Tabu. Jaargang 20
(1990)– [tijdschrift] Tabu– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 187]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onderzoek naar de uitspraak van het Engels door slechthorende leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2 ProcedureIn het voorjaar van 1987 zijn alle scholen bezocht die zich hadden aangemeld voor het onderzoek. Tijdens die bezoeken werden de leerlingen individueel in een aparte ruimte met zo weinig mogelijk achtergrondlawaai | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 188]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
getest en werd hun spraak op cassette opgenomen. De gebruikte uitspraaktest bestond uit vier delen: een woordenlijst waarin alle Engelse klanken voorkwamen, een aantal Engelse zinnen, cartoons aan de hand waarvan in het Engels een verhaaltje verteld moest worden en een korte Engelse tekst om voor te lezen. Het was onmogelijk gebleken de Engelse klanken te testen in alle posities in het woord waarin zij zouden kunnen voorkomen aangezien we wat betreft het vocabulaire gebonden waren aan die woorden die in àlle gebruikte lesboeken van het eerste studiejaar voorkwamen (en er dus niet erg veel woorden te kiezen waren). Daarnaast wilden we de aan te bieden tekst zoveel mogelijk van tekeningen voorzien (en niet alle woorden zijn even duidelijk af te beelden). Bovendien wilden we de test niet langer dan 15 minuten laten duren, in de eerste plaats vanwege de belasting voor de leerling zelf, in de tweede plaats vanwege de verstoring van de dagelijkse gang van zaken op een school die dit soort activiteiten met zich meebrengen en in de laatste plaats vanwege de beschikbare tijd voor de transcripties en de analyses. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3 Enige resultatenEen eerste vergelijking wees uit dat de twee groepen (normaal- versus slechthorend) niet zozeer verschillen voor wat betreft welke (groepen) Engelse spraakklanken moeilijk gevonden worden, maar wel voor wat betreft de manieren waarop die (groepen) spraakklanken gerealiseerd worden. Een voorbeeld zal dit duidelijk maken. De Engelse klank /g/ als in dog, good, ago is moeilijk voor beide groepen, maar de normaalhorenden wisselen [g] af met [k] terwijl in de slechthorende groep negen verschillende realisaties waargenomen werden: [k, g] afgewisseld met substituties en vervormingen van verschillende aard. In een eerder verschenen artikel (Kuipers-Alting, 1988) worden de realisaties van de Engelse spraakklanken door 22 leerlingen beschreven (11 VSO, 11 Regulier). De geteste spraakklanken waren verwerkt in de eerder beschreven losse woorden, aangeboden op schrift met een afbeelding voor visuele ondersteuning. Vaak wordt bij het bepalen van afwijkingen gekeken naar eventuele omissies van klanken (bijvoorbeeld [tup] in plaats van [stup] in stoep), naar addities ([sətup]), naar substituties (als in [tit] in plaats van [dit] voor dit) en naar vervormingen (een ‘gesliste’ versie van stoep, bijvoorbeeld). Bij de 22 in het artikel besproken slechthorenden werden 29 omissies geteld, 58 addities, 602 substituties en 226 vervormingen. Voor de normaalhorenden waren dat 11 omissies, 6 addities, 503 substituties en 63 vervormingen. Voor de transcriptie van de realisaties moesten we een keuze maken uit een aantal transcriptie-systemen. Aangezien we nogal wat interferentie waarnamen vanuit (verschillende accenten van) het Nederlands moesten we naast het Engelse systeem ook een systeem gebruiken voor het transcriberen van Nederlandse elementen in de uitspraak. Voor het weergeven van Neder- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 189]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
landse klanken kozen we het systeem beschreven door Vieregge (1985). Voor de Engelse klanken kozen we in grote lijnen dat van Gimson (1980) aangezien de onderwezen standaarduitspraak over het algemeen RP oftewel ‘Received Pronunciation’ is. Voor het weergeven van aspecten van afwijkende spraak is gebruik gemaakt van het zogenaamde PRDS-systeem (1983): Phonetic symbols for the Representation of aspects of Disordered Speech. De lezer wordt verwezen naar een eerder verschenen, interne publicatie (Kuipers-Alting, 1989) voor een theoretische beschouwing van de overwegingen die aan de uiteindelijke keuzes ten grondslag lagen. Volledigheidshalve volgt voor diegenen die niet bekend zijn met de genoemde systemen hieronder een kort overzicht van Engelse en Nederlandse klanken met bijbehorende symbolen. Ook is een aantal vaak gebruikte symbolen voor het weergeven van afwijkende spraak genoemd. Deze symbolen kunnen worden gezien als aanvulling op de diacritische tekens van het International Phonetic Alphabet (de versie uit 1979, niet de meest recente zoals vastgesteld tijdens een conferentie in Kiel, 1989).
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 190]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar voetnoot* Om een idee te krijgen van wat de leerlingen nu aan realisaties laten zien (en horen) volgen hieronder enkele voorbeelden van een paar items uit de woordenlijst. De eerste serie is afkomstig van een 14-jarige, zwaar-slechthorende brugklasser. Volgens de aan zijn school verbonden psycholoog en de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 191]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
logopedist is hij bijzonder intelligent en is zijn (moeder)taalontwikkelingsniveau gemiddeld. (Van alle slechthorende proefpersonen is informatie beschikbaar over de mate van het gehoorverlies, de datum waarop de slechthorendheid voor het eerst optrad, het algemeen ontwikkelingsniveau, het taalniveau, en de sociaal-economische status. Van de normaalhorende proefpersonen is geen informatie beschikbaar gesteld door de scholen.)
