Raarwoord
De Grote en de Kleine Berin
Ooit heeft iemand mij eens, 's avonds, onder een heldere hemel, op de Kleine Beer gewezen. Die kon je heel gemakkelijk herkennen. ‘Die vier sterren op een rij vormen een lange steel, en die drie sterren aan het uiteinde vormen een pannetje. Daar verderop zie je nog zo'n steelpan, maar dan groter. Dat is de Grote Beer.’ Zo begon voor mij de uitleg van het heelal. En daar eindigde het ook meteen mee.
Zon, maan, steelpannetje, beer - veel meer wist ik er tot voor kort niet van. Maar nu lees ik In den Sternen, een boek over de 88 door de Internationale Astronomische Unie erkende sterrenbeelden, van de Duitse wetenschapsjournalist Ulf von Rauchhaupt. Wist u wel dat ze in Duitsland helemaal geen steelpannetjes zien als ze naar de hemel kijken? Daar zien ze gewoon een grote en een kleine wagen, met een lange duwstang eraan. De Engelsen zien trouwens een ploeg, de Arabieren een doodskist, de Chinezen een lepel en de Amerikanen een opscheplepel.
En wat hebben de beren daar nu eigenlijk mee te maken? Niemand ziet ze, maar je moet ze erbij verzinnen. Dat deden de oude Grieken ook al. In en om de constellatie van de steelpannen kun je met wat goede wil de contouren van berenfiguren zien. En waarom? De meeste mensen weten het niet meer, maar eigenlijk is de Kleine Beer de nimf Ida die, nadat ze door oppergod Zeus was verkracht, in een beer werd veranderd en daarna aan de hemel geplaatst. Hetzelfde lot trof Kallisto, een andere nimf. Zij werd aan de hemel vereeuwigd als de Grote Beer.
Bij de Kleine en de Grote Beer moeten we ons dus geen mannetjesberen voorstellen. Ze zouden in onze taal gewoon Kleine en Grote Berin moeten heten. Net als in het Duits: geen ‘Bär’, maar ‘Bärin’. En net als in het Latijn: geen ‘Ursus’, maar ‘Ursa’. ‘Ursa minor’ en ‘Ursa maior’, met de vrouwelijke uitgang op een a.
GUUS MIDDAG
De Grote Beer.
Foto: 123RF.com