Pad geëffend
Wat was de reactie van de lezers? Renkema: ‘Ik geloof dat er een paar opzeggingen kwamen. Maar een paar jaar later begon het aantal leden fors te stijgen. Ik denk ook dat het Opperlands in Onze Taal het pad heeft geëffend voor meer “speelse” stukken over taal. Toen ik daarna plezierdichter Drs. P en cabaretier Ivo de Wijs benaderde voor een serie over poëtische aspecten van taal, zeiden ze na enige overreding uiteindelijk “ja”. En dan te bedenken dat Onze Taal geen geld had voor auteurs, laat staan voor bekende columnisten.’
Jan Renkema: ‘Taalverzorging kan niet zonder taalplezier.’
Kun je zeggen dat het Opperlands de definitieve overgang markeert van aandacht voor ‘goed-fout’ naar belangstelling voor alles wat taal boeiend maakt? ‘Dat is moeilijk te zeggen’, vindt Renkema. ‘Jan Veering toonde voor dat laatste beslist ook al interesse. En met het Opperlands alleen was het niet gelukt. Maar het markeert wel een duidelijke kentering.’
Ook na 1978 heeft Brandt Corstius geregeld gepubliceerd in Onze Taal. Zo schreef hij een serie over de talige eigenaardigheden die hij tegenkwam als docent Nederlands aan de Sorbonne in Parijs. En hij deed allerlei ‘Opperlandse vingeroefeningen’, bijvoorbeeld met woordparen als gerstendrank - kerstendrang, puntschelm - muntschelp en rijzweep - pijzweer.