Proftaal
Een halve zin is ook een zin
‘Leuk dit!’ Wat is dat voor een zin? Vraag het aan willekeurige taalgebruikers en ze beginnen je te vertellen dat het een onvolledige zin is, of dat er woorden in de zin zijn weggelaten. Taalkundigen spreken van een ‘ellips’, maar ook in dat woord wordt de suggestie gewekt dat we bij het spreken een hele zin in ons hoofd hebben (‘Leuk is dit!’ of ‘Wat leuk is dit!’), en dat we daar dan, uit luiheid of overwegingen van efficiëntie, een paar woordjes uit wegstrepen (het woord ellipsis betekent eigenlijk ‘weglating’). Maar in feite is dit een rare opvatting. Want zo werkt het natuurlijk helemaal niet.
Een kind van één à twee jaar maakt zinnetjes van twee woorden, zoals ‘Papa roepen.’ Het is onwaarschijnlijk dat zo'n kind de volledige volzin al in zijn hoofd paraat heeft en daar dan iets uit weglaat om wat infantieler over te komen. Het kind heeft gewoon een beperkt repertoire om een volledige taaluiting te maken.
Die zin ‘Papa roepen’ kan zelfs meerdere dingen betekenen: het kind kan bijvoorbeeld bedoelen dat het wil dat iemand papa roept, of dat papa zelf iets moet roepen. Die twee betekenissen komen overeen met twee grote betekenisverbanden in de taal: het verband tussen voorwerp en werkwoord (‘Je moet papa roepen’) en tussen onderwerp en gezegde (‘Papa moet roepen’).
Je kunt het een beetje horen: als ‘Papa roepen’ wordt uitgesproken met klemtoon op het eerste pa, en verder onbeklemtoond, dan gaat het om een voorwerp met een werkwoord: ‘(Je moet) pápa roepen.’ Hebben de woorden papa en roepen beide klemtoon (‘Pápa róépen’), dan is het een onderwerp met gezegde: ‘Papa moet roepen.’ Dat komt doordat voorwerp en werkwoord zich samen als één woordgroep gedragen, met dus ook maar één hoofdklemtoon.
Deze constructie zie je niet alleen in kindertaal. In volwassenentaal heb je bij ‘Ik hoor papa roepen’ precies hetzelfde, met dezelfde dubbelzinnigheid. De middelen die het kind gebruikt verdwijnen niet uit de taal, ze worden alleen later aangevuld met extra mogelijkheden.
‘Leuk dit!’ heeft niet die dubbelzinnigheid, maar een ander extra dingetje: door de afwijkende volgorde (‘Leuk dit!’ in plaats van ‘Dit leuk!’) en de bijbehorende intonatie wordt het betekeniseffect bereikt dat de spreker hier sterke gevoelens over heeft.
Ik zou die opeengepakte betekenis in zo'n kleine taaluiting niet onvolledig willen noemen. Daarmee doe je onrecht aan de efficiëntie van de taalvorm. Je kunt natuurlijk een of andere rare regel verzinnen dat je overal een vervoegd werkwoord bij moet zetten, maar dat heeft dan niks te maken met hoe de taal in elkaar zit. Eerder overcompleet zo'n regel.
DE TAALPROF