen. Elk deel van ongeveer 120 bladzyden, is afzonderlyk te verkrygen ten pryze van fr. 1-25. Men schryft in te Antwerpen by J.-E. Buschmann en by de voornaemste boekhandelaren des ryks.
- Keus van Fabelen uit La Fontaine, ten gebruike der jeugd. 1 Deel. - Prys fr. 1. Men schryft in te Antwerpen by J.-E. Buschmann en by de voornaemste boekhandelaren des ryks.
|
|