Guus Middag
De taal van...
René van der Gijp
Op tv, op straat, online - overal hoor en lees je weer net iets andere talen en taaltjes. Guus Middag staat er maandelijks bij stil.
Ik zou nog weleens willen promoveren op een studie naar het verkleinwoord in het gesproken oeuvre van René van der Gijp. Er is niemand die zo vaak een verkleinwoord gebruikt als hij, en hij doet het op allerlei onverwachte manieren. Ik geef een voorbeeld uit Gijp (2012), het boek waarin Michel van Egmond de voormalige voetballer en huidige voetbalanalist portretteert. Van der Gijp bevindt zich in de studio, vlak voor de uitzending van het praatprogramma Voetbal International.
‘Zo’, zegt het meisje van de make-up. ‘Klaar.’
‘Oortjes’, zegt Van der Gijp.
‘Wat zeg je?’, vraagt het meisje.
‘Mijn oortjes. Doe je die niet?’ ‘Natuurlijk. Als jij dat wilt...’ ‘Ja, tuurlijk! Lekker man! Oortjes, altijd doen. Is toch heerlijk?’
‘Oké. Is goed hoor’, zegt het meisje.
‘Horen er ook bij, hoor, de oortjes’, zegt Van der Gijp. ‘Ja, toch lieverd?’
Réne van der Gijp, voetbalanalist, ook tijdens het WK van 2014.
Foto: Kastermans / VI
Zo heeft nog nooit iemand het woord oortjes gebruikt. Het gaat hier niet om de lieve oortjes van een knuffel, of van een poes of een ander huisdier. Het gaat om de oortjes van de ruim vijftigjarige spreker zelf. Er spreekt liefde uit, voor zichzelf, en vertedering, door zichzelf. En er zit ook wel iets dwingends in. Dit is de toon van het verwende kind, dat aandacht wil, en zeurt, net zo lang tot het zijn zin krijgt. Van der Gijp houdt niet van gepsychologiseer, maar een buitenstaander ziet hier maar één ding: regressie, een verlangen naar kindertijd en brabbeltaal. Mama oortjes doen.