Tabu. Jaargang 4

[Zoals]

Bekend is dat zoals onderschikkend voegwoord heet en als zodanig wat buitenbenerig is, en dat niet alleen in spreekwoorden:

zoals de waard is, vertrouwt ie z'n gasten

zoals jij bent, ben ik zeker niet

Het probleem zit in de bijzin: als de traditionele benoeming van zoals juist is, dan is het ‘naamw. deel’ zoek in die twee bijzinnen. Daar komt een moeilijkheid bij: is zoals werkelijk altijd één woord? Vgl. bv.:

zó	als jij bent, ben ik zeker niet
zó	slim als jij bent, ben ik zeker niet

Hoort zo in al die voorbeelden dus bij de bijzin of niet? Welke konsekwenties voor de ontleding hebben eventuele oplossingen?

P.C. Paardekooper