Proftaal
Afmopperen
Natuurlijk werd de taalprof ook uitgenodigd op het jubileumfeestje van Van Dale. Dat was immers bedoeld voor iedereen ‘die iets met Van Dale heeft’. Nou heb ik zelf vooral met Van Dale dat ik dan meteen ga opzoeken wat de uitdrukking iets hebben met betekent, maar dat staat er dan weer niet met zoveel woorden in. Ja, dat het kan gaan om ‘ruzie, onenigheid’ (‘Hebben jullie weleens wat met elkaar?’) of ‘een (overspelige) seksuele relatie’ (‘iets met elkaar hebben’), maar daar moet ik toch echt niet aan denken.
Toch geven die twee betekenissen misschien wel precies de haat-liefdeverhouding weer die ik met het woordenboek heb. Er is geen boek dat ik in mijn leven zo vaak opengeslagen heb als het woordenboek van Van Dale, maar er zijn ook momenten dat ik de drie delen het liefst door het gesloten raam naar buiten slinger. Onlangs had ik de neiging om alle bladzijden eruit te scheuren met werkwoorden die beginnen met het voorvoegsel af-.
Waarom? Eerst even een kleine quizvraag: welk van de volgende vier werkwoorden staat níét in Van Dale? Afsukkelen, afhuppelen, afhuilen of afvliegen? Ik weet bijna zeker dat minder dan 25% van u dit goed heeft.
Afvliegen staat er gewoon in. Misschien denkt u dat het te maken heeft met het afleggen van het examen voor een vliegbrevet of zo, naar analogie van afrijden. Maar nee: afvliegen is volgens het woordenboek een werkwoord waar op iets bij hoort: op iets afvliegen. Mij lijkt dat dan eerder het gewone werkwoord vliegen met een richtingsbepaling op iets af, net zoals je ‘naar iets toe’ kunt vliegen, zonder dat je dan meteen het werkwoord toevliegen hebt.
Nu denkt u natuurlijk: dan is afsukkelen ook op iets afsukkelen, en afhuppelen is op iets afhuppelen. Afhuilen is vast het woord dat niet in Van Dale staat. Mis.
Afhuilen is volgens Van Dale het werkwoord in de zin ‘Hij huilde heel wat af.’ Ook dat lijkt me een ongelukkig gevolg van het feit dat mensen schrijven: ‘Ik heb heel wat afgehuild’, misschien omdat ze zo'n verweesd woordje af in het midden van de zin maar zielig vinden. Maar daardoor hebben we ineens weer een nieuw werkwoord, met ook nog een lijdend voorwerp heel wat (‘Wat zit jij nou af te huilen?’ ‘Nou, heel wat!’).
Er is dus geen peil op te trekken. Afhuppelen is toevallig het werkwoord dat niet in Van Dale staat. Afsukkelen staat er wel in, in de genoemde betekenis, en afhuilen is dus heel wat afhuilen. Net zoals heel wat afblokken, afdansen, afkijken, afklauteren, afkletsen, en nog wat andere gevallen. Ja, als we zo gaan beginnen! Dan kunnen we straks ook wel een woord als uiteten in de betekenis ‘buitenshuis eten’ gaan opnemen. Maar wacht eens even...
DE TAALPROF