Tabu. Jaargang 28
(1998)– [tijdschrift] Tabu– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 162]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een ondode kategorie: de genitief
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 163]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Des X-s: predicatieve genitievenEr zijn oude genitieven die alleen als naamwoordelijk deel van het gezegde worden gebruikt. Een voorbeeld is des duivels: Hij was des duivels = hij was als een duivel (zo kwaad). Meer in het algemeen vindt men af en toe genitieven, altijd van de vorm des X-s, met de algemene betekenis typerend voor een X. Dit gebruik is niet van vandaag of gisteren, zoals een paar voorbeelden laten zien:
Overigens zijn deze voorbeelden allemaal erg eenvormig: het naamwoord is steeds een functieaanduiding, en behoort tot de klasse van naamwoorden die zonder lidwoord als predikaatnomen kunnen optreden:
Als ik me niet vergis dan is het gebruik van predicatieve genitieven lange tijd tot deze categorie van naamwoorden beperkt gebleven. De laatste jaren valt echter in journalistiek taalgebruik een sterke uitbreiding van de mogelijkheden van predicatieve genitieven waar te nemen. De volgende selectie van gebruiksgevallen moge dit illustreren:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 164]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
We zien nu dus ook voorkomens van [-human] naamwoorden in de constructie, inclusief recente leenwoorden als soap en woorden met een van oorsprong vrouwelijke uitgang als televisie, alsook eigennamen en letterwoorden. Verder valt aan de gegeven voorbeelden op hoezeer de constructie beperkt is gebleven tot journalistieke teksten - in tal van opzichten dé bron van nieuw en spraakmakend taalgebruik. De verzameling van voorkomens is te klein om er verdergaande conclusies over eventuele restricties op de constructie op te baseren. Ron van Zonneveld suggereert dat woorden die eindigen op een -s niet goed klinken in deze constructie (?het is des neus om verstopt te raken), maar voorbeeld (20) hierboven laat zien dat dit geen absolute eis kan zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Grammaticale status van de DES Xs constructieIn de vorige paragraaf heb ik wel duidelijk gemaakt dat de aloude genitief (mannelijk enkelvoud definiet) terug van weggeweest is. Maar is het nog wel een genitief? Sterker nog, is het eigenlijk wel een naamval? Genitieven die gebruikt worden als predikaatnomen behoren in ieder geval tot de algemene kategorie van inherente of semantische naamvallen. Ze worden niet toegekend door werkwoord of voorzetsel, maar drukken in eerste instantie een betekenis uit. Dit blijkt ook wel uit het feit dat ze in het Middelnederlands uitzonderingen vormen op de regel van naamvalscongruentie: normaliter congrueert het predikaatnomen met het onderwerp in naamval (zie bijv. Van Gestel e.a., 1992). De naamval van het predikaat-nomen is een structurele casus, die niet door rectie maar door congruentie wordt toegekend. Een predikaatnomen in de genitief echter congrueert niet met een onderwerp in de genitief. Het levert daarmee een goed voorbeeld voor de stelling dat structurele casus het aflegt tegen inherente casus. Indien dus de moderne des Xs-constructie een naamval is, dan is het zeker een | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 165]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
inherente naamval. En dan ligt het in de rede om het een genitief te noemen. Toch blijft dat iets vreemds hebben. Een genitief kan men op diverse manieren karakteriseren. Semantisch moet de genitief in ieder geval (o.a.) een bezitsrelatie kunnen uitdrukken. Anders zal men toch eerder van een partitief, een ablatief, een instrumentalis of iets dergelijks spreken. Syntactisch moet de genitief in eerste instantie een attributieve bepaling bij een zelfstandig naamwoord markeren. Geen van beide eigenschappen is echter hier van toepassing. De constructie drukt nooit bezit uit, vgl.:
En de constructie is nooit attributief:
Het lijkt er dus op, dat er geen dringende reden is om uit te gaan van een genitief, of zelfs maar van een naamval (want er is al even weinig reden om van een datief, ablatief of iets dergelijks te spreken). Ondanks de eenduidige herkomst van de constructie blijft het daarom zeer de vraag of de des X-constructie wel een genitief is. Er is m.i. geen sprake van een bescheiden herleving van de naamvallen, maar van een oude vorm met een nieuwe functie. Naar ik meen is de des X-constructie daarin niet uniek. Men zou met evenveel recht ook kunnen zeggen van adjectivale groepen op -s (iets dergelijks, iets heel erg ondeugends, niets menselijks) dat ze teruggaan op een oude (partitieve) genitief, maar dat thans niet meer zijn. Immers, de partitieve genitief van vroeger is elders geheel verdwenen, vgl. *een ons gehakts, *een uur rijdens, *een pond drops. De vele intrigerende syntactische eigenschappen van de adjectivale constructie zijn niet zonder meer te herleiden tot die van een genitief (voor een overzicht van die eigenschappen, zie Broekhuis en Strang 1996, Hoeksema 1998). Iets dergelijks kan men zeggen van de constructie tot infinitief+s toe: tot bloedens toe, tot vervelens toe, tot gek wordens toe, tot barstens toe etc. Hoewel de herkomst van deze constructie enigszins duister is (zie Royen 1947), en tot gewoonlijk geen genitief regeert in het Middelnederlands, zal er wel sprake zijn van een genitief -s. Maar ook hier is er geen reden om aan te nemen dat we te maken hebben met een uithoek van de grammatica waar als in een soort Jurassic Park de aloude naamvallen nog in leven zijn. De conclusie is dan ook dat de oude vorm van de oude genitief van het mannelijk enkelvoud herleeft, zonder dat daarmee ook de genitief zelf een comeback aan het maken is. Dracula staat niet op uit zijn kist, maar is gereïncarneerd in een andere functie. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 167]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie
|
|