Toen in... december 1997
Poldernederlands
Redactie Onze Taal
Het is deze maand, op 12 december, precies 15 jaar geleden dat voor het eerst het woord Poldernederlands in het openbaar werd gebruikt. Op een symposium in Gent zette dialectoloog Jan Stroop uiteen hoe vooral hoogopgeleide, geëmancipeerde jonge vrouwen bepaalde klanken anders gingen uitspreken. Blijf klonk steeds meer als ‘blaaif’, huis als ‘hous’ en blauw als ‘blaauw’. Met de term Poldernederlands verwees hij naar het toentertijd populaire ‘poldermodel’, het maatschappelijk-politieke overlegsysteem dat - aldus Stroop - voor vrouwen welvaart met zich meebracht en daarmee de vrijheid om te praten zoals ze zelf wilden.
Niet lang daarna besteedde het eerste (en enige) nummer van het taalkundig-literaire tijdschrift Noordzee er aandacht aan. En daarmee ging het balletje pas echt rollen. Het Poldernederlands werd voorpaginanieuws, en Stroop een van Nederlands beroemdste taalkundigen - een leuke tijd, zo vindt Stroop ook achteraf, en misschien ook goed voor het vak taalkunde: ‘In elk geval kwam er vanuit het grote publiek meer belangstelling voor wat taalkundigen doen en de taalkundigen zelf kregen meer aandacht voor het populariseren van het vak.’
De taalwetenschap zelf ontving Stroops theorie aanvankelijk kritisch: was er wel bewijs voor? Het bestaan van de variant werd later inderdaad door diverse onderzoekers bevestigd, maar dat vrouwen destijds vooropliepen bij die veranderingen, daarvan is niet iedereen overtuigd. Toch valt het verschijnsel Stroop ook nu nog vooral bij vrouwen op: ‘Luister maar eens naar vrouwelijke gasten in programma's als Vroege vogels of Pauw & Witteman. Maar Jeroen “Paauw” geeft ze inmiddels aardig partij.’