Redactie Onze Taal
Lezer
Foto: Carla van de Puttelaar
Naam Erik Löffler.
Woonplaats Voorburg.
Geboren Gouda, 1 november 1967.
Beroep Conservator Oude Nederlandse Teken- en Prentkunst bij het Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis (www.rkd.nl) in Den Haag.
Partner, kinderen Echtgenote: Lizi van Vollenhoven, huisarts; zoon: Floris (12).
Opleiding Studie geschiedenis aan de Universiteit Utrecht; École des Antiquaires, Brussel.
Hobby's/vrije tijd Werken, lezen, museumbezoek.
Onze Taal-lid sinds 2006.
Waarom werd u lid? Taal speelt bij ons een belangrijke rol. Zelf spreek ik tot vervelens toe in pleonasmen (‘humoristische lachgrapjes’), mijn echtgenote heeft altijd weinig fouten in het Groot Dictee en in de familie hebben we vijf nationaliteiten. Ook ben ik lid van twee redacties: Delineavit et Sculpsit (‘Journal of Dutch and Flemish Prints and Drawings’) en CODART eZine.
Andere tijdschriften De organen van: Nederlands Genootschap van Bibliofielen, Stichting Vrienden Museum Meermanno, Louis Couperus Genootschap, Stichting Het Nederlandse Interieur, Stichting Historische Behangsels en Wanddecoraties in Nederland, Nederlandse Kastelenstichting, Stichting Vrienden Particuliere Historische Buitenplaatsen, Oudheidkundig Genootschap Niftarlake, Stichting Vrienden van Teylers Museum, English Heritage, National Trust, Amnesty International, Greenpeace, Artsen zonder Grenzen.
Krant Zaterdagabonnement NRC Handelsblad.
Televisieprogramma Documentaires op BBC 4.
Radioprogramma Geen.
Boek À rebours van Joris-Karl Huysmans.
Website Http://explore.rkd.nl/nl/explore.
Wat leest u het eerst in Onze Taal? Niet erg origineel, denk ik: ‘Ruggespraak’.
Wat zelden? Ik lees veel diagonaal, maar op zich vind ik alle rubrieken interessant.
Welke taalonderwerpen boeien u het meest? Alles wat te maken heeft met contaminaties, overcorrectie, verhaspelingen (botenram) en bijvoorbeeld Franse grammaticale structuren in het Vlaams (‘wij gaan gaan’, ‘doorheen de geschiedenis’).
Welke niet zo? Haarkloverij op spellinggebied. Ik maak zelf wel uit of ik ‘porcelein’ (op z'n achttiende-eeuws) of ‘porselein’ schrijf.
Favoriete Onze Taal-artikel ‘U of jij: wat moet je nou? Aanspreekvormen in Nederland en Vlaanderen’ van Jan Erik Grezel, oktobernummer Onze Taal 2002.
Aantrekkelijkste taaltrend Die meisje.
Ergerlijkste taaltrend Het los schrijven van woord delen: ‘Veel diarree gevallen in Nickerie.’
Verbetert u iemands taalgebruik weleens? Vaak. Soms is men beledigd, dat moet dan maar, beter dan iemand achter zijn rug uitlachen. En daarna doen ze het goed, is mij opgevallen.
Welke taalfout maakt u stiekem bewust tóch? Hun/hen. Onbewust ongetwijfeld nog veel meer.
Beste taalgebruiker Niemand specifiek, maar leden van het Amsterdamse patriciaat (‘Blauwe boekje’) van boven de tachtig - heerlijk, zowel in uitspraak als in woordkeuze. Helaas sterft het uit.
Als u de baas was over de taal, wat zou u dan het eerst doen? Niets. Taalkundigen moeten taal en taalontwikkeling beschrijven, niet eraan willen knoeien.
Lelijkste woord Problematiek. Tenzij er een verkooppunt mee wordt bedoeld.
Mooiste woord Het tegendeel van heimwee: Fernweh. Mooiste uitdrukking (Haagse tiener in het NOS Journaal): ‘Dat is met geen woorden te filmen.’