Tegenstander
Weet u nog welk van de volgende woorden níét prijkte op een van de woordenlijstjes van 2009: twitter, twitterazzo of dreigtweet? U weet het niet, en het kan u niet schelen ook. En dat is precies het voornaamste bezwaar tegen dit soort lijstjes. Het is kwartjeskennis, met een uiterste houdbaarheidsdatum van de eerstvolgende 31 januari. Dat is voor een keertje niet erg. Maar als we met ons allen taal voortdurend gelijkstellen met een disparate verzameling geinige weetjes, moeten we niet verbaasd staan als de universitaire talenstudies in het afvalputje belanden.
Maar er zijn meer bezwaren. De meeste winnaars op deze lijstjes zijn hoogst onbijzondere woorden, eenvoudige samenstellingen van het type weigeren + ambtenaar = weigerambtenaar. Dat komt doordat het criterium voor de woorden niet talig of esthetisch van aard is, maar louter sociaal-historisch. De woorden verwijzen altijd naar zaken die het afgelopen jaar een tijdje in de belangstelling stonden. En het is helemaal mooi meegenomen als die zaak iets met het onderbuikse te maken heeft, iets wat in de tijd van Snip en Snap ‘pikant’ genoemd werd. Neem zoiets als swaffelen. Wie het doet, is niet normaal; wie zich in de uitverkiezing van dat woord verkneukelt, is daarenboven schijnheilig.
(Het goede antwoord is: dreigtweet.)
Wat vindt u ervan? Zijn woord-van-het-jaar-verkiezingen zinvol?
Geef voor 5 februari uw mening op onze website: www.onzetaal.nl/homofkuit. Of stuur een briefkaart met ‘Woord-van-het-jaar-verkiezingen zijn zinvol’ of ‘Woord-van-het-jaar-verkiezingen zijn niet zinvol’ naar de redactie van Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. In de volgende aflevering de uitslag.