Het Taelverbond. Jaargang 1
(1845)– [tijdschrift] Taelverbond. Letterkundig Tydschrift, Het– Auteursrechtvrij
[pagina 137]
| |
Het vooroordeel in België
| |
[pagina 138]
| |
Hoe is het mogelyk dat de nationale hoogmoed, het gevoel onzer eigene weerdigheid niet opstaen tegen de vooroordeelen welke ons verpletten, tegen de hoonende uitdagingen, welke de Franschen ons dagelyks in het aenzigt werpen? Het is omdat wy verblind zyn door de gewoonte - door die slavengewoonte, welke de magt van den leeuw voor de hand van een kind doet bukken. Dat de Belgen eens en vooral de oogen openen; dat zy hunne eigene krachten beproeven en er op durven betrouwen! Een diep en regt oordeel is in de schoone kunsten, honderd mael meer weerd dan den ligtzinnigen en babbelenden geest, waerop de Franschen zoo trotsch zyn. Heeft de Belg in sommige gevallen niet alle de gaeuwigheid en levendigheid zyner naburen, hy gaet toch met meer geloof en standvastigheid voorwaerts in de eens gekozen baen. De Franschman heeft eene buigbaerheid van geest, die hem tot het ondernemen van alles bekwaem maekt; maer deze buigbaerheid zelve dwingt hem alle dagen van smaek en van grondbeginsels te veranderen. De Belg bezit zulke bewegende natuer niet: hy heeft iets van het overdenkend karakter der Duitschers; hem viel de standvastigheid ten deel, die kostelyke gave, welke voor de werken des geestes tot de grootste dingen opleidt. Het geen de kunsten doodt en haren voortgang het meest verhindert, is de verandering welke de wispelturige mode onophoudend in de regelen van het Schoone veroorzaekt: de wetten van het Schoone zouden nochtans eeuwigdurend moeten zyn. Parys is de droeve bron dier bedervende modes, dier schadelyke veranderingen, welke de fransche ligtzinnigheid dagelyks voortbrengt. Indien de Belgen hun vernuft niet lieten bederven door de gevaerlyke voorbeelden ons door Parys gegeven; indien zy, aen hun zelven overgeleverd, de gelukkige gaven welke hun geschonken zyn ten nutte maekten, geen twyfel of zy zouden met deze uitstekende hoedanigheden, - gevoegd by de magtige standvastigheid, welke de Franschen niet bezitten, - zich in kunsten en letteren verre verheffen boven hunne geestige en al te waenwyze lasteraers. Ik zeg het nog eens tot myne landgenooten: Durft, durft u betrouwen op uwe eigene krachten, vergeet de belagchelyke vooroordeelen, die u vernederen en de ontwikkeling uwer vermogens beletten............................................................. Wel aen, muzenzonen, dichters, schryvers van België, zingt gy ook uw krygslied; werpt het schandelyk juk van uwe schouders en wreekt indien gy kunt den hoon aen uw vaderland en aen uw zelven gedaen! |
|