Redactie Onze Taal
Tamtam
Martijn Koek beste leraar Nederlands
Op 17 mei werd Martijn Koek (44) van het Keizer Karel College in Amstelveen gekozen tot de beste leraar Nederlands van Nederland, een verkiezing die georganiseerd werd door het Radio 1-programma De Taalstaat in samenwerking met het Genootschap Onze Taal. De vakjury (bestaande uit Trudy Coenen en Peter-Arno Coppen) prees Koek vooral om zijn innovatieve aanpak.
Hoe probeert u in uw lessen innovatief te zijn?
‘Door altijd na te denken over wat er nu precies beter moet in de les. Ik wilde dat leerlingen meer gingen discussiëren over gelezen boeken en heb daarvoor de “mindmap” gebruikt, waarmee ze een grafische voorstelling kunnen maken van een roman. En om leerlingen helderder te laten formuleren, bedacht ik een formuleringsspel waarbij ze vreemde combinaties, zoals verdronken eendjes, moesten omschrijven, zonder die woorden te gebruiken.’
Wat maakt een docent tot een goede docent?
‘Een combinatie van structuur en verrassing. Leerlingen hebben behoefte aan heldere uitleg en een veilig klimaat, dat bewaakt wordt door een betrouwbare leraar. Tegelijkertijd wil een goede leraar dat zijn leerlingen nadenken over wat zij leren. Dat bereik je het best door ze regelmatig te verrassen, of zaken ter discussie te stellen. Zo heb ik een keer een quiz-overhoring afgenomen, met multiplechoicevragen. Na afloop ben ik de vragen klassikaal gaan nakijken, waarbij leerlingen mij met goede argumenten konden overtuigen dat een ander antwoord even goed of toch beter was. Dat leverde een zeer inhoudelijke klassendiscussie op.’
Martijn Koek ontving de prijs voor beste leraar Nederlands uit handen van onderwijsminister Jet Bussemaker. Links: Frits Spits van De Taalstaat.
Foto: Daniëlle van Coevorden / KRO
Een van de doelen van de verkiezing was om het vak van leraar Nederlands extra glans te geven. is dat nodig?
‘De leraar Nederlands kan je helpen meer te begrijpen en beter begrepen te worden: dat is iets wat ieder mens moet aanspreken. Toch heeft hij niet echt een goede naam. Hij wordt nogal eens afgeschilderd als oude zeur of men zegt: “Als hij echt wat had gekund, was hij niet voor de klas geëindigd.” Dit soort verkiezingen laten zien hoe mooi en uitdagend dit vak is: als je het goed doet, kun je jonge mensen inspireren. Het is belangrijk dat te blijven benadrukken.’