Horstlog
In memoriam voor de postzegel
Ik dacht dat het telefoonboek net iets eerder zou verdwijnen dan de postzegel, maar misschien klopt dat niet. Volgens de kranten van de afgelopen weken komt er nog een rondje papieren telefoonboeken, terwijl men vanaf volgend jaar in plaats van een postzegel al met een app op de smartphone de frankering van brieven kan regelen. Overigens blijven er voorlopig nog zelfklevende Beatrixen in de handel, zodat nog niet helemaal duidelijk is wie als eerste het loodje legt: de postzegel of het telefoonboek.
Volgens PostNL krimpt de markt voor de traditionele postbezorging, en dat maakt het onmogelijk om de dienstverlening op het oude niveau te handhaven.
Dat van die krimpende markt wil ik geloven; er worden weinig brieven meer geschreven. Maar dat de dienstverlening enkel dáárom teruggeschroefd wordt, lijkt me een vergissing. Toen de postmarkt op zijn hoogtepunt was, jaren vijftig en zestig, werd de dienstverlening namelijk ook al fors teruggeschroefd. In mijn kinderjaren waren er nog twee bestellingen per dag, maar dat is al rond 1960 teruggebracht tot één. Die ene bestelling mocht je verwachten rond zes of zeven uur in de ochtend. Als je opstond, was de postbode al geweest. De laatste dertig jaar heb ik op geen enkel adres nog post vóór een uur of elf gekregen. De zes bezorgdagen zijn er vijf geworden, en naar veler ervaring in de praktijk vier. Ik bedoel maar: de zaak is blijkbaar toch complexer dan ze bij PostNL lijken te denken.
Ergens in de biografie van Freud door Peter Gay lezen we hoe Freud anno 1939 vanuit Wenen op maandag een brief schrijft naar een collega in Berlijn, en hoe hij diezelfde donderdag al het antwoord vanuit Berlijn krijgt. Die snelheid is, geloof ik, na 1945 nooit meer bereikt.
Een ander voorbeeld? Lees mee in de brieven van de schrijver Gerard Walschap (uitgegeven door de kinderen Carla en Bruno; deel I, blz. 41-61). Op maandag 4 juni 1923 schrijft Walschap een brief aan een hem onbekende dame, Ninette Theunissen. Aanhef: ‘Mejuffrouw’. De volgende brief is van woensdag, ook nog: ‘Mejuffrouw’. De derde is van donderdag: ‘Goede Vriendin’. De vierde is van zaterdag: ‘Lieve, goede Zus!’ En de daaropvolgende woensdag is het al: ‘Matje’. En daar zitten dus de (niet gepubliceerde) antwoordbrieven van Ninette aan Gerard nog tussen.
Als de relatie zich ook verder in dit stormachtige tempo is blijven ontwikkelen, moet al snel het stadium bereikt zijn dat de brieven niet meer zomaar publiceerbaar waren. Misschien is dat de reden dat de erfgenamen enkel de eerste negen, en niet de overige 441 brieven van Walschap aan zijn latere echtgenote gepubliceerd hebben.
Waar het mij om gaat, is de verbluffende snelheid van de postbezorging anno 1923. In België deze keer, maar ik denk dat het in Nederland toen niet heel anders was dan in België, Oostenrijk of Duitsland.
De echte service en snelheid van de brievenpost werd al de nek omgedraaid ruim voordat de computer en de gsm in beeld kwamen.
Ik vind dat allemaal prima, maar je moet niet alles geloven wat er over de krimpende postmarkt en zo beweerd wordt.
Joop van der Horst