Nu volgt dezelfde serie uitgesproken door een goedhorende brugklasser:
Door alle realisaties zorgvuldig te beluisteren en te transcriberen kunnen we een idee krijgen waar eventuele afwijkingen te vinden zijn. In eerste instantie is voor de hele woordenlijst het percentage incorrect gerealiseerde RP-klanken (per item werd één klank getest) berekend per individu. Ook is voor ieder individu het percentage berekend van klinkers en medeklinkers die op een andere manier gerealiseerd werden dan volgens het RP-model had gemoeten. Op de groepsgemiddelden (VSO versus Regulier) is een Mann-Whitney U-test toegepast om verschillen tussen beide groepen vast te kunnen stellen. (We kozen deze test in plaats van een T-test omdat we nogal hoge waarden vonden voor skewness en kurtosis: >.5 en er dus geen sprake zou zijn van een normale verdeling.) Voor deze berekeningen is gebruikt gemaakt van het SPSS/PC + programma (versie V2.0) (Norusis, 1988) dat draait op het locale computernetwerk van de Faculteit der Letteren. In de volgende tabel worden de gevonden waarden gepresenteerd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 192]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Na toepassing van de Mann-Whitney U-test bleek dat in deze drie gevallen significante verschillen (bij een P-niveau van .05) bestaan tussen de VSO leerlingen en de reguliere leerlingen (zoals verwacht kon worden). Wanneer de groep slecht- versus normaalhorenden wordt opgesplitst en een vergelijking per klas gemaakt kan worden, komen er interessante verschillen aan het licht. Zo blijkt bijvoorbeeld dat sommige verschillen tussen beide groepen nog wel bestaan, maar niet meer significant zijn. Het eerste VSO brugjaar en de reguliere brugklas verschillen niet significant in het percentage incorrect gerealiseerde RP-klinkers (N=31, P=.06). Hetzelfde geldt voor de tweede klas MAVO (N=19, P=.08) en LBO (N=14, P = .19), de derde klas MAVO (N=8, P=.29) en ook voor de derde klas LBO (N=16, P = .34). Een vergelijking tussen de derde klassen LBO (VSO versus Regulier) laat verder zien dat hier ook geen significant verschil bestaat in het percentage correct gerealiseerde RP-klanken (N=16, P=.1). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4 ConclusiesDe voorlopige resultaten van de statistische analyses geven enig idee van de probleemgebieden waarnaar gekeken zal moeten worden bij het opstellen van een articulatietraining. In het algemeen kan gesteld worden dat de slechthorende leerlingen vooral hulp nodig hebben met de Engelse klinkers, en in mindere mate met consonanten. (Opvallend is ook dat normaalhorende leerlingen extra hulp kunnen gebruiken bij de Engelse klinkers.) Echter, ‘fouten’ in de articulatie van consonanten zijn schadelijker voor een goed begrip dan ‘fouten’ in de productie van klinkers, dus misschien verdienen de consonanten wel evenveel aandacht (hier is ook het verschil tussen beide groepen groter dan elders het geval is). Deze overwegingen moeten be- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 193]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schouwd worden in samenhang met de acceptabiliteit van de gesproken woorden. Het is natuurlijk onrealistisch bij slechthorende scholieren een perfecte Engelse uitspraak te verwachten, maar we zijn er nog niet in geslaagd de vinger te leggen op wat nu precies ‘acceptabel’ is met betrekking tot deze specifieke groep. Stemgeving, timing, het gebruik van bepaalde intonatiepatronen en klemtoon spelen ook een rol: verkeerd gebruik ervan kan de interpretatie van een op zich correct uitgesproken woord danig bemoeilijken. Op dit moment worden voorbereidingen getroffen de realisaties van de losse woorden ter beoordeling voor te leggen aan een luisterpanel. Daarnaast wordt nog op een andere manier naar de verschillende realisaties gekeken: er zijn sterke aanwijzingen dat slechthorende leerlingen significant veel meer vertrouwen op de spelling van de Engelse woorden in de test dan normaalhorende scholieren. Dit is te verklaren uit het feit dat voor slechthorenden in het algemeen ogen wel te vertrouwen zijn, in tegenstelling tot oren, wat voor de realisatie van Engelse woorden desastreuze gevolgen kan opleveren. Een articulatietraining zal dan ook moeten proberen de leerlingen op een of andere manier ‘los’ te maken van het schriftbeeld. We hopen hierover in een later stadium te kunnen berichten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5 NawoordDe VSO-scholen die aan het project medewerking hebben verleend zijn de ‘A.G. Bell-school’ in Amsterdam, ‘De Stijgbeugel’ in Arnhem, ‘Ekkersbeek’ in Eindhoven, ‘Het Maatman’ in Enschede, de ‘Dr. J. de Graafschool’ in Groningen, ‘De Weerklank’ in Leiden, ‘Martinus van Beek’ in Nijmegen en de ‘Bertha Mullerschool’ in Utrecht. De reguliere scholen zijn de ‘Scholengemeenschap Floor Evers’ in Eindhoven, het ‘Mr. J. Cals-College’ in Enschede, ‘Scholengemeenschap De Klokkenberg’ in Nijmegen en de ‘Scholengemeenschap Caland’ in Rotterdam. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 194]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie
|
|