Tabu. Jaargang 1
(1970-1971)– [tijdschrift] Tabu– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 29]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Spierinkjes
|
12. | De jongens moeten achter de vren gezeten worden |
en een verbinding waarbij een trans.ww. met het lijd.vw. één-woordwaarde heeft zoals in:
13. | Hij wordt de duimschroeven aangezet |
Ook wordt er nog een hoofdgroep onderscheiden die F assief-constructies bevat met werkwoorden die als regel door een verbale groep worden gevolgd. De laatste groep kan bestaan uit een ‘bijzin’ of infinitiefgroep, die na de ‘hoofdzin’Ga naar eind8) verschijnt:
14. | Zij werden verboden over het gras te lopen |
15. | ..... de algemene voorzitter, die verweten werd nogal autokratisch op te treden |
Zoals gezegd kan men, zij het dan met enige moeiteGa naar eind9) de zinnen 1 t/m 10 onderbrengen in V.L.'s classificatie, Zin 11. blijft echter een apart geval, wat misschien aan de hand van het volgende verduidelijkt kan worden.
Eerder is gesteld dat in het Engels verschoven passief-constructies heel gewoon zijn. Dit houdt echter niet in dat er geen beperkingen gelden voor het Engels. FillmoreGa naar eind10) onderscheidt ‘indirect object constructions (.....) having paraphrases with TO and those having paraphrases with FOR. Indirect object constructions related to sentences with FOR have no passives; those related to sentences with TO have two passives’.
Zo heeft zin | a) ‘He gave me a hat’ als passiva b. en c: |
b. ‘I was given a hat’ | |
1 | c. ‘A hat was given me’ |
maar zin a1 | ‘He bought me a hat’ heeft geen passiva: |
b1 | Ga naar voetnootx ‘I was bought a hat’ |
c1 | Ga naar voetnootx ‘A hat was bought me’ |
Ook in het Nederlands kan men verschillende indirecte objecten onderscheidenGa naar eind11)) een meewerkend voorwerp, ingeleid door een weglaatbaar aan, en een belanghebbend voorwerp, in verreweg de meeste gevallen ingeleid door voor (parafraseerbaar met bestemmen voor). Maar in tegenstelling tot het Engels worden (behoudens gevallen als de zinnen 8. en 9. en nog enkele andere gevallen die als grammaticaal worden beschouwd) in het Nederlands alle verschoven passiva - zowel die waarbij in het actief sprake is van een meew.vw. als die met een -belangh.v.w.- nog als ongrammaticaal gevoeld.
Mogelijk zijn er zelfs graden van ortgrammaticaliteit te onderscheiden. Daartoe vergelijke men de volgende zinnen:
d | Ik schenk hem (een borrel) in |
e | Ik schenk (een borrel) voor hem in |
f | Ik schenk een borrel in en bestem die voor hem |
g | Ga naar voetnootx Hij wordt een borrel ingeschonken (door mij) |
d1 | Ga naar voetnootx Ik bemiddel hem (een schikking) |
e1 | Ik bemiddel voor hem (een schikking) |
f1 | Ga naar voetnootx Ik bemiddel een schikking en bestem die voor hem |
g1 | Ga naar voetnootx Hij wordt een schikking bemiddeld (door mij) |
De binding van bemiddelen met het voorzetsel voor blijkt groot, hoewel men toch niet kan spreken van een werkwoord met een voorzetselvoorwerp. Mogelijk neemt de voor-bepaling bij bemiddelen een tussenpositie in tussen belanghebbend voorwerp en voorzetselvoorwerp.
G. Royen (zie noot 4) geeft in de paragrafen 168 t/m 172 een goed overzicht van de discussies die zich over de datief-nominatiefkwestie hebben voorgedaan. Hij haalt daarin ook de door diverse schrijvers genoemde oorzaken aan die tot verschoven passiva konden leiden. Eén daarvan wil ik releveren: de neiging om, zich losmakend: van syntactische regels (taalemancipatie), het psychologisch subject ook tot grammaticaal subject te maken. - De Engelsen schuift men zelfs sinds decennia de speciale voorliefde om een levend wezen als subject van de zin aan te stellen in de schoenenGa naar eind12). Vandaar dus ook hun grammaticale ‘indirect passive’, zal men zeggen. - Het psychologisch subject is ook het meest ‘lijdende’, in zekere zin. Daarom is het hierna volgende versprekingsvoorbeeld van een in 't nauw gebrachte quiz-deelnemer (TV-uitzending, 15-2-1971)
16 | Ik wordt erg moeilijk gemaakt |
zo begrijpelijk. De prompte verbetering in ‘Het wordt mij moeilijk gemaakt’ tekent de dwang van het aangeleerde taal-keurslijf.
K. Bots-Prince
- voetnootx
- (vervolg van Emancipatie van taal in TABU I, nr. 1/2, biz. 12-13
- eind6)
- In feite geeft V.L. gevallen met pseudo-intransitieve verba (ook wel ten onrechte pseudo-transitiva genoemd. Zie bijv. Kraak en Klooster, Syntaxis (1968), p. 172), waarbij het direct object kan worden weggelaten.
- eind7)
- V.L. gebruikt de term ‘werkwoordelijke uitdrukking’ wel zeer ruim. Men vergelijke bijv. wat hieronder verstaan wordt in Rijpma-Schuringa-Van Bakel, Nederlandse spraakkunst (1968), p. 246.
Mijns inziens ten onrechte rekent V.L. hier bijv. ook onder ‘......waar ze een boek werd aangeboden’. Zo stuit men vaker op een vreemde keuze van V.L.
- eind8)
- Aanhalingstekens van V.L.
- eind9)
- Voor zin 1. doet men slechts aarzelend een keuze.
- eind10)
- Ch.J. Fillmore, Indirect object constructions in Englisch and the ordering of transformations. London-The Hague-Paris 1965. Vooral p. 13 en 14.
- voetnootx
- (vervolg van Emancipatie van taal in TABU I, nr. 1/2, biz. 12-13
- voetnootx
- (vervolg van Emancipatie van taal in TABU I, nr. 1/2, biz. 12-13
- eind11)
- Zie: W.G. Klooster, H.J. Verkuyl en J.H.J. Luif, Inleiding tot de syntaxis. Culemborg-Keulen. 1969, p. 39
- voetnootx
- (vervolg van Emancipatie van taal in TABU I, nr. 1/2, biz. 12-13
- voetnootx
- (vervolg van Emancipatie van taal in TABU I, nr. 1/2, biz. 12-13
- voetnootx
- (vervolg van Emancipatie van taal in TABU I, nr. 1/2, biz. 12-13
- voetnootx
- (vervolg van Emancipatie van taal in TABU I, nr. 1/2, biz. 12-13
- eind12)
- Zie hierover echterij G. Rohdenburg, Zum persönlichen Subjekt im Englischen: Versuch der Widerlegung und Relativierung einer traditionellen Vorstellung. In PAKS-Arbeitsbericht Nr. 6 (Dez. 1970). Stuttgart.