Fries
Het Fries is de moedertaal van zo'n 350.000 Nederlanders. Het kende de grootste bloei tussen 1250 en 1500. Er werd toen overigens ook buiten het huidige Friesland Fries gesproken. Later werd de taal langzaamaan teruggedrongen door het Nederlands, geografisch gezien maar ook binnen Friesland zelf - een ontwikkeling die tot in de negentiende eeuw voortduurde. Pas in de twintigste eeuw werd het Fries weer belangrijker, en het is nu de tweede officiële taal van Nederland. Tegenwoordig is het de thuistaal van een kleine 60% van de inwoners van Friesland, terwijl nog eens 15-20% de taal verstaat.
In Fryslân. Land van talen van de frisisten Reitze Jonkman en Arjen Versloot wordt in vogelvlucht de geschiedenis van het Fries beschreven, van de allereerste vermeldingen in Latijnse teksten tot jonge ontwikkelingen als het ‘Frollands’, een mengvorm van Fries en Nederlands. Daartussenin gaat het over uiteenlopende onderwerpen als het runenschrift dat ooit door de Friezen gebruikt werd, het Stadsfries, Kneppelfreed, de Friese spelling, de grote overeenkomsten met het Engels, belangrijke schrijvers als Gysbert Japicx en Joost Halbertsma, de wetenschappelijke studie van het Fries - en over belangrijke dialecten als het Bildts, het Amelands en het Stellingwerfs.
Een rode draad in het boek is de verhouding tot het Nederlands en de (overheersende) Nederlanders. Over hoe het verder zal gaan met het Fries doen de auteurs geen uitspraak, behalve dat de Friezen zich onverminderd zullen moeten blijven verzetten: ‘De strijd tussen de talen gaat gewoon door.’
Het boek is mooi verzorgd en rijkelijk geïllustreerd met kaarten en afbeeldingen. Fryslân. Land van talen. Een geschiedenis is een uitgave van Afûk en kost €17,50 (ingenaaid, 144 blz.). ISBN 978 90 6273 926 